hv1n 22/11

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom hv1n!

Telefoon in de telefoontas? Ga lekker zitten en pak je spullen.

Wat heb je nodig?

• leesboek
• je interview 
• pen
  

Spullen gepakt? 

Dan ga je in stilte lezen in je leesboek

Wat gaan we deze les doen?

- Eerste uur: 

• Voorbeelden van interviews bekijken
• Wat extra uitleg
• Elkaar feedback geven op het interview
  
  

- Tweede uur:

• Alaska lezen
  

1:13

Het interview

De eindopdracht: een interview met je held. De opdracht telt 2x mee. 

Je artikel voldoet aan de volgende eisen:

• Het bestaat uit minimaal 300 en maximaal 500 woorden
• Het bestaat uit een inleiding, middenstuk en slot
• Het heeft een passende titel

De inleverdatum voor de schrijfopdracht is vrijdag 25 november.

Aan de slag!

Wat? Je wisselt jouw interview uit met je buur. Aan de hand van het formulier geef je feedback. Wees kritisch!

Hoe? Noteer wat aangepast kan worden op het formulier of op het blad van je buur. Het mag ook op een los blad (maar zorg dat je dit niet kwijt raakt).

Hulp? Lees p. 286 van je boek. 

Tijd? 15 + 2 minuten. 

Uitkomst? Morgen gaan we tijdens de les aan de slag met je interview. Nu weet je wat je moet aanpassen, zodat je het vrijdag perfect kunt inleveren.

Klaar? Dan ga je lezen in je leesboek. 

We lezen:

Alaska

Je mag even je benen strekken, neem een slokje water.

Zorg dat je op tijd weer terug bent. 

Spreektaal?

Voorbeelden zijn: 'ehh', 'nou kijk...' of zinnen niet afmaken. 

Spreektaal zet je om in schrijftaal:

• Vat lange antwoorden samen.
• Maak korte zinnen die beginnen met een hoofdletter en eindigen met een leesteken. 
• Gebruik geen woorden die niks betekenen. Ook een uitroep ('hee daar zeg je wat!'), neem je niet over. 

Opmaak
Zorg ervoor dat je interview er mooi en overzichtelijk uitziet. 

• Gebruik een witregel tussen inleiding, middenstuk en slot én na de antwoorden in het middenstuk.
• Zorg ervoor dat de vragen er anders uitzien dan de antwoorden, maak ze bijvoorbeeld vet of cursief. 
• Plaats boven vragen die bij elkaar horen een tussenkopje.
• Plaats eventueel een foto van de geïnterviewde bij de tekst. 
• Noteer een passende titel.
  Bedenk er zelf een óf gebruik de woorden van de geïnterviewde.