1: Lucht komt binnen door neus en mond.
2: Licht komt in de luchtpijp, het spitst zich per long.
3: Longen vullen zich met lucht, als een ballon.
4: Longen halen zuurstof uit de lucht. Koolzuurgas blijft over.
Dit adem je uit.
5:Je ademt koolzuurgas (koolstofdioxide) uit via je neus/mond