1.3 Geboorte en sterfte

1.3
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

1.3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt de natuurlijke bevolkingsgroei berekenen met het geboortecijfer en het sterftecijfer.

Je kunt de relatie tussen de welvaart en de natuurlijke bevolkingsgroei van landen beschrijven.

Je kunt de bevolkingsontwikkeling van Nederland vanaf 1850 tot nu beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op welke dag van de week worden de meeste baby’s geboren?
Wanneer overlijden er meer mensen: doordeweeks of in het weekend?
Was dat altijd al zo?
Kun je hier verklaringen voor bedenken?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De wereldbevolking groeit met 65 miljoen mensen per jaar.
Tot 1850 ging de groei langzaam.
Er werden wel veel mensen geboren, maar er gingen ook veel mensen dood.
Sinds de industriële revolutie groeit de wereldbevolking snel.
De komende decennia blijft de wereldbevolking groeien, maar steeds minder snel.


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Natuurlijke bevolkingsgroei is de verandering van het aantal mensen in een gebied door geboorte en sterfte.
Om de natuurlijke bevolkingsgroei te berekenen heb je het geboortecijfer en het sterftecijfer nodig. Deze getallen worden per duizend (promille) weer gegeven!

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Natuurlijke bevolkingsgroei

Slide 6 - Tekstslide

https://nl.wikipedia.org/wiki/Bevolkingsgroei#/media/Bestand:Population_growth_rate_world_2007-de.svg
Bevolkingsgroei 
Natuurlijke bevolkings-groei
Geboorte
Sterfte
Natuurlijke bevolkingsgroei: geboortecijfer - sterftecijfer

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reminder: Natuurlijke bevolkingsgroei =
A
De verandering van het aantal inwoners in een gebied door geboorte en sterfte.
B
Verandering in het aantal mensen in een gebied door migratie.
C
Een gebied waar de bevolkingsdichtheid steeds hoger wordt.
D
Het aantal levendgeborenen per 1000 inwoners per jaar.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welvaart en natuurlijke bevolkingsgroei 
?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als de welvaart toeneemt, wordt het geboorteoverschot...?
A
groter
B
kleiner

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat leidt tot een daling van het geboortecijfer?
A
kinderen zijn nodig als oudedagsvoorziening
B
meer migratie
C
anticonceptie en familieplanning
D
meer onderwijs voor vrouwen

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat leidt tot een stijging van het geboortecijfer?
A
vergroening
B
hoger inkomen van het huishouden
C
scholing en opvoeding zijn duur
D
Betere anticonceptie

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep uit uitspraken over natuurlijke bevolkingsgroei naar de correcte fase van het demografisch transitiemodel.
Weinig tot geen groei
Weinig tot geen groei
Groei neemt af
Langzame afname
Bevolkingsexplosie

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Lezen, maken en nakijken t/m 1.3

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Economische migratie

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale migratie

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ecologische migratie

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Politieke migratie

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Redenen om te migreren
  • Economische migratie: Migratie met als doel het eigen inkomen te vergroten. Mensen die om economische redenen hun land verlaten zijn arbeidsmigranten.
  • Sociale migratie: Migratie met als doel weer bij je familie te zijn.
  • Ecologische migratie: Migratie met als doel te vluchten voor een natuurramp of andere natuurproblemen, bijvoorbeeld droogte.
  • Politieke migratie: Migratie met als doel te vluchten voor oorlog, geweld of vervolging.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies