Woordenschat synoniem en omschrijving

WOORDENSCHAT   H2.3
- je weet wat synoniem zijn
- je kunt synoniemen van onbekende woorden vinden

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

WOORDENSCHAT   H2.3
- je weet wat synoniem zijn
- je kunt synoniemen van onbekende woorden vinden

Slide 1 - Tekstslide

Hoe vind je de betekenis van moeilijke woorden in een tekst?

Slide 2 - Woordweb

SYNONIEMEN

Woorden die ongeveer hetzelfde betekenen, noem je synoniemen.


Soms staat er een synoniem van een onbekend woord in de tekst, je kunt de betekenis van het onbekend woord dan raden.

Slide 3 - Tekstslide

SYNONIEM - voorbeelden


zelfstandig - op zichzelf

chaos - puinhoop

neertellen - betalen

uitgave - editie

de expositie - de tentoonstelling

Slide 4 - Tekstslide

Een aantal oefenvragen:
Klaar?!

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een synoniem van:

begrijpen
A
aarzelen
B
gemakkelijk
C
snappen
D
taak

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een synoniem van:

blessure
A
taak
B
gemakkelijk
C
verwonding
D
aarzelen

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een synoniem van:

eenvoudig
A
taak
B
gemakkelijk
C
tamelijk
D
aarzelen

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een synoniem van:

twijfelen
A
taak
B
nuttigen
C
peinzen
D
aarzelen

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het synoniem van kwaad in de zin:
Tim kan erg kwaad worden, maar meestal blijft hij niet lang boos.
_______

Slide 10 - Open vraag

Wat is het synoniem van noteren in de zin:
Bij die opdracht moet je de uitkomst noteren en ook de berekening opschrijven.
________

Slide 11 - Open vraag

Wat is het synoniem van entree in de zin:
De entree is aan de voorkant, maar aan de achterkant is ook een ingang.
_________

Slide 12 - Open vraag

Wat is het synoniem van amper in de zin:
We hebben amper geluisterd, maar je kon Sjors dan ook nauwelijks verstaan.
_______

Slide 13 - Open vraag

OMSCHRIJVING

Een omschrijving is een woord of zijn woorden waarmee verteld wordt wat iets is.


Wanneer er in een tekst een omschrijving van een onbekend woord staat, kan de betekenis hieruit afgeleid worden.



Slide 14 - Tekstslide

OMSCHRIJVING - voorbeelden


journalist - iemand die informatie verzamelt en openbaar maakt op internet, tv of krant


actualiteit - alles wat op dit moment belangrijk is

Slide 15 - Tekstslide

Filmpje

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

OEFENING


In de volgende slides staan woorden.

Kies steeds het juiste synoniem.

Wanneer je een woord niet kent,

zoek je de betekenis op in je (online) woordenboek.

Slide 18 - Tekstslide

Kies het juiste synoniem voor

aanzien
A
gewoon
B
gebruikelijk
C
positie
D
bijstaan

Slide 19 - Quizvraag

Kies het juiste synoniem voor

bedreigend
A
gewoon
B
grimmig
C
tenslotte
D
bijstaan

Slide 20 - Quizvraag

Kies het juiste synoniem voor

ondersteunen
A
gewoon
B
uiteindelijk
C
tenslotte
D
bijstaan

Slide 21 - Quizvraag

Kies het juiste synoniem voor

gebruikelijk
A
gewoon
B
grimmig
C
religieus
D
tenslotte

Slide 22 - Quizvraag

Kies het juiste synoniem voor

godsdienstig
A
verslaggever
B
grimmig
C
religieus
D
tenslotte

Slide 23 - Quizvraag

Kies het juiste synoniem voor

journalist
A
verslaggever
B
nieuwslezer
C
religieus
D
tenslotte

Slide 24 - Quizvraag

Kies het juiste synoniem voor

verwonding
A
breuk
B
ongeluk
C
bloed
D
letsel

Slide 25 - Quizvraag

WOORDENSCHAT   H2.3
- je weet wat synoniem zijn
- je kunt synoniemen van onbekende woorden vinden

Slide 26 - Tekstslide

Wat wist je al?

Slide 27 - Open vraag

Is er iets wat je nog niet zo goed snapt?
Zo ja, schrijf dit op.

Slide 28 - Open vraag

Huiswerk:
in de les maken we opdracht 1 van H 2.3
H2.3:maak opdracht  2,3,4
en maak opdracht 6t/m 9 en 11
leer/ ofen woorden 1

Slide 29 - Tekstslide