5.5 Het oog

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Via welk onderdeel van je oog komt het licht in je oog?
A
Iris
B
Pupil
C
Oogwit

Slide 3 - Quizvraag

hoe heten de volgende onderdelen van het oog?
Netvlies
Pupil
Lens

Slide 4 - Sleepvraag

Slide 5 - Tekstslide

Accommoderen is ...
A
je ogen van links naar rechts bewegen
B
platter worden van een lens
C
platter en boller maken van de ooglens
D
boller maken van een lens

Slide 6 - Quizvraag

Wat is accommoderen?
A
Regelen van de hoeveelheid licht dat in het oog mag komen.
B
Scherpstellen van het oog door de bolling van de ooglens te veranderen.
C
Scherpstellen van het oog door de iris te vergroten of te verkleinen.

Slide 7 - Quizvraag

Wanneer accommoderen je ooglenzen?
Je ooglenzen accommoderen:
A
Als je eerst iets van dichtbij en direct erna iets van veraf bekijkt.
B
Als je pupillen van groot naar klein gaan en andersom.
C
Als je lang naar één punt in de verte kijkt.
D
Als je van een donkere ruimte in een verlichte ruimte komt.

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Iemand die bijziend is...
A
Ziet dichtbij scherp
B
Ziet veraf scherp

Slide 10 - Quizvraag

Iemand die verziend is...
A
Ziet dichtbij scherp
B
Ziet veraf scherp

Slide 11 - Quizvraag

Verziend
Bijziend

Slide 12 - Sleepvraag

Bijziend                        Verziend
veraf goed zien
beeld te ver
dichtbij goed zien
beeld te vroeg
hole lens
bolle lens

Slide 13 - Sleepvraag

oogafwijking
oogbol
ooglens
brillenglas
dichtbij is onscherp
veraf is onscherp
Vul het schema over verziend, bijziend en een mindere soepele lens.
te kort
bol
bijziend
te bol
te plat
te lang
verziend
hol

Slide 14 - Sleepvraag

Als de oogbol te groot is ben je

Daarbij worden lichtstralen                                    gebogen

Met een                                   worden lichtstralen goed gebogen 
Bijziend
Verziend
Te zwak
Te sterk
Holle (-) lens
Bolle (+) lens

Slide 15 - Sleepvraag

Begrippen paragraaf 5.5
Definitie
Begrip
Het aanpassen van de lensdikte door het straalvormig lichaam om het beeld op het netvlies scherp te krijgen
Lichtstralen die naar elkaar toe bewegen
Lichtstralen die uit elkaar bewegen
De afstand vanaf het voorwerp tot aan de lens-as
De afstand tussen de lens en het scherm/netvlies
Een afwijking van het oog waarbij de lens te bol is waardoor er geen scherp beeld ontstaat van objecten met een kleine voorwerpafstand
Convergeren
Voorwerpafstand
Accomoderen
Bijziend
Divergeren
Beeldafstand

Slide 16 - Sleepvraag