VOOROORDELEN

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

Startklaar 

       

       Pak je Chromebook/ laptop voor je

       Start je Chromebook/ laptop op

       Log in op www.lessonup.app 

       Stop je telefoon in het zakkie en in je tas 

      

Inleiding

Een vooroordeel is een mening die je over iets of iemand hebt, 

zonder dat je diegene goed kent. 

Je kunt een vooroordeel hebben over bepaalde mensen of groepen mensen, maar net zo goed kun je vooroordelen hebben over (groepen) dieren of dingen. 

Met het hebben van een vooroordeel kan je iemand kwetsen.

Vaak zijn vooroordelen helemaal niet waar.

Welke vooroordelen
heb jij weleens gehoord?

Voorbeelden van vooroordelen:

Voorbeelden van vooroordelen zijn:

• Ze is blond, dus ze zal wel dom zijn.
  
• Ze kijkt niet vrolijk, dus ze zal wel stom zijn.
  
• Hij is erg klein, dus hij zal wel niet snel kunnen lopen.
  
• Hij komt uit een ander land, dus hij begrijpt ons niet. ​
  
• Ze is stil ze zal wel niet in een achtbaan durven. ​
  
• Hij is slim ze zal wel niet van uitgaan houden of naar een attractiepark gaan.

Leerdoelen

Aan het einde van de les...

kan ik de vragen over de tekst beantwoorden door globaal en zoekend te lezen.

Leerdoelgericht werken: 

Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan

de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en

worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 

Experiment

Wat gebeurt er als twee klassen elkaar voor het eerst zien en alleen naar hun allereerste indruk van elkaar mogen luisteren? 

Wat is je opgevallen
in de vorige video?

Globaal en zoeken lezen

A. Lees eerst de tekst globaal en beantwoord de vragen A 1 t/m 4

B. Lees nu de tekst zoekend en beantwoord de vragen B 1 t/m 4

C. Nabespreken

A.1

Op de site van Anne Frank staan dingen over de Tweede Wereldoorlog. In die tijd zijn er veel Joden omgekomen, omdat er vooroordelen over het Joodse volk waren. Een goed voorbeeld van hoe gevaarlijk vooroordelen zijn. 

A.2

Voordeel: overzicht.

Nadeel: Invloed op ons gedrag tegenover andere mensen kan gevaarlijk zijn. (zie vraag 1).

A.3

Eigenlijk zou “Geen expert zijn” beter passen dan er een expert nodig hebben.

B.1

Als je niet weet dat iets een vooroordeel is in plaats van en feit, kun je er ook niets aan doen.

B.2

Niet je gedrag laten bepalen door je eigen vooroordelen en je eigen vooroordelen niet verspreiden.  

B.3

Een gesprek waarbij je niet tot elkaar doordringt, omdat je eigenlijk niet naar elkaar luistert (en doorvraagt), maar dat de één alleen welles en de ander alleen nietes blijft zeggen. Zo kom je nooit tot elkaar.

B.4

Soms kom je niet tot elkaar in een gesprek, maar heb je de ander wel aan het denken gezet en denkt hij of zij de volgende keer (later, op de langere termijn) er toch anders over.

Wat heb je opgestoken van deze les?

Test je kennis met deze

KAHOOT

Begrippen uit deze les

• vooroordelen
• eerste indruk
• invloed
• feit
• mening 

Welke hashtags zou je gebruiken om deze les te omschrijven?

Slot van de tekst

De tekst heeft geen slot. 

In de inleiding worden drie stappen aangekondigd. 

Vervolgens worden deze stappen uitgewerkt. 

Schrijf een passend (kort) slot om deze tekst rond te maken. Maak gebruik van opdracht A en B

Schrijf hier het slot