H1.2 - Fasen en faseovergangen

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Fase en fase overgangen

Slide 2 - Tekstslide

- Je kunt de vier belangrijkste kenmerken van het deeltjesmodel noemen.
- Je kunt de toestandsaanduidingen (fasen) met hun betekenis beschrijven.
- Je kunt de zes faseovergangen benoemen.
- Je kunt uitleggen welke invloed verandering van temperatuur heeft op de snelheid en onderlinge aantrekkingskracht van moleculen.
- Je kunt uitleggen waarom veranderingen in de snelheid van moleculen en hun onderlinge aantrekkingskracht een faseovergang tot gevolg kunnen hebben.

Slide 3 - Tekstslide

De belangrijkste kenmerken van het deeltjesmodel

1. Elke stof is opgebouwd uit heel kleine deeltjes, moleculen genoemd.

Slide 4 - Tekstslide

De belangrijkste kenmerken van het deeltjesmodel

2. Elke stof bestaat uit zijn eigen soort moleculen. Suiker bestaat uit suikermoleculen. Water bestaat uit watermoleculen. Een watermolecuul zit anders in elkaar dan een suikermolecuul.

Slide 5 - Tekstslide

De belangrijkste kenmerken van het deeltjesmodel

3. Moleculen bewegen voortdurend.

Slide 6 - Tekstslide

De belangrijkste kenmerken van het deeltjesmodel

4. Als de temperatuur stijgt, gaan de moleculen sneller (heftiger) bewegen.

Slide 7 - Tekstslide

De belangrijkste kenmerken van het deeltjesmodel

5. Moleculen trekken elkaar aan.

Slide 8 - Tekstslide

Fase
Er zijn verschillende fases:

Vast (s)
Vloeibaar (l)
Gas (g)
Opgelost in water (aq)

Slide 9 - Tekstslide

3 Fasen
  • Vast
  • Vloeibaar
  • Gas

Slide 10 - Tekstslide

Fasen
Vast

  • Moleculen naast elkaar
  • Trillen
  • Trekken elkaar aan

Engels: Solid → (s)



Slide 11 - Tekstslide

Fasen
Vloeibaar:

  • Moleculen bewegen langs elkaar
  • Geen vaste plek
  • Mindere aantrekkingskracht
       Blijft nog wel bij elkaar
Engels: Liquid → (l)

Slide 12 - Tekstslide

Fasen
Gas:

  • Moleculen op grote afstand
  • Hoge temperatuur nodig
  • Bijna geen aantrekkingskracht

Engels: Gaseous → (g)

Slide 13 - Tekstslide

Faseveranderingen
  1. Condenseren
  2. Verdampen
  3. Stollen
  4. Smelten
  5. Sublimeren
  6. Rijpen

Slide 14 - Tekstslide

Fase overgangen

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

de fase-aanduiding voor "vloeibaar" is
A
(s)
B
(l)
C
(g)
D
(aq)

Slide 17 - Quizvraag

Water komt op aarde in verschillende fasen voor ! Hoeveel fasen zijn dit?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de fase van water bij kamertemperatuur
A
vast
B
vloeibaar
C
gas
D
kun je niet weten

Slide 19 - Quizvraag

Welke fase is hier getekend?
A
gas
B
vloeistof
C
vast

Slide 20 - Quizvraag

Faseveranderingen 1 en 4 zijn
A
verdampen en stollen
B
condenseren en vervluchtigen
C
stollen en sublimeren
D
condenseren en stollen

Slide 21 - Quizvraag

Faseveranderingen 3 en 6 zijn
A
stollen en rijpen
B
smelten en (vervluchtigen) sublimeren
C
rijpen en verdampen
D
condenseren en stollen

Slide 22 - Quizvraag

Welke fase heeft regen?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas

Slide 23 - Quizvraag

Hoe heet de fasenovergang van vast naar gas?
A
smelten
B
stollen
C
rijpen
D
sublimeren

Slide 24 - Quizvraag

Een faseovergang is wanneer een stof van de ene fase naar de andere fase gaat dmv afkoelen of verwarmen
A
Juist
B
Onjuist
C
geen idee

Slide 25 - Quizvraag

Huiswerk voor volgende les
Lezen tekst H1.2
Maken H1.2 - vraag 1 tm 13

Nakijken H1.1

Slide 26 - Tekstslide