Methodisch werken A; Canmedsrollen, zorgleefplan Week 7

Methodisch werken A
Week 7
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Methodisch werken A
Week 7

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waar wordt jij niet blij van in de
vroege ochtend :-)

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Programma
Woensdag; Rudi
  • Mededelingen integratieve opdracht.
  • Planning maken; pak onze planning erbij. 
  • Terugblik week 6. Goed gesprek.
  • Canmedsrollen: college en opdrachten.
  • Opdracht nabespreken.




Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik week 6
Goed gesprek

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat vond je van de opdracht; Goed Gesprek van vorige week?
A
Leuk!
B
Moeilijk
C
Leerzaam
D
Iets anders...

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden
Goed gesprek

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Benoem 4 ingrediënten van een goed gesprek.

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Uit welke fasen is een Goed gesprek opgebouwd?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

'Dat vind jij toch ook niet leuk?'
Is een :
A
Directieve vraag
B
Gesloten vraag
C
Suggestieve vraag
D
Reflecterende vraag

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

'Wat heb je gisteren gedaan?'
Is een:
A
Gesloten vraag
B
Open vraag
C
Directe vraag
D
Suggestieve vraag

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een regel in de communicatie is dat je ANNA meeneemt in een goed gesprek. Waar staat de afkorting ANNA voor?
A
Altijd Noemen, Nooit Aanwijzen
B
Altijd Navragen, Niet zomaar Aannemen
C
Altijd Nemen, Niet Afgeven
D
Altijd Nagaan, Niet Afgaan

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Om een goed doelgericht gesprek te voeren, kan je OMA gebruiken. Waar staan de letters van OMA voor?
A
oordelen, meningen, aannamen doen
B
overvragen, meningen, adviezen geven
C
open, meetbaar, anderen respecteren
D
oordelen, meten, altijd navragen

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mededelingen integratieve opdracht.
  • Vanaf ongeveer de 4e week van deze periode  starten (na de vakantie) met de integratieve opdracht.
  • Neem dit mee in je planning. 
  • Voor deze opdracht heb je een zorgvrager nodig. Een zorgvrager uit je bpv; voor de mensen die bpv hebben. De anderen kiezen een zorgvrager uit een casus die in de module staat. 
  • Kijk gericht in de BPV naar de onderwerpen die in de module aan bod komen.
  • Koppel evt. BPV opdrachten aan deze integratieve opdracht
  • Overleg tzt met je werkbegeleider over een geschikte zorgvrager
  • Tzt ook onder de lesuren tijd om aan je integratieve opdracht te werken.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

CanMedsrollen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Opdracht
Noteer welke taken een verpleegkundige en een verzorgende IG heeft?
Probeer dit zo concreet mogelijk te beschrijven, voorbeelden geven. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beroepsprofiel
  • De laatste 10 jaar is er veel veranderd in het vak                         van verpleegkundigen, verzorgenden en                               verpleegkundig specialisten
  • Taken zijn anders verdeeld, de patiënt is veranderd, zorgtechnologie wordt steeds belangrijker
  • Drie nieuwe beroepsprofielen: HBO-verpleegkundige, MBO-verpleegkundige en verzorgende IG

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een zorgprofessional 
heeft 7 rollen
Uitgewerkt van 
niveau 1 tot niveau 6

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

2. Opdracht: Lezen in Canvas
Module Methodisch werken: Canmedsrollen
Schrijf de vragen die je hebt op.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreken
We gaan terug naar de taken van een verpleegkundige / verzorgende.....
  1. Terugkoppeling lezen Canvas: Beantwoorden vragen.
  2. Pak de taken erbij die je eerder hebt genoteerd.
  3. We doorlopen de canmedsrollen.
  4. Jullie geven aan welke taken                                                                    bij welke rol passen. (evt het bord hierbij gebruiken)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rol 2 Communicator

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rol 3 Samenwerkingspartner

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rol 4 Reflectieve EBP-professional

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rol 5 Gezondheidsbevorderaar

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rol 6 Organisator

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rol 7 Professional en kwaliteitsbevorderaar

Slide 29 - Tekstslide

met welke wetgeving heb je te maken?
Specifiek in de branche?
bijv. Wet Zorg en Dwang, altijd Wet BIG en WKKGZ
3. Opdracht
  • Lees onderstaande casus.
  • Jullie werken in de subgroepen.
  • In de casus moeten minimaal 4 CanMEDS-rollen worden ingezet op verschillende niveaus.
  • Beschrijf welke taken een zorgprofessional heeft vanuit deze canmedsrollen.
  • Per rol beschrijf je minimaal 2 niveaus.
  • Gebruik hierbij het document samenvatting camedsrollen.
  • Vanmiddag bespreken we de opdracht na.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Casus
Dhr. X is 85 jaar, gehuwd en heeft 1 zoon. Hij woont op een gesloten zorgafdeling van een zorgcentrum. Dhr. X is opgenomen met de diagnose ziekte van  Alzheimer. Hij is angstig en een enorme behoefte om weg te lopen. Hij heeft veel ellende in de oorlog meegemaakt waar de angst mee te maken heeft. Hij loopt veel op de afdeling en probeert deuren en ramen open te breken om weg te komen. Soms vertoont dhr. X agressief gedrag wanneer men hem probeert tegen te houden of van die gedachte probeert af te brengen. 
Hij leeft samen met 11 andere cliënten in een huiskamer en heeft een eigen kamer waar hij alleen maar slaapt. In de huiskamer wordt samen met de bewoners gekookt. Andere huishoudelijke taken worden verdeeld, waarbij de bewoners evt. betrokken worden. 
Dhr. X is sterk vermagerd, eet en drinkt weinig. Medewerkers hebben niet altijd tijd om met hem naar buiten te gaan, zijn vrouw kan hem niet bijhouden bij het wandelen en kan niet iedere dag komen vanwege vermoeidheid. Zijn zoon werkt en komt een paar keer per week langs om te wandelen. Het contact tussen de medewerkers en de familie is goed.
De grote wens van de medewerkers en de familie is: hoe kunnen we zorgen dat dhr. X zich minder angstig voelt en dat hij vaker veilig naar buiten kan, dat medebewoners en het personeel veilig zijn en dat hij een fijne plek heeft om tot rust te komen en voldoende eet en drinkt?

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het?
  • Helpt zorgvrager ondersteunen bij het leven zoals de zorgvrager dit wil
  • Vraaggericht werken
  • Uitgangspunten zijn: de voorkeuren, vragen, behoeften of doelen van de cliënt 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4 aandachtsgebieden (zorgdomeinen)
  • Lichamelijk welbevinden en gezondheid
       Goed verzorgen van een cliënt geeft de cliënt een goed gevoel.
  • Woon- en leefomstandigheden
       Een cliënt helpen bij het zich thuis voelen in de woonomgeving en het hebben van                             voldoende bewegingsvrijheid.
  • Participatie/deelname
       De cliënt helpen bij het invulling geven aan persoonlijke interesses, hobby’s, een sociaal                 leven en contact houden met de samenleving.
  • Mentaal welbevinden
       De cliënt helpen om respect te hebben voor en ondersteuning bij zijn eigen identiteit en                 levensinvulling.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek op:
Hoe heet een zorgleefplan in:
A de GGZ
B de GHZ

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ondersteuningsplan (GHZ)
Uitgangspunten:
  • Helpt bij regievoering over het eigen leven van de zorgvrager
  • Om professioneel en methodisch te handelen
  • Bevordert cliëntgerichtheid

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begeleidingsplan (GGZ)
  • Ondersteuning laten aansluiten bij wensen en behoeften van de cliënt
  • Belangrijk uitgangspunt: mensen met een ernstige psychische aandoening zo veel mogelijk de regie laten voeren over het eigen leven!

Twee belangrijke functies:
- Bevorderen van persoonsgericht werken
- Bevorderen van methodisch en professioneel handelen

Komt tot stand in dialoog (in gesprek) tussen begeleider en cliënt. 
Leidraad voor dagelijkse praktijk

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag met deelopdracht B.
Voorbereiding
  • Bestudeer de literatuur bij deze deelopdracht.
  • Formuleer per subgroepje leervragen vanuit de theorie die je bestudeerd hebt. Prikkel je nieuwsgierigheid en raadpleeg naast ZorgPad ook andere vakinhoudelijk bronnen om tot leervragen te komen. 
  • Ieder subgroepje kiest  vervolgens 1 leervraag die ze verder uitwerken en geeft hier een korte pitch over.    

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Donderdag
Ilone

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eerst even opfrissen!

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom een zorgleefplan?
A
Een hulpmiddel om vraaggerichte zorgverlening te kunnen bieden aan de zorgvragers.
B
Geeft een duidelijk overzicht van zorg voor de naasten (familie).
C
Alle antwoorden zijn goed.
D
Een hulpmiddel om zo effectief mogelijk de verpleegkundige zorg te kunnen rapporteren.

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het zorgleefplan bestaat uit 4 domeinen
A
Waar
B
niet waar

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het zorgleefplan bestaat uit vier levensdomeinen. Welke zijn dit?
timer
0:45
A
Lichamelijk welbevinden, geestelijk welbevinden, motorisch welbevinden, leefomgeving.
B
Lichamelijk welbevinden, geestelijk welbevinden, gezondheid, psychisch welbevinden.
C
Lichamelijk welbevinden, woon/leefsituatie, participatie, mentaal welbevinden.
D
Gezondheid, lichamelijk welbevinden.

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het uitgangspunt van het zorgleefplan is:
A
de arts
B
de zorgvrager
C
de verpleegkundige
D
de zorginstelling

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Doel van een zorgleefplan
- Het zorgleefplan is een een vorm van vraaggestuurde zorg.  
- Helpt de cliënt zo te ondersteunen dat hij zijn leven (ondanks ziekte of beperking) zoveel mogelijk kan voortzetten zoals hij dat wil. 
- Het is sinds 2008 wettelijk verplicht dat iedere cliënt een zorgleefplan is opgesteld.
- In het zorgleefplan staat beschreven hoe de cliënt zijn of haar leven wil leiden.
-De cliënt heeft de regie.

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verpleegplan
Verpleegplan

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Definitie verpleegplan
  • Het verpleegplan is een systematische en doelgerichte verslaglegging van de individuele zorg aan de zorgvrager.
  • In een verpleegplan worden duidelijk omschreven welke verpleegproblemen er spelen bij de patiënt en wat de symptomen en gevolgen zijn. Vervolgens wordt er een doel omschreven en wanneer dit bereikt dient te zijn. Aan de hand hiervan wordt er een duidelijk plan van aanpak opgesteld,





Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappen van een verpleegplan
Een verpleegplan ziet er als volgt uit:
  • Anamnese (gegevens verzamelen).
  • Diagnose stellen.
  • Beoogde resultaten formuleren (verwachte resultaten plannen).
  • Interventies (behandeling).
  • Evaluatie.

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Wat hoort waar? Levensdomeinen
Je ontvangt van de docent meerdere uitspraken die passen bij de 4 levensdomeinen; woon- en leefomstandigheden, participatie, mentaal welbevinden & autonomie en lichamelijk welbevinden & gezondheid. 

Kijk samen met je subgroepje welke uitspraken waar hoort en leg ze op het juiste vel.

Klassikaal nabespreken. 

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ilone en Rudi

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verdiepingsopdracht deelopdracht B
  • Beantwoorden van de vragen bij de video's.
  • Individueel: Verdiep je in de gekozen casus.  Beantwoord de volgende vragen (en noteer deze):

Wat vind je van deze casus?
Wat valt je op?
Wat zijn volgens jou belangrijke gegevens, hoofd- en bijzaken uit de casus?
De verzamelde gegevens onderbrengen in de 4 levensdomeinen van het ZLP.
De uitwerking inleveren in Canvas.

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evt. starten met deelopdracht C, voorbereiding.
Verdiep je in de literatuur behorend bij deze opdracht. 

Verdiep je in de verschillende ordeningsmodellen: ICF, Gordon, ZLP, Levensdomeinen door te zoeken op internet of in artikelen. Maak hiervan een korte samenvatting.





Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

En nu een weekje vakantie!

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies