wk 19: les 2+3 - 19 Kritisch lezen

Donderdag 11 mei - 1HA1
Vierde uur
  • 10 minuten stillezen
  • Huiswerk bespreken (blz. 78, opdr. 1 t/m 6)
  • Nepnieuws
  • Aan de slag!

Zesde uur
  • 10 minuten stillezen
  • Vervolg 19 Kritisch lezen (blz. 80)
  • Aan de slag!















timer
10:00
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Donderdag 11 mei - 1HA1
Vierde uur
  • 10 minuten stillezen
  • Huiswerk bespreken (blz. 78, opdr. 1 t/m 6)
  • Nepnieuws
  • Aan de slag!

Zesde uur
  • 10 minuten stillezen
  • Vervolg 19 Kritisch lezen (blz. 80)
  • Aan de slag!















timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leesstrategieën (H17, 18, 19)
1. Globaal lezen
2. Intensief lezen
3. Zoekend lezen
4. Lerend lezen
5. Kritisch lezen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betrouwbaarheid teksten
  • Deskundigheid auteur
  • Datum van publicatie
  • Objectiviteit
  • Taalgebruik
  • Feiten of meningen
  • Gebruik van bronnen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Bespreek het eerste deel van het filmpje (tot 9:20) met de klas. Dit video stopt vanzelf.

  • Herkomst van de term: het woord ‘nepnieuws’ (fake news) is opgekomen tijdens de Amerikaanse presidentsverkiezingen in 2016. Dat kwam doordat er toen groepen waren die bewust leugens gingen verspreiden om de verkiezingen te beïnvloeden.
  • Voorbeeld van toen: Hillary Clinton (presidentskandidaat tegenover Donald Trump) zou in de kelder van een pizzeria een pedofielennetwerk runnen.
  • Gelijksoortig voorbeeld: in oktober 2018 werd over een presidentskandidaat in Brazilië gezegd dat hij babyflesjes uitdeelde met spenen in de vorm van een penis, om baby’s homoseksueel te maken.
  • Misbruik van de term: steeds vaker gebruiken mensen, en ook politici, het woord ‘nepnieuws’ als een neutraal nieuwsbericht ze niet bevalt. Mensen zeggen bijvoorbeeld dat iets ‘nepnieuws’ is omdat ze het bijvoorbeeld ergens niet mee eens zijn of geen maatregelen willen treffen. Ze proberen feiten te ondergraven, zodat de burgers niet meer weten wie of wat ze moeten geloven. Dat is uiteindelijk schadelijk voor de democratie, omdat mensen dan keuzes gaan maken op basis van onjuiste informatie.
Wat zijn de kenmerken van nepnieuws?

  • Het is niet waar.
  • Het heeft de vorm van een serieus nieuwsbericht (en staat vaak op een site die een exacte namaak is van een bekende nieuwssite).

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat zijn de gevaren van nepnieuws?

Slide 6 - Open vraag

Kennisoverdracht: wat zijn de gevaren van nepnieuws?

Laat leerlingen zelf bedenken wat de gevaren van nepnieuws zijn. Dit kunnen ze doen d.m.v. hun eigen device.

De kaartjes met antwoorden kunnen één voor één of allemaal in één keer worden omgedraaid. 

Achtergrondinformatie:
Als iets als een nieuwsbericht gebracht wordt, moet je erop kunnen vertrouwen dat de informatie klopt: dat de feiten juist zijn. Dat is een belangrijke regel in een democratie: echte journalisten hebben de plicht om ons te laten zien wat het ware verhaal is.

De makers van nepnieuws lappen die regel aan hun laars. Zij geven niet om feiten of om waarheid. Dáárom maken we ons druk over nepnieuws: we worden dan met opzet misleid, om de tuin geleid, of verleid om iets te geloven wat niet waar is. Daardoor neem je misschien andere beslissingen in het stemhokje, of je gaat een hekel krijgen aan bepaalde groepen mensen.

Zo kan er onrust in de maatschappij ontstaan. En er zijn mensen die die onrust nodig hebben om macht naar zich toe te trekken.



Hoe kun je nepnieuws herkennen?

Slide 7 - Woordweb

Kennisoverdracht: hoe kun je nepnieuws herkennen?

Vraag aan de leerlingen hoe zij nepnieuws kunnen herkennen. Dit mogen zoveel woorden zijn die bij hen te binnen schieten.

De leerlingen voeren de woorden via hun device in.

Na afloop kunnen de woorden worden omgedraaid en klassikaal worden besproken.

Achtergrondinformatie:
Veel nepnieuwsberichten zijn eigenlijk niet meer dan clickbait, bedoeld om reclame-inkomsten te genereren. Denk aan berichten over een nieuw virus, of een dodelijke spin die ontsnapt is, met vette koppen van het type: “Je raadt nooit wat er toen gebeurde ...”

Dit soort berichten is eenvoudig te herkennen: ze gaan vaak over iets wat nauwelijks te geloven is, iets engs, iets schandaligs, of iets wat heel vies is. Maar soms zie je níet meteen dat iets nepnieuws is.

In de video werden drie tips gegeven om nepnieuws te herkennen. Bespreek ze met de klas:
  • Zoek altijd meer bronnen. Kun je het nieuwsbericht op meer plaatsen terugvinden?
  • Controleer de betrouwbaarheid van de bronnen. Wie heeft het nieuws gemaakt, wat is de oorsprong van het bericht, ken je de site, is het van een bekende nieuwsorganisatie?
  • Check foto’s of video’s bij het bericht. Kun je de beelden bij het bericht ergens anders op internet terugvinden? Staan die dan ook bij hetzelfde bericht, of zijn ze veel ouder? Staat erbij wie de beelden gemaakt heeft?
Hulpmiddelen om nepnieuws te ontmaskeren 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Activiteit: bekijk met de klas deel 2 van het filmpje Moeten we bang zijn voor nepnieuws? (vanaf 9:20). De video begint vanzelf bij 9:20

Bespreek het verschijnsel deepfake uit het filmpje.

Het woord ‘deepfake’ is een samentrekking van de Engelse woorden deep learning en fake. Het verwijst naar een techniek waarmee je bewegend beeld van mensen over elkaar heen kunt leggen met behulp van zelflerende software. Op internet zijn al veel voorbeeld te vinden met bekende mensen, waaronder het bekende filmpje van Obama.

Bespreek het verschijnsel deepfake aan de hand van de volgende vragen:
  • Moet deepfake wettelijk verboden worden? Of vind je dat de platforms die dit soort video’s vertonen er zelf iets aan moeten doen?
  • Met de huidige stand van de techniek kun je misschien (als je goed kijkt) nog wel zien dat zo’n deepfakevideo nep is. Maar stel dat de software veel beter wordt, dan kun je dat niet meer zien. Welke gevolgen zou dit kunnen hebben? Hoe zou je dit – als samenleving – kunnen voorkomen?
  • Laat de leerlingen zelf naar deepfakevideo’s zoeken. Dan zullen ze ontdekken dat deepfake ook gebruikt wordt voor onschuldig amusement, bijvoorbeeld in speelfilms en games. Je wilt niet dat wetgeving dit ook aan banden gaat leggen. Hoe zou dán een bruikbare wet eruit kunnen zien?
Voor meer informatie, zie de pagina over dit onderwerp op Mediawijsheid.nl.

Slide 10 - Tekstslide

Activiteit: surf naar De Speld om het verschil tussen nepnieuws en grappen te leren.

Laat de leerlingen zelf surfen naar Speld.nl en praat over de berichten aldaar. Kennen ze deze site? Wat zien ze hier? Je ziet meteen dat de site doet alsof het een nieuwssite is. Hoe kun je zien dat het geen echte, serieuze nieuwssite is?

Leg uit: een grap kun je geen nepnieuws (desinformatie) noemen, omdat hij niet bedoeld is als serieuze informatie (nieuws). De grappen van De Speld zijn een parodie op nieuwsberichten. Als een cabaretier iemand in gebaren en stem nadoet, heet dat ook een parodie: het gaat om iets of iemand nadoen, waarbij je
bepaalde eigenschappen sterk overdrijft.

Soms is het lastig om te zien dat iets een grap (parodie) is, bijvoorbeeld als de grap wel de vorm heeft van een nieuwsbericht. Denk ook maar aan een 1 aprilgrap. Er trappen dan ook nog steeds mensen in de
grappen van De Speld. De nieuwsberichten op De Speld hebben niet het doel om mensen te misleiden
(zoals desinformatie dat wel heeft), maar om ze te vermaken. Het is dus geen misleiding, maar amusement
(entertainment).

Vaak is het daarbij wel de bedoeling om mensen aan het denken te zetten. Net als bij cabaret: het is grappig, maar vaak wel met een boodschap. Wat de makers van De Speld doen, noemen we ook wel satire: met humor kritiek leveren op de samenleving of op mensen die macht hebben. Die kritiek is vaak wel serieus
bedoeld.

 Vinden jullie de berichten van De Speld leuk?
A
Ja
B
Nee
C
De meeste berichten niet
D
De meeste berichten wel

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Zijn jullie weleens ergens ingetrapt?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Lees blz. 80
Maak opdr. 7 t/m 11
Klaar? Moelijke woorden leren in Drillster (Via SOM, Leermiddelen, KERN)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies