Burgerschap Lesweek 5 , 23-27 september 2024 Democratie en politiek

Burgerschap
Politiek-juridische dimensie

Politiek en democratie

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Burgerschap
Politiek-juridische dimensie

Politiek en democratie

Slide 1 - Tekstslide

Politiek
Politiek in Nederland
Bestuursniveau's
Links en Rechts

Slide 2 - Tekstslide

Politiek in Nederland
Nederland is een Democratie. Welke staatsvormen bestaan er nog meer? 



Slide 3 - Tekstslide

Politiek in Nederland
Nederland is een Democratie. De bevolking bepaalt wie aan de macht komt. Hoe? Door verkiezingen.



Stem op de persoon die het best jouw mening kan verwoorden. Politici spreken dus namens de bevolking: Volksvertegenwoordigers.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Verschillende soorten politieke stromingen en partijen
Iedere volksvertegenwoordiger hoort bij een partij. Je kunt veel partijen van oudsher indelen in drie groepen politieke stromingen:

  • Sociaal-democraten (Links): vinden gelijkheid heel belangrijk. De overheid moet mensen helpen.
  • Liberalen (Rechts): vinden vrijheid belangrijk. De overheid moet zich zo min mogelijk bemoeien met mensen.
  • Christen-democraten/confessionele partijen: vinden het christelijk geloof en die waarden belangrijk.
  • Sinds ongeveer begin deze eeuw zijn er ook een aantal partijen opgekomen die niet gestoeld zijn op een politieke stroming met bijbehorende uitgangspunten. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

4 Bestuursniveaus
  • Onze regering bestuurt het hele land. Welke bestuursniveau's ken je nog meer? 

Slide 8 - Tekstslide

4 Bestuursniveaus
  • Gemeente
  • Provincie
  • Landelijk (Rijk)
  • Europees (Europese Unie)

Slide 9 - Tekstslide

De bestuurslagen - volksvertegenwoordiging
Europees - Europees Parlement
Landelijk- Tweede Kamer 
Provinciaal - Provinciale Staten 
Gemeentelijk - Gemeenteraad

Slide 10 - Tekstslide

Links staat vooral voor:
  • Gelijkwaardigheid
  • Eerlijker verdeling van geld en macht
  • Een grote(re) en sterke(re) overheid
  • Nadruk op samenleving
  • Het milieu
  • Solidair zijn: samenwerken en elkaar helpen
  • Actieve overheid

Slide 11 - Tekstslide

Rechts staat vooral voor:
  • Vrije verdeling van geld en macht
  • Weinig regels en weinig belasting
  • Kleine overheid, nadruk op veiligheid en orde
  • Nadruk op individu en het bedrijfsleven
  • Vrije economie
  • Persoonlijke vrijheid
  • Passieve overheid

Slide 12 - Tekstslide

Links of rechts?
"De Tweede Kamer moet (tijdelijk) buitenspel gezet worden om de asiel-/opvangproblematiek op te lossen via een noodwet"
A
Links
B
Rechts

Slide 13 - Quizvraag

Uitkeringen moeten zo laag mogelijk zijn zodat mensen eerder een beter betaalde baan zoeken
A
Links
B
Rechts

Slide 14 - Quizvraag

Mensen met een kleine portemonnee moeten meer zorgtoeslag krijgen dan rijke mensen.
A
Links
B
Rechts

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide