NN5 1KGT H4 Spelling - Persoonsvorm tt en voltooid deelwoord

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
  Lesdoel:
            1. herhalen spelling persoonsvorm tt
            2. spelling van het voltooid deelwoord
  



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar begin je met het
spellen van de persoonsvorm
in de tegenwoordige tijd?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hoe spel je de pv in de tegenwoordige tijd?
  1. Zoek het hele werkwoord.
  2. Haal -en eraf, want dan heb je de stam.
  3. Gebruik het werkwoord lopen als voorbeeld.
            Ik loop (=stam)         → stam
           Jij loopt / Loop jij?   → stam +t / stam
            Hij/zij/ het loopt      → stam+t
            Wij/jullie/zij lopen  → hele werkwoord                

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even oefenen
Log in met je mobiel en doe mee! Alleen je eigen naam gebruiken....

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

tt:
Hans (kleden) ...... zich aan.
A
kleedt
B
kleed
C
kleet

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

tt:
Hij (beantwoorden) ..... de vraag.
A
beantwoort
B
beantwoordt
C
beantwoord

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

tt
De inbreker (bekennen) zijn misdaad.
A
bekend
B
bekendt
C
bekent

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

tt
De Turkse minister (rijden) weg uit Rotterdam.
A
rijd
B
rijdt
C
rijt

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef eens een voorbeeld
van een voltooid deelwoord

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Voltooid deelwoord?
Wij hebben de toets goed geleerd.

  • Werkwoordsvorm (vervoeging)
  •  Er staat altijd een vorm van hebben, worden of zijn bij.
  •  Gebruik de verlengproef. Daarmee hoor je vaak wat de laatste letter moet zijn!
  • Twijfel tussen d of t?    Gebruik 't ex-kofschip 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe schrijf je het voltooid deelwoord?
Hij heeft haar (beschermen)
A
Beschermd
B
Beschermt

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Juiste spelling voltooid deelwoord.

De overvaller heeft alles snel (bekennen).
A
bekent
B
bekend

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe schrijf je het voltooid deelwoord?
Zij hebben (betalen).
A
betaalt
B
betaald

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Goed of fout?
Het is de tegenwoordige tijd.
Fout is natuurlijk: betaald. Dit moet zijn: betaalt.
(Hele werkwoord: betalen; de stam: betaal)

Bron: Advertentiekronkels. Met dank aan F. Bierling