Unit 2 Lesson 2 grammar Present Perfect

Welcome M3
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welcome M3

Slide 1 - Tekstslide

Today
Words
Present Perfect/Past Simple
Irregular vebrs

Slide 2 - Tekstslide

Words
See Magister.Me
Unit 2 Lesson 2
timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

Grammar
Present Perfect / Past Simple

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

           Present perfect
               
             have of has +
      voltooid deelwoord

Slide 7 - Tekstslide

       Voltooid deelwoord 
            
  
1
regelmatige werkwoorden
                       werkwoord + ed

onregelmatige werkwoorden
                        derde woord uit het rijtje
                         to fly - flew - flown
2

Slide 8 - Tekstslide

Vragen maken in de present perfect
zet have/has aan het begin van de zin
vb
  • he has eaten at a restaurant
  • he has not eaten at a restaurant?
Onkenningen maken in de present perfect
                         zet not achter have of has
                          
  • he has eaten at a restaurant
  • has he eaten at a restaurant?
vb

Slide 9 - Tekstslide

Present Perfect
Wordt gebruikt als iets in het verleden is gebeurd en nog niet is afgelopen
Wordt gebruikt voor ervaringen, iets wat je altijd al heb willen doen of iets wat je nog nooit hebt gedaan

Slide 10 - Tekstslide

FYNE JAS
signaalwoorden :
(als deze woorden in de zin staan moet je meestal de present perfect gebruiken)

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Uitzondering
het is wel al afgelopen maar je gebruikt toch 
de present perfect

Het is  afgelopen maar het resultaat is belangrijker dan wanneer het is gebeurd.


I have lost my keys.
Je bent niet meer bezig je sleutels te verliezen maar het resultaat (bv. je kunt je huis niet in) is belangrijker dan wanneer het is gebeurd.

Slide 13 - Tekstslide

past simple
nee
present perfect
(have/has volt dw)
ja
staat er in de zin
wanneer het is gebeurd?
ja
nee
present perfect
(have/has volt dw)
  • ww + ed 
  • 2e vorm onr

ja
no
No
ja
Is het al afgelopen?

Slide 14 - Tekstslide

past simple
Present perfect
since
just
recently
already
ever
not yet
so far
lately
a day ago
in 2019
the other day
last week
yesterday
When I was a child
up till now

Slide 15 - Sleepvraag

have / has + voltooid deelwoord is:
A
past perfect
B
present continuous
C
present perfect
D
past continuous

Slide 16 - Quizvraag

We have known each other for three years now.
A
Past Simple
B
Present Perfect

Slide 17 - Quizvraag

We worked 5 hours yesterday.
A
past simple
B
present perfect

Slide 18 - Quizvraag

bij welke tijd hoort het signaalwoord:
since
A
present simple
B
past simple
C
present continuous
D
present perfect

Slide 19 - Quizvraag

Welke woorden zijn signaalwoorden voor de Present Perfect?
A
never / ever / for / since
B
was / were / been
C
however / although / always
D
when / how / always

Slide 20 - Quizvraag

Present perfect:
She .... (be)
A
She was
B
She has been

Slide 21 - Quizvraag

I  .................  him a present on his birthday (to give)
I  ....................  him a present on his birthday yesterday (to give)
I ..................   in London in 2016 ( to live)
I ......................in London since 2016 (to live)
have given
have lived
gave
lived
have gave
has lived

Slide 22 - Sleepvraag

He  .................  home last night ( to come)
he  ....................  home and unpacked. ( to come)
we .................    to France last summer  ( to go)
We ......................to France by plane (to go)
have come
have went
came
went
has come
have gone

Slide 23 - Sleepvraag

I  .................    my passport (to lose)
she   ...................  the book during her trip (to read)
he  .................        to Paris last week (to fly)
Peter ....................  told a joke and made them laugh. (to tell)
have lost
has flown
told
flew
has read
read
has told
lost

Slide 24 - Sleepvraag

...... yesterday?
A
Did your cat die
B
Has your cat died

Slide 25 - Quizvraag

Where is John? I ..... him yet.
(not see)

Slide 26 - Open vraag

Present Perfect or Past Simple?
"I ... (never, to visit) Africa before."

Slide 27 - Open vraag

Past Simple or Present perfect:
Peter ____ (play) football yesterday

Slide 28 - Open vraag

Present perfect or past simple?
Roald Dahl .......... (not, write) many sad stories.

Slide 29 - Open vraag

Let's practise!
Unit 2 Lesson 2 ex. 5+6+7

Homework:
Unit 2 Lesson 2 ex. 2+9
timer
1:00

Slide 30 - Tekstslide