Wet- en regelgeving bij onvoorziene- en crisissituaties in de zorg

• Verzorgende
• MBO
• Studiejaar 2

Wet- en regelgeving 

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je uitleggen welke wet- en regelgeving van toepassing is bij onvoorziene- en crisissituaties in de zorg.

Bespreek kort de leerdoelen van de les en licht toe wat de studenten aan het einde van de les zullen kunnen begrijpen en uitleggen.

Wat weet jij al over de wet- en regelgeving bij onvoorziene- en crisissituaties in de zorg?

Wet- en regelgeving

• Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO)
  
  
• de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) 
  
  
• Wet zorg en dwang (WZD)
  
  
• Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (WVGGZ)

Leg kort uit welke wet- en regelgeving van toepassing is bij onvoorziene- en crisissituaties in de zorg.

WGBO

De WGBO regelt de relatie tussen patiënt en zorgverlener.

Bij onvoorziene- en crisissituaties kan het nodig zijn om af te wijken van de normale procedures, maar dit moet wel zorgvuldig gebeuren.

Leg uit wat de WGBO is en benadruk dat er bij onvoorziene- en crisissituaties nog steeds zorgvuldig gehandeld moet worden.

Wkkgz

De Wkkgz regelt de kwaliteit van zorg en de afhandeling van klachten en geschillen.

Bij onvoorziene- en crisissituaties moet er snel en adequaat gehandeld worden, maar ook dan moet de kwaliteit van zorg gewaarborgd blijven.

Leg uit wat de Wkkgz is en benadruk dat ook tijdens onvoorziene- en crisissituaties de kwaliteit van zorg gewaarborgd moet blijven.

WZD

Deze wet regelt de rechten van mensen die te maken krijgen met onvrijwillige zorg of onvrijwillige opname.

Sinds januari 2020, is vervanging van de BOPZ.

Wvggz

De Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) regelt de rechten van mensen die te maken hebben met verplichte zorg vanwege een psychische aandoening.

Wanneer je als verzorgende bevoegd om voorbehouden handelingen zelfstandig uit te voeren?

Wanneer ben je bekwaam als verzorgende om voorbehouden handelingen zelfstandig uit te voeren?

Bekwaam

1. Je bezit de theoretische basiskennis over de handeling (via protocollen/richtlijnen).
   
2. Je bent bekend met de situatie waarin de handeling wordt uitgevoerd.
   
3. Je hebt inzicht in de te verwachten complicaties die zich kunnen voordoen tijdens de handeling.
   
4. Je kunt de te verwachten complicaties signaleren en herkennen.
   
5. Je hebt de betreffende handeling meerdere malen in de praktijk uitgevoerd.
   
6. Je bent in staat om de handeling op een verantwoorde manier uit te voeren.
   

Opdracht

Naam van de wet	Doel	Doelgroep
WGBO
Wkkgz
WZD
Wvggz

Casus meneer De Bie

Meneer De Bie is net terug uit het ziekenhuis na een heupoperatie en verblijft voor revalidatie in het verpleeghuis. Hij heeft paracetamol als pijnstiller voorgeschreven gekregen. Hoewel hij deze goed inneemt, klaagt hij nog steeds over hevige pijn. Hij heeft de afgelopen nacht niet geslapen en ook nu is hij erg onrustig. Sandra is gediplomeerd verzorgende IG. Ze deelt de medicijnen uit en ze zorgt voor de toediening. Het is al laat op de avond. Ze weet dat morfine wel vaker wordt gegeven bij mensen die hevige pijn hebben na een operatie. Morfine is op de

afdeling voorradig en het werkt snel. Sandra besluit meneer De Bie een injectie met morfine te geven onder de huid, zonder de arts om een recept te vragen. De morfine is immers toch al aanwezig en dan hoeft ze de arts niet lastig te vallen. Het injecteren van cliënten is voor Sandra

een koud kunstje. Ze doet het in bijna al haar diensten wel een keer. 

Welke voorbehouden handeling wordt besproken in de casus?

Is Sandra bevoegd om de handeling uit te voeren?

1. ja
2. nee

Is Sandra bekwaam om de handeling uit te voeren?

1. ja
2. nee

Mag Sandra deze handeling in deze situatie uitvoeren?

1. ja
2. nee

Opdracht

De WGBO beschrijft een aantal rechten en plichten van de zorgvrager. Zoek deze eens op. Er zijn in totaal 6 verschillende rechten en 2 verschillende plichten.
Bedenk voor een recht en een plicht van de zorgvrager een concreet voorbeeld, met betrekking tot een onvoorziene en/of crisissituatie.

Rechten 

- Recht op informatie 

- Toestemming behandeling 

- Inzage medische dossier

- Geheimhoudingsplicht 

- Recht op privacy

- Vertegenwoordiging bij niet zelf kunnen beslissen

Plichten

- Juiste informatie geven

- Meewerken met de zorgverlener

Schrijf 1 ding op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 1 ding op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.