Laatste toets Duits

Laatste toets Duits
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 18 min

Onderdelen in deze les

Laatste toets Duits

Slide 1 - Tekstslide

Tragt die richtige Verbform von haben und sein ein.
Ich ……..( heb) starke Bauchschmerzen
A
hat
B
habe
C
hatte
D
hattet

Slide 2 - Quizvraag

Tragt die richtige Verbform von haben und sein ein.
….( sein) ihr heute zu Hause?
A
sind
B
sein
C
wart
D
seid

Slide 3 - Quizvraag

Wir (haben)…….geschwommen und (sein)…….nach Hause gelaufen.
A
hat/sein
B
haben/ist
C
haben/sind
D
hast/sind

Slide 4 - Quizvraag

Hallo, wer ... du?

Slide 5 - Open vraag

Wann ... du Geburtstag?

Slide 6 - Open vraag

Meine Schwester ... am 23. Februar Geburtstag.

Slide 7 - Open vraag

Mein Vater und ich ... beide am 2. Januar Geburtstag.

Slide 8 - Open vraag

Meine Mutter ... am 4. Juli 1975 geboren.

Slide 9 - Open vraag

Wir ... dieses Jahr noch nicht im Urlaub gewesen.

Slide 10 - Open vraag

... ihr schon mal in Italien gewesen?

Slide 11 - Open vraag

... ihr dort auch Pizza gegessen?

Slide 12 - Open vraag

Ich ... noch nie Pizza in Italien gegessen!

Slide 13 - Open vraag

Herr Jansen, ... Sie letztes Jahr in Rom gewesen?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Die Frau (bringen) ihren Audi zur Werkstatt.

Slide 16 - Open vraag

Die Lampen (funktionieren) nicht mehr richtig.

Slide 17 - Open vraag

Der Mechaniker (fragen): "Wie kann ich Ihnen helfen?"

Slide 18 - Open vraag

Die Frau (sagen):

Slide 19 - Open vraag

"Bitte (reparieren) Sie die Lampen."

Slide 20 - Open vraag

"Kein Problem, das (machen) ich heute Nachmittag." sagte der Mechaniker.

Slide 21 - Open vraag

Die Frau und ihre Tocher (warten) in der Werkstatt.

Slide 22 - Open vraag

"Mama, warum (kaufen) du kein neues Auto?" fragt die Tocher.

Slide 23 - Open vraag

"So einfach (gehen) das nicht."

Slide 24 - Open vraag

"Ein neues Auto (kosten) viel Geld."

Slide 25 - Open vraag

Vertaal: jetzt

Slide 26 - Open vraag

Vertaal: alt

Slide 27 - Open vraag

Vertaal: oben

Slide 28 - Open vraag

Vertaal: mehrmals

Slide 29 - Open vraag

Vertaal: das Mädchen

Slide 30 - Open vraag