Begeleider en lesgever deel 1 leereenheid 3

Leereenheid 3 
Groepdynamica
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
B&LMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Leereenheid 3 
Groepdynamica

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een groep?
Een groep is een verzameling van 2 of meer mensen die elkaar op een bepaalde manier beïnvloeden en die bepaalde gemeenschappelijke kenmerken hebben.

Kenmerken van een groep:
  1. Een gemeenschappelijk doel
  2. Een bepaalde structuur
  3. Een bepaalde cultuur

Slide 2 - Tekstslide

Elke groep heeft een gemeenschappelijk doel. Groepsdoelen kunnen we onderverdelen in drie categoriën. 
Taakdoelen
Relatiedoelen
Sfeerdoelen
Het resultaat dat je als groep wilt behalen
Onderlinge contacten en relaties
De sfeer en steming in een groep

Slide 3 - Sleepvraag

De groepsstructuur
Elke groep kent een bepaalde structuur. Structuur betekend samenhangend geheel van delen.

We hebben het over de volgende aspecten van een groep:
  • De samenstelling
  • De organisatie
  • De relaties en onderlinge samenhang
  • De rollen en rolverdeling 

Slide 4 - Tekstslide

Als we spreken over het aspect de samenstelling dan hebben we het over:
A
De grootte van de groep
B
Formele of informele structuur
C
Het contact tussen de groepsleden
D
Groepsleden vervullen verschillende rollen

Slide 5 - Quizvraag

Als we spreken over het aspect de organisatie dan hebben we het over:
A
Verhouding mannen of vrouwen
B
Formele of informele structuur
C
Het contact tussen de groepsleden
D
Groepsleden vervullen verschillende rollen

Slide 6 - Quizvraag

Als we spreken over het aspect de relaties en onderlinge samenhang dan hebben we het over:
A
Verhouding mannen of vrouwen
B
Formele of informele structuur
C
De relaties binnen een groep
D
Groepsleden vervullen verschillende rollen

Slide 7 - Quizvraag

Waarvan is dit plaatje een voorbeeld?
A
Organisatie structuur
B
Soorten groepen
C
Behoefte en interesse
D
Sociogram

Slide 8 - Quizvraag

Indeling groepen
Groepen kun je indelen op grond van verschillende kenmerken of criteria. De volgende indelingen zijn mogelijk:

  • Mate van openheid van een groep
  • De status van een groep
  • De tijd dat een groep bestaat
  • De grootte van een groep

Slide 9 - Tekstslide

Als een groep gemakkelijk toegankelijk is voor buitenstanders, dan hebben we het over;
A
De status van een groep
B
De tijd dat een groep bestaat
C
De grootte van een groep
D
De mate van openheid van een groep

Slide 10 - Quizvraag

De grootte van een groep
De groepsgrootte zegt meestal iets over de intensiteit waarmee de leden met elkaar te maken hebben. Op grond van de groepsgrootte en de intensiteit zijn groepen als volgt onder te verdelen:
  1. De primaire groep
  2. De secundaire groep
  3. Het collectief
  4. De massa

Slide 11 - Tekstslide

Sleep de kenmerken hebben de juiste plek;
Kleine groep, groepsleden zien elkaar vaak.
Persoonlijke relatie staat niet voorop, maar het doel dat leden hebben
Mensen hebben nauwelijks contact maar wel iets gemeenschappelijks
Grote groepen mensen die min of meer toevallig bij elkaar zijn

Slide 12 - Sleepvraag

Het groepsproces
Het proces dat zich binnen een groep afspeeld, wordt het groepsproces genoemd. In het groepsproces zijn de volgende fasen te onderscheiden: 

  1. Oriëntatie
  2. Opstand
  3. Eenheid
  4. Samenwerking
  5. Beëindiging

Slide 13 - Tekstslide

Welke kenmerken horen er bij de oriëntatiefase van de groep?
A
Irritatie, spanning, macht
B
Conflict, impasse
C
onzekerheid, aftasten
D
Prestatie en stabilisatie

Slide 14 - Quizvraag

Welke kenmerken horen er bij de opstandfase van de groep?
A
Irritatie, spanning, macht
B
Conflict, impasse, irritatie, spanning
C
Overeenstemming
D
Prestatie en stabilisatie

Slide 15 - Quizvraag

Welke kenmerken horen er bij de eenheid van de groep?
A
Irritatie, spanning, macht
B
Conflict, impasse, irritatie, spanning
C
Overeenstemming, prestatie en stabilisatie
D
Zelfstandigheid en onafhankelijk

Slide 16 - Quizvraag

Welke kenmerken horen er bij de samenwerking van de groep?
A
Irritatie, spanning, macht
B
Conflict, impasse, irritatie, spanning
C
Overeenstemming, prestatie en stabilisatie
D
Zelfstandigheid en onafhankelijk

Slide 17 - Quizvraag

Waarden en normen
Waarden geven aan hoe jij de wereld om je heen waardeert en ook wat je niet waardeert. Waarden zijn opvattingen over goed en slecht.

Normen kunnen dus voorkomen uit waarden. Normen en waarden kunnen per groep verschillend zijn. 

Slide 18 - Tekstslide

Waarde of norm?
Het begroeten en afsluiten bij judo
A
Groepsnormen
B
Groepswaarden

Slide 19 - Quizvraag

Waarde of norm?
Tijdens de training vind ik het belangrijk om er verzorgt uit te zien
A
Normen
B
Waarden

Slide 20 - Quizvraag

Groepsnormen
Groepsnormen kun je opdelen in geschreven en ongeschreven  groepsregels. 

  • Geschreven regels: Regels die in het reglement staan over het gedrag van mensen
  • Ongeschreven regels: De verwachtingen die mensen van elkaar hebben in een groep 

Slide 21 - Tekstslide

Geschreven regels
Ongeschreven regels
Pet achterste voren dragen omdat de groep dit "cool" vindt
Judo pak aan tijdens wedstrijden
Tegenstander recht op helpen na een overtreding
Optijd komen in de les

Slide 22 - Sleepvraag

Met identificatie bedoelen we?
A
Je gevoelens, ideeën en gedragingen van anderen tot die van jezelf maken
B
Afstemmen op wat de groep gebruikelijk vindt en aanvaard.

Slide 23 - Quizvraag

Aanpassing groepsnormen
In elke groep zie je dat leden zich aanpassen aan de geldende regels. Hier hebben zij een aantal redenen voor. De belangrijkste oorzaken voor aanpassing zijn:

  1. Angst voor sancties
  2. Het gevolg van identificatie
  3. Gevolg van socialisatie
  4. Groepsdoel willen bereiken

Slide 24 - Tekstslide



Disfunctionele rollen
zijn rollen die ingaan tegen het groepsbelang. Ze kunnen negatief werken op het groepsresultaat of op de onderlinge verhoudingen en de sfeer. 

Deze rollen werken dus tegen de groep. functionele rollen


Voorbeelden disfunctionele rollen:
  1. Vijandig gedrag
  2. Blokkeren 
  3. De clown uithangen
  4. Aandacht trekken,
  5. Demonstratief terugtrekken
  6. Met stokpaardjes komen

Slide 25 - Tekstslide

'Altijd met een excuus komen' is een voorbeeld van:
A
Blokkeren
B
De clown uithangen
C
Aandacht trekken
D
Met stokpaardjes komen

Slide 26 - Quizvraag

bLesbrief leereenheid 3

Ga nu naar teams en maak de lesbrief leereenheid 3. Maak gebruik van je boek tijdens het maken van de lesbrief! 

Mocht je nog vragen hebben dan hoor ik het graag.

Slide 27 - Tekstslide