Fase 2, les 1 BEKWAAM opbouw e-mail-brief, als/dan, verkleinwoorden

Fase 2
opbouw verslag, artikel, e-mail, brief, bericht

als | dan
verkleinwoorden
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Fase 2
opbouw verslag, artikel, e-mail, brief, bericht

als | dan
verkleinwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Maak alinea's
Zet er een witregel tussen. 

Niet alleen een enter. 

Slide 2 - Tekstslide

verslag en artikel
Titel
Inleiding
Kern
Kern
Kern
Afsluiting
Geschreven door: je naam

Geen aanhef, geen groet
Tussenkopjes niet noodzakelijk, maar wel wenselijk

Slide 3 - Tekstslide

e-mail 
Aanhef
Inleiding
Kern
Kern
Afsluiting
Groet
jouw naam

Slide 4 - Tekstslide

overzicht brief
Afzender 
Dagtekening 
Geadresseerde
Betreft:
Aanhef 
Inleiding
Kern
Kern
Kern
Afsluiting
Groet 
Jouw naam
Bijlage(n)

Slide 5 - Tekstslide

begin brief
Afzender (jij)
Dagtekening (Zwolle, 20 januari 2023)
Geadresseerde (aan wie schrijf je de brief?)
Betreft: (waar gaat het over?)

Slide 6 - Tekstslide

aanhef
Ken je iemand? Gebruik je/jij. 
Beste Jeroen, 

Ken je iemand niet? Gebruik u. 
Geachte heer, mevrouw, 

Heb je een specifieke naam? Geachte heer Van Vilsteren,

Slide 7 - Tekstslide

inhoud brief
Inleiding
Kern
Kern
Kern
Afsluiting

Maak duidelijke alinea's door witregels te plaatsen. 

Slide 8 - Tekstslide

afsluiting brief
Met vriendelijke groet, 

jouw naam 

Bijlagen: ...

Slide 9 - Tekstslide

bericht
Is het een bericht aan 1 persoon/instantie? -> e-mail of brief
Of is het een bericht in/op een (school)krant/website? -> artikel of verslag

Memo: kort oproepje

Slide 10 - Tekstslide

als - dan
als
  • zo, even, hetzelfde, dezelfde

dan
  • vergelijking: groter, langer, mooier, viezer, leuker enz.

Slide 11 - Tekstslide

Finland is een stuk groter ....... Nederland.
A
als
B
dan

Slide 12 - Quizvraag

We waren nauwelijks langer ...... tien minuten binnen!
A
als
B
dan

Slide 13 - Quizvraag

Suriname is toch vier keer zo groot ....... Nederland?
A
als
B
dan

Slide 14 - Quizvraag

Ach, meer ............ je best kan je niet doen.
A
als
B
dan

Slide 15 - Quizvraag

Is die salade vegetarisch? Dan bestel ik dezelfde ....... jij.
A
als
B
dan

Slide 16 - Quizvraag

Mijn cijfer voor gym was twee keer zo hoog ..... dat voor wiskunde.
A
als
B
dan

Slide 17 - Quizvraag

Barry wil veel liever met zijn handen werken ......... met zijn neus in de boeken zitten.
A
als
B
dan

Slide 18 - Quizvraag

verkleinwoorden
  • -je
sloofje, lachje, cognacje, knopje, taartje
  • -tje
stoeltje, tafeltje, computertje, gebouwtje
  • -pje
armpje, boompje, raampje

Slide 19 - Tekstslide

verkleinwoorden
  • -ng = nkje
ontsteking - ontstekinkje 
haring - harinkje
vertelling - vertellinkje
paling - palinkje

Let op: ring = ringetje 

Slide 20 - Tekstslide

verkleinwoorden
  • Bijzonder
sportcafé = sportcafeetje
cafetaria = cafetariaatje 
taxi = taxietje

filmster = filmsterretje
lam = lammetje 

Slide 21 - Tekstslide

verkleinwoorden
  • getallen = 'tje
F16 = F16'tje
mp3 = mp3'tje
  • y = 'tje
whisky = whisky'tje
guppy = guppy'tje
soms niet: trolley = trolleytje  | medley = medleytje

Slide 22 - Tekstslide

leuning

Slide 23 - Woordweb

kassabon

Slide 24 - Woordweb

biercafé

Slide 25 - Woordweb

kiwi

Slide 26 - Woordweb

liftboy

Slide 27 - Woordweb

klassenfoto

Slide 28 - Woordweb

whisky

Slide 29 - Woordweb

anekdote

Slide 30 - Woordweb

tv

Slide 31 - Woordweb

StartTaal
Taalverzorging | Spelling | Verkleinwoorden
opdracht 1, 2

Taalverzorging | Stijlkwesties | Als/dan
opdracht 1, 2

Slide 32 - Tekstslide

Oefenschrijfexamen
Situatie
Jij ergert je al je hele leven groen en geel aan het gegil van kleine kinderen. Nu heb je te horen gekregen dat de gemeente van het rustige buurtpleintje (nabij de Ten Katemarkt) een kinderspeelplaats wil maken. Ze willen klimtoestellen plaatsen en een schommel. Ook komt er een grote zandbak. Je ziet het al helemaal voor je. Dagelijks gillende kinderen, ouders die urenlang aan het roepen en schreeuwen zijn, en ’s avonds vieze honden die in die zandbak poepen.

Slide 33 - Tekstslide

Oefenschrijfexamen
  • Je besluit een brief te schrijven aan je buren om hen op te roepen voor een voorlichtingsavond.
  • Jullie zullen tijdens deze avond de plannen van de gemeente bespreken.
  • Je hoopt die avond genoeg argumenten te kunnen verzamelen om de gemeente ervan te overtuigen dat het een slecht idee is en dat de buurt erop tegen is.
  • In de brief aan je buren noem je zelf alvast drie argumenten waarom je het geen goed idee vindt.
  • Verder noem je natuurlijk de datum, het tijdstip en de locatie waar alles plaats gaat vinden.
  • Je sluit af met de hoop dat er veel mensen aanwezig zijn.

Slide 34 - Tekstslide

Adviezen brief
  • Maak niet al te ingewikkelde zinnen.
  • Gebruik woorden die je kent.
  • Kijk goed of alles uit de opdracht ook echt in jouw schrijfproduct staat. (Gebruik dezelfde woorden/zinnen, dan maak je ook geen fouten).
  • Denk niet eindeloos lang na, begin gewoon met schrijven en ga pas kritisch nakijken als je klaar bent.
  • Let op de opbouw voor een brief. 

Slide 35 - Tekstslide

Kritisch nakijken
  • Is het doel duidelijk en ontbreekt er inhoudelijk niets?
  • Heb je de komma’s op de juiste plek geplaatst?
  • Begint elke zin met een hoofdletter?
  • Is de werkwoordspelling correct?
  • Heb je woorden los geschreven die eigenlijk aan elkaar geschreven moeten worden?

Slide 36 - Tekstslide