BBL1 Kern les 33 Lezen


Terugblik

Lesdoel

Theorie

Zelf aan de slag!

Woorden les 33

Huiswerk en planning

Pluspunten en Kluspunten
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


Terugblik

Lesdoel

Theorie

Zelf aan de slag!

Woorden les 33

Huiswerk en planning

Pluspunten en Kluspunten

Slide 1 - Tekstslide

Een samenvatting maak je in vijf stappen.

Zet de stappen in de goede volgorde. Sleep ze naar het juiste nummer.
Stap:
Les 26
1.
2.
3.
4.
5.
Lees de tekst globaal
Bedenk wat het onderwerp is van de tekst.
Lees de tekst nu helemaal.
Schrijf op wat vetgedrukte woorden in de tekst betekenen.
Schrijf de hoofdzaken van de tekst op

Slide 2 - Sleepvraag

LES 33 
Lesdoel
Ik leer hoe ik de betekenis van moeilijke woorden vind


Moeilijke woorden
lezen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Andere voorbeelden

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Belangrijk
Volg de stappen om moeilijke woorden te snappen, dan raak je de draad niet kwijt!

Slide 11 - Tekstslide

Zelf aan de slag
Wat?
Werk aan les 33
Hoe?
Lees de opdrachten en probeer de antwoorden te vinden
Klaar?
Verder werken met Numo, Nieuwsbegrip of lezen in je leesboek. Je mag ook oefenen met de woordjes!
Tijd?
10 minuten
Dan:
Kort bespreken wat er gemaakt is. Zijn er vragen? Ben je moeilijkheden tegengekomen?

Slide 12 - Tekstslide

schenken - geven


de aartsrivaal - belangrijkste tegenstander


aan het langste eind trekken - gelijk krijgen of winnen


zich ontfermen over iemand - voor iemand gaan zorgen


het aandenken - voorwerp waardoor je aan iets of
iemand blijft denken
Woorden
les 33

Slide 13 - Tekstslide

- Ik weet welke stappen er zijn om de betekenis
van een moeilijk woord te vinden (R)

- Ik kan de betekenis van moeilijke woorden op
verschillende manieren vinden. (T1)

- Ik kan zelf bepalen welke moeilijke woorden belangrijk zijn om op te zoeken en welke manier ik hiervoor gebruik. (T2)

- Ik kan een zin maken waarin ik uitleg wat een moeilijk woord
betekent. (I)
Doel bereikt?

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk + plannen
Schrijf je huiswerk in je Plenda

Hak je huiswerk in stukjes en verdeel
over de dagen vóórdat het af moet zijn




Was je afwezig?
Schrijf je huiswerk over uit Magister in je Plenda en plan zoals hierboven beschreven

Slide 15 - Tekstslide

Pluspunten & kluspunten?

Voor jezelf
Voor de klas
Voor de docent

Slide 16 - Tekstslide