Havo H07 Beleggen - Les 1

Havo H7 Beleggen - Les 1
7.1   Spaarvormen
7.2  Effectenbeurs
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Havo H7 Beleggen - Les 1
7.1   Spaarvormen
7.2  Effectenbeurs

Slide 1 - Tekstslide

Even herhalen....

Slide 2 - Tekstslide

Arnold wil graag over 10 jaar op Wereldreis. Deze reis zal hem naar schatting € 15.000,- gaan kosten. De rente is 2%. Hoeveel moet hij nu op de bank zetten om de reis te kunnen maken?

Slide 3 - Open vraag

Een 7,5% lening van € 40.000,- heeft een looptijd van 5 jaar. De interest wordt aan het einde van elk jaar betaald. Bereken het bedrag dat aan het eind van het 2e jaar wordt betaald, als de lening aan het eind van de looptijd ineens wordt afgelost.
A
€ 3.000,-
B
€ 8.000,-
C
€ 10.400,-
D
€ 2.400,-

Slide 4 - Quizvraag

Een 7,5% lening van € 40.000,- heeft een looptijd van 5 jaar. De interest wordt aan het einde van elk jaar betaald. Bereken het bedrag dat aan het eind van het 2e jaar wordt betaald, als de lening lineair wordt afgelost. De betalingen van de aflossing vinden plaats aan het einde van het jaar.
A
€ 3.000,-
B
€ 8.000,-
C
€ 2.400,-
D
€ 10.400,-

Slide 5 - Quizvraag

Aan het einde van de les
  • Kun je het verschil tussen vrijwillig en verplicht sparen beschrijven
  • Kun je de voor- en nadelen van vrijwillig en verplicht sparen uitleggen
  • Kun je het verschil tussen vrij opneembare en niet-vrij opneembare spaarvormen beschrijven
  • Kun je de voor- en nadelen van vrij opneembare en niet-vrij opneembare spaarvormen uitleggen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

'gewoon' sparen
'gewoon' sparen is geld dat je op je bankrekening zet. 
Deze vorm van sparen is niet risicovol

Slide 8 - Tekstslide

Vrijwillig en verplicht sparen gaat vaak over sparen
voor de pensioenvoorziening.
Waaruit kan het inkomen van een gepensioneerde
bestaan?
timer
1:00

Slide 9 - Open vraag

Vrijwillig en verplicht sparen
Pensioensopbouw:

  • AOW
  • Aanvullend bedrijfspensioen
  • Eigen pensioenopbouw                  +
       Inkomen nadat je met pensioen bent gegaan

Slide 10 - Tekstslide

Wat betekent AOW en wanneer
heb je er recht op?
timer
1:00

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Video

AOW: Algemene Ouderdomswet
  • De AOW is een maandelijks basisinkomen voor iedereen die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt. 
  • Dit inkomen loopt door tot je overlijden.

Slide 13 - Tekstslide

Hoe wordt de AOW gefinancierd?
  • AOW is geen spaarvorm maar een sociale verzekering

  • Alle werkenden betalen premies (want verzekering)
  • Hiermee worden alle AOW-gerechtigden mee betaald

  • Dit noemen we het omslagstelsel

Slide 14 - Tekstslide

Bedrijfspensioen
Werknemer en werkgever leggen allebei maandelijks een bedrag in als pensioenpremie zodat de werknemer t.z.t. een pensioen uit het fonds ontvangt.

Slide 15 - Tekstslide

Voordelen bedrijfspensioen
  • De werkgever legt een deel in en betaalt dus mee
  • Je betaalt geen inkomstenbelasting over pensioenpremie (wel als het wordt uitgekeerd)
  • Je spaart automatisch en hoeft hier dus niet aan te denken

Slide 16 - Tekstslide

Nadelen bedrijfspensioen
  • De inleg (pensioenpremie) is een groot deel van je inkomen en kun je niet zelf bepalen
  • Je kunt niet zelf kiezen voor een pensioenfonds (hangt af van je werkgever)
  • Je weet niet wat het rendement wordt

Slide 17 - Tekstslide

Vrijwillig en verplicht sparen
Pensioensopbouw:

  • AOW
  • Aanvullend bedrijfspensioen
  • Eigen pensioenopbouw                  +
       Inkomen nadat je met pensioen bent gegaan

Slide 18 - Tekstslide

Voordelen vrijwillig sparen
  • Als het financieel minder gaat, kun je minder inleggen
  • Je kunt zelf kiezen hoe je, je pensioen opbouwt 

Keuze zonder fiscaal voordeel: "gewoon sparen" of met fiscaal voordeel met een lijfrenteverzekering of banksparen

Slide 19 - Tekstslide

Nadelen vrijwillig sparen
  • Het is de vraag of je gaat sparen
  • De kosten zijn relatief hoog (spaarrente is lager dan de inflatie)

Slide 20 - Tekstslide

Vrijwillig sparen: rekening of deposito

Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag
Maken opgave 7.1 en 7.2 

Slide 22 - Tekstslide

beleggen

Slide 23 - Woordweb

Effectenbeurs 
Effecten: waardepapieren die kunnen worden gekocht en verkocht. Bijv.aandelen, obligaties, opties

Bank (vergunninghouders van de AFM) voert de aan- en verkooptransacties uit en de belegger betaalt hiervoor provisie.

Slide 24 - Tekstslide

Limietorder: opdracht voor verkoop tegen een minimale prijs of opdracht voor aankoop tegen een maximale prijs.

Marketorder (bestensorder): opdracht wordt zeker uitgevoerd maar zonder prijslimiet

AEX-index: graadmeter van de Ned. effectenmarkt. Dit is een gewogen gemiddelde van de 25 meest verhandelde fondsen in NL

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag
Maken opgave 7.1 en 7.2 en opgave 7.3 en 7.4

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video