3.1 Natuurlijke landschappen op aarde

3.1 Natuurlijke landschappen op aarde
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

3.1 Natuurlijke landschappen op aarde

Slide 1 - Tekstslide

Beeldfragmenten en vragen!
Het oog geeft aan dat er vragen bij een filmfragment worden gevraagd.
Vraag en antwoord!
Het vraagteken geeft antwoord op gestelde vragen uit de slides.
Interactieve kaarten en externe weblinks!
De punaise geeft aan dat er een link kan worden bekeken met daarin interactieve kaarten, statistiek of andere websites die relevant zijn voor het onderwerp van de slide.
Tips voor het maken van aantekeningen!
Rode woorden - begrippen die belangrijk zijn voor het SO
Blauwe woorden -begrippen en woorden zijn ter verduidelijking en belangrijk bij het beantwoorden van aardrijkskundige vragen

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen

• Ik kan verschillende landschappen van elkaar onderscheiden a.d.h.v. de negen geofactoren. 
• Ik kan landschappen binnen de context van het systeem aarde plaatsen en de ligging verklaren.

Slide 3 - Tekstslide

Vorming van landschappen?

  • Geosfeer
  • Hydrosfeer
  • Biosfeer
  • Atmosfeer

Vormen de basis

Slide 4 - Tekstslide

Geosfeer

Is..
Met de geosfeer(lithosfeer) wordt het deel van de aarde bedoeld dat wordt ingenomen door vast-gesteente materie, dat wil zeggen materie die afkomstig is of behoort tot de planeet Aarde.

Slide 5 - Tekstslide

Hydrosfeer
Waar zit al het water op aarde?
Hydrosfeer is..
De hydrosfeer (uit Oudgrieks: ὕδωρ húdōr = water, en σφαῖρα sphaira = bol) is binnen de fysische geografie het geheel van water op, onder en boven het oppervlak van een planeet. Dit omvat dus alle oceanen, zeeën, rivieren, (pak)ijs, sneeuw en grondwater.  De hydrosfeer wordt beschreven door de hydrologie.

Slide 6 - Tekstslide

Biosfeer
Is..
De biosfeer is het leefgebied van alle aardse organismen:
  • in de vaste aardbodem is de biosfeer met uitzondering van bacteriën enkele meters diep;
  • in de lucht is hij acht kilometer hoog tot waar er voldoende zuurstof is;
  • en in het water strekt hij zich uit tot op zeer grote diepten van soms 11 km (in diepzeetroggen).

Slide 7 - Tekstslide

Atmosfeer
Is..
De aardatmosfeer of dampkring is de atmosfeer of lucht om de aarde.

De atmosfeer is door de zwaartekracht aan de aarde gebonden en neemt ook deel aan de aardrotatie. De atmosfeer is van essentieel belang voor het leven op aarde; zonder atmosfeer zou het leven op aarde niet mogelijk zijn. De atmosfeer tempert het zonlicht en beschermt tegen schadelijke straling zoals ultraviolette straling. In de atmosfeer speelt zich ook het weer af dat met de zeestromen de energiebalans van de aarde in stand houdt.

Slide 8 - Tekstslide

Geofactoren
Geosfeer
(Asthenosfeer)
Hydrosfeer
Biosfeer
Atmosfeer
Gesteente en reliëf (substraat)
Water
Flora en Fauna
Weer en klimaat
Ondergrond en bodem(soorten) spelen hier een belangrijke rol.
Is bepalend voor de biosfeer
Is afhankelijk van bodem en klimaat
Model van geofactoren

Slide 9 - Tekstslide

Bodem


Lagen heeten 'horizonten'
Voedingstof rijke laag bevat veel 'humus'

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Landschapszones

Slide 12 - Tekstslide

1. Tropisch regenwoud
  • Tussen keerkringen en evenaar
  • Temp. nooit onder de 18 graden
  • Bodem (rood-latosol) niet vruchtbaar door hoeveelheid neerslag en uitspoeling

Slide 13 - Tekstslide

2. Sub-tropisch
  • min. 8 maanden p.j 10 graden of hoger
  • Bodem rood-geel
  • sub-tropisch zeeklimaat en Middelandse Zeeklimaat
  • savanne

Slide 14 - Tekstslide

3. Gematigde zone
  • temp. onder invloed van zee, gematigde winter en zomer of grote verschillen tussen winter en zomer
  • loofbossen (g)
  • combinatie loofbossen en naaldbossen (v)
  • Temp. warmer dan 10 graden min. 3 m

Slide 15 - Tekstslide

4. Boreale zone
  • enkele maanden warmer dan 10 graden
  • Bodem = Podzol = grijs
  • naaldbossen
  • taiga 

Slide 16 - Tekstslide

5. Polaire zone
  • Temp nooit boven 10 graden
  • -45
  • neerslag = sneeuw
  • gematigd = toendra
  • bodem = permafrost weinig horizonten

Slide 17 - Tekstslide

6. (Semi)aride zone
  • temp. grote rol
  • liggen door zones 1, 2 en 3 heen
  • neerslag, aflandige wind, loef/lijzijde, afstand tot zee
  • Steppen of woestijnen

Slide 18 - Tekstslide




Aan de slag
Maak 2,3 en 6 van §3.1

Slide 19 - Tekstslide

Tekst
Tekst
plaats in elk vak een oranje ls zone en een groene plantengroei
steppe
(semi)aride ls zone
regenwoud
 savanne
(semi)aride ls zone
subtrop. ls zone 
mediterraan
woestijn
tropische ls zone
tropische ls zone
loofwoud
gematigde ls zone
naaldwoud, taiga
boreale ls zone

ijs
polaire ls zone
 toendra
polaire ls zone

Slide 20 - Sleepvraag

gematigde zones
polaire zone
boreale
zone
subtropische zone
dichtbevolkt
alleen Noordelijk halfrond
leerachtige bladeren
geen bomen

Slide 21 - Sleepvraag

Slide 22 - Tekstslide