klokkijken
"Wieviel Uhr ist es nur?"
Hoe vertaal je deze Duitse zin?
Hoe vertaal je deze Duitse zin?
A
Hoe vaak is dat nou?
B
Welke klok is dat nou?
C
Hoe laat is het nou?
D
Welk uur is dat nou?
1 / 18
Onderdelen in deze les
"Wieviel Uhr ist es nur?"
Hoe vertaal je deze Duitse zin?
Hoe vertaal je deze Duitse zin?
A
Hoe vaak is dat nou?
B
Welke klok is dat nou?
C
Hoe laat is het nou?
D
Welk uur is dat nou?
Slide 1 - Quizvraag
Was bedeutet "die Uhr"?
A
de klok
B
de afdeling
C
het cadeau
D
het horloge
Slide 2 - Quizvraag
Kun jij al klokkijken in het Duits?
Slide 3 - Woordweb
Wanneer gebruik je "Uhr"?
A
bij alles
B
als het om "hoelang"gaat
C
Uhr betekent geen uur
D
bij een kloktijd
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Link
Slide 6 - Video
drei Uhr
A
drie uur
B
kwart voor vier
C
kwart voor drie
D
half drie
Slide 7 - Quizvraag
17:45 Uhr
A
Viertel vor sechs
B
sechs Uhr fünfundvierzig
C
Viertel nach fünf
D
Kwartel vor sechs
Slide 8 - Quizvraag
16:00
A
Es ist vier Uhr.
B
Es ist Viertel Uhr.
C
Es ist sechs Uhr.
D
Es ist Viertel nach vier.
Slide 9 - Quizvraag
Est ist Viertel nach drei.
A
15:00
B
15:15
C
15:45
D
14:00
Slide 10 - Quizvraag
Es ist zwanzig vor fünf.
A
17:20
B
05:20
C
16:40
D
04:40
Slide 11 - Quizvraag
das Viertel
Es ist zwölf Uhr
die Zeit
het kwartier
Het is twaalf uur
de tijd
Slide 12 - Sleepvraag
Ich habe ... 8.30 Uhr ... 17 Uhr gearbeitet.
A
bis - von
B
von - bis
C
um - bis
D
am - um
Slide 13 - Quizvraag
... sieben Uhr
A
um
B
am
C
im
D
von...bis
Slide 14 - Quizvraag
Het is vijf over acht.
A
Es ist acht Uhr fünf.
B
Es ist fünf nach acht.
C
Es ist fünf vor acht.
D
Es ist acht Uhr fünfzehn.
Slide 15 - Quizvraag
Ich schlafe ... 22 Uhr ... 7 Uhr.
A
im
B
am
C
um
D
von...bis
Slide 16 - Quizvraag
Welche Zeit passt zu dem Tageszeit?
Der Morgen
Der Vormittag
Der Nachmittag
Der Abend
Die Nacht
Von 6 bis 12 Uhr
Von 12 bist 14 Uhr
Von 14 bis 18 Uhr
Von 18 bis 24 Uhr
Von 24 bis 6 Uhr
Slide 17 - Sleepvraag
Kijk op de klok. Hoe laat is het nu? Schrijf het op in het Duits.
