klas 3 Middeleeuwen les 3 & 4: Karelromans

De ridderroman
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

De ridderroman

Slide 1 - Tekstslide

Ridderromans
Twee soorten: 
Karelromans
Hoofse romans of Arthurromans

Slide 2 - Tekstslide

Waarom is de geestelijkheid de hoogste stand en niet de adel?

Slide 3 - Open vraag

De middeleeuwse maatschappij was een standenmaatschappij. Welke drie standen waren er?

Slide 4 - Open vraag

Voordracht
Verhalen waren er niet om zelf te lezen, maar om  naar te luisteren!
  • Rondreizende troubadours vertelden 
  • of zongen de verhalen. 
  • Verhalen werden dus van
generatie op generatie mondeling
overgedragen.
  • Vaak uit het hoofd -> RIJM

Slide 5 - Tekstslide

Ridderromans
  • Ter vermaak (erg populair)
  • Ter lering (normen & waarden; morele lessen; hoe word je een goede ridder?)
  • Twee groepen: Karelromans en Arthurromans

Slide 6 - Tekstslide

Twee soorten ridderromans
  • Karelroman = voorhoofs
    Voorhoofs: nadruk op trouw aan de koning (en aan God!)

  • Arthurroman = hoofs
    Hoofs: nadruk op queestes en hoffelijkheid, rol van de vrouw is heel anders.
    -> queeste??? = zoektocht of onmogelijke opdracht

Slide 7 - Tekstslide

Karelroman
Arthurroman
Gaat over dappere ridders
God speelt een belangrijke rol.
Vrouwen spelen een belangrijke rol.
Gaat over ridders met zelfbeheersing

Slide 8 - Sleepvraag

Karelromans
Ook wel vóórhoofse romans genoemd.
- Spelen zich af rond Karel de Grote 
- ridderidealen zijn kracht en moed
- onderwerpen hebben te maken met oorlogen en feodale trouw
- vrouw speelt ondergeschikte rol

Slide 9 - Tekstslide

Deze meneer met de coole cape heet: 
Karel de Grote

Slide 10 - Tekstslide

Het Frankische rijk
Frankische
rijk: 

Karel hield van landjepik.
Karel de Grote
O.l.v. Karel de Grote ontstond een groot rijk na de val van het West-Romeinse rijk (3e / 4e eeuw n.Chr.)

Slide 11 - Tekstslide

Hoofse roman
- ridder is een ontwikkeld en verfijnd mens
- idealen zijn hulpvaardigheid, rechtvaardigheid en hoffelijkheid
- gevechten en oorlogen zijn niet meer de belangrijkste onderwerpen, maar opkomen voor verdrukten, het redden van jonkvrouwen en het opsporen van geheimzinnige voorwerpen
Arthurromans zijn hoofs!

Slide 12 - Tekstslide

Arthurroman
- Gaat over koning Arthur en zijn ridders van de ronde tafel
- Niemand weet of koning Arthur echt heeft bestaan!
- de ridders gaan bijna altijd op queeste

Slide 13 - Tekstslide

Karel ende Elegast

Slide 14 - Tekstslide

De volgende dingen waren dus in de middeleeuwen
belangrijk:

-Je gehoorzaamt aan je geloof (God bijv.).
-Je moet iets kunnen leren van verhalen. 
- Standensamenleving (altijd luisteren naar de hoogste stand). 

 

Slide 15 - Tekstslide

Karel ende Elegast
* trouw  aan de leenheer belangrijk
* God centraal; drie keer door engel geroepen.
Cijfer 3 is het cijfer van God.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Welke elementen van de Karelroman herken je in het filmpje?

Slide 18 - Open vraag

Dus: Karelromans...
- Spelen zich af rond Karel de Grote 
- Ridderverhalen over Karel zelf
- Onderwerpen hebben te maken met oorlogen en feodale trouw

Slide 19 - Tekstslide

Tot hier voor vandaag!
Volgende les verder met 
de Karelromans



Slide 20 - Tekstslide

Karelromans

Je ziet (op zwarte dia's in het filmpje) steeds een kijkervraag in beeld. Die vragen ga je na het afronden van deze LessonUp zelf ook beantwoorden. 
Het maken van deze LessonUp en beantwoorden van die vragen, is huiswerk als het niet in de les af komt. 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Hoe vaak verschijnt de engel aan Karel voordat hij uit stelen gaat?
A
1
B
3
C
2
D
4

Slide 23 - Quizvraag

Waarom moest de engel zijn boodschap aan Karel drie keer herhalen?
A
Karel was doof.
B
Karel sliep heel vast.
C
Drie was het getal van de duivel.
D
Drie was het getal van God.

Slide 24 - Quizvraag

Kijkvragen
Deze vragen zie je ook in Classroom: kijkvragen Karelromans
Kopieer het document en beantwoord deze vragen:
1) Wat versta jij onder loyaliteit?
2) Wanneer zou er een eind komen aan jouw loyaliteit
3) Denk jij dat je trouw kunt kopen?
4) Aan welke leider ben jij loyaal?
5) Wat is het verschil tussen loyaal zijn aan een persoon en aan een gedachtegoed?


Slide 25 - Tekstslide