Omgangskunde les 2

les 5 februari
  • Herhalen lesstof week 1
  • Theorie Arbeidsovereenkomst
  • Opdracht 1 t/m5 en 7 t/m 11
  • Opdracht gezocht helpende zorg en welzijn
  • Begrippenlijst
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

les 5 februari
  • Herhalen lesstof week 1
  • Theorie Arbeidsovereenkomst
  • Opdracht 1 t/m5 en 7 t/m 11
  • Opdracht gezocht helpende zorg en welzijn
  • Begrippenlijst

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij omgangskunde leer je......
A
Hoe je met jezelf omgaat
B
Hoe je met anderen omgaat
C
Hoe je met jezelf en anderen omgaat

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Functie bestaat uit drie onderdelen
A
taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden
B
taken, bevoegdheden en veranderingen
C
funtie, taken en bevoegdheden

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Taken, bevoegdheden & verantwoordelijkheden
Taak: een taak is wat iemand doet of hoort te doen. Het concrete werk dat iemand verricht (werkzaamheden).
Bevoegdheid: een bevoegdheid is dat (taken) wat iemand zelfstandig mag doen.
Verantwoordelijkheid: een verantwoordelijkheid is wat iemand moet bereiken. Op welke taken je aangesproken kunt worden (als je het niet goed doet).

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is ADL?
A
Algemeen Dagelijkse Lichaamsverzorging
B
Algemeen Dagelijkse levensverrichtingen
C
Activiteiten Dagelijks Leven
D
Algemeen Dagelijkse Leefactiviteiten

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat HDL voor?
A
Hoofd duidelijkheid leefomgeving
B
Huishouden drogen levensmiddelen
C
Horen doen luisteren
D
Huishoudelijke dagelijkse levensverrichtingen

Slide 6 - Quizvraag

HDL (Huishoudelijke Dagelijkse Levensverrichtingen) zijn de handelingen die te maken hebben met het voeren van een huishouden. ADL (Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen) zijn de handelingen die mensen dagelijks in hun normale leven verrichten. Iemand die hulp nodig heeft bij HDL, is niet per definitie hulpbehoevend op het vlak van ADL. Andersom is dat vaak wel het geval.
Bij dit vak leer je over het doen van knutselwerkjes met kinderen en creatief zijn met ouderen
A
Ruimtes inrichten
B
Sociale en recreatieve activiteiten
C
Voeding
D
Persoonlijke zorg en ADL

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De arbeidsovereenkomst

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Arbeidsovereenkomst, na deze les: 
  • kun je omschrijven wat een arbeidsovereenkomst is.
  • kun je voorbeelden geven van primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden.
  • ken je de  begrippen: jaarcontract, onbepaalde tijd en opzegtermijn.
  • kun je drie redenen noemen om een werknemer op staande voet te ontslaan.
  • kun je een voorbeeld noemen van een regel die staat in de Arbeidstijdenwet.
  • kun je het begrip minimumjeugdloon omschrijven.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb je een (bij)baan?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Voor hoeveel uur?
A
0-4 uur per week
B
4-8 uur per week
C
8-12 uur per week
D
12-16 uur per week

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor soort werk?
A
Vakkenvullen/kassa bij supermarkt
B
Horeca (ook eten bezorgen)
C
iets anders
D
Verkoop in winkel

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke dingen staan er in een/ in jouw arbeidsovereenkomst (contract)?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Arbeidsovereenkomst
  • werknemer: iemand die voor een ander werkt
  • werkgever: heeft één of meer werknemers in dienst.

  • arbeidsovereenkomst: afspraken die gemaakt worden wanneer een  werknemer gaat werken bij een werkgever.
  • Deze afspraken staan in de arbeidsvoorwaarden.


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Arbeidsovereenkomst:
  • Wanneer ga je beginnen
  • Vaste/tijdelijk dienstverband
  • Welke CAO is geldig
  • Wanneer je werkt
  • Bruto salaris
  • Vakantiedagen
  • Opzegtermijn
  • Proeftijd
  • Overige afspraken tussen werkgever en werknemer

Vraag 19
Vraag 20
Rekenvraag 8 
(blz 133)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Arbeidsvoorwaarden I
  • primaire arbeidsvoorwaarden: afspraken over lonen en werktijden. 

  • secundaire arbeidsvoorwaarden: afspraken over bijvoorbeeld het aantal vakantiedagen, studiemogelijkheden en reiskosten.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke dingen staan er in een contract?
Arbeidsvoorwaarden
Primair                                                 Secundair
Hoogte van het loon                        Werkkleding
Aantal werkuur per periode         De werktijden
Vakantiegeld                                       Vakantiedagen
Toeslag overwerk                              Reiskostenvergoeding
Toeslag onregelmatigheid            Lease auto
                                                                   Scholingsmogelijkheden



Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Vast werk -> je hebt een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd
  • Tijdelijk werk -> je hebt een dienstverband voor een afgesproken periode
    bijvoorbeeld: uitzendbaan- 0-urencontract- oproepcontract
  • Tijdelijk of vast?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wetten

  • Arbo wet (arbeidsomstandigheden) regels voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden
  • Arbeidstijdenwet (regels voor werk- en rusttijden)
  • Algemene wet gelijke behandeling
    (regels tegen discriminatie)



Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

CAO

  • Collectieve Arbeidsovereenkomst
  • Een overeenkomst tussen werkgevers en werknemers over arbeidsvoorwaarden. 
  • Alle bedrijven die onder een CAO vallen, moeten zich houden aan de regels van de CAO
  • Werkgevers vertegenwoordigd door werkgeversorganisaties
  • Werknemers vertegenwoordigd door vakbonden

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontslag op staande voet
In sommige gevallen kan een werkgever een werknemer zonder opzegtermijn en zonder toestemming van het UWV ontslaan. Je spreekt dan van ontslag op staande voet.

Redenen voor een werkgever voor ontslag op staande voet zijn:
  • de werknemer weigert het opgedragen werk.
  • de werknemer steelt.
  • de werknemer komt te vaak te laat.

Ook een werknemer kan in sommige gevallen ontslag op staande voet nemen:
  • de werkgever betaalt het loon niet op tijd.
  • de werkgever maakt zich schuldig aan mishandeling.



Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Kies de juiste woorden.

Een ...1... heeft één of meer ...2... in dienst.
A
1 = werknemer 2 = werkgevers
B
1 = werkgever 2 = werknemers

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je ziet twee afspraken uit een arbeidsovereenkomst.
Welke afspraak behoort tot de primaire arbeidsvoorwaarden?
A
De reiskostenvergoeding is € 100,- per maand.
B
Het loon bedraagt € 1400,- bruto per maand.

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je ziet twee afspraken uit een arbeidsovereenkomst.
Welke afspraak behoort tot de primaire arbeidsvoorwaarden?
A
Het aantal vakantiedagen is 25 dagen per jaar.
B
Je werkt 36 uur per week.

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Behoort een overwerkregeling tot de primaire of secundaire arbeidsvoorwaarden?
A
primaire arbeidsvoorwaarden
B
secundaire arbeidsvoorwaarden

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je de periode tussen het moment van opzeggen en het moment van vertrekken?
A
opzegtermijn
B
proeftijd

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als een werkgever een werknemer direct ontslaat omdat de werknemer steelt, spreek je van ...
A
ontslag op staande voet
B
ontslag met reden

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar?
Te vaak te laat komen, is een reden voor een werkgever om de werknemer op staande voet
te ontslaan.
A
waar
B
niet waar

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jongeren aan het werk
  • Veel jongeren werken, maar regels over soort werk en uren. Deze regels staan in de Arbeidstijdenwet (ATW).

  • Ook over de hoogte van het loon dat jongeren moeten verdienen, zijn afspraken gemaakt. 
  • Personen die jonger zijn dan 23 jaar krijgen in Nederland minimaal het minimumjeugdloon.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Arbeidstijdenwet (ATW)
  • In de Arbeidstijdenwet, die geldt sinds 1996, staat dat kinderarbeid verboden is. Kinderen zijn in deze wet personen die jonger zijn dan 16 jaar.

  • De Arbeidstijdenwet maakt voor kinderen vanaf 13 jaar wel een aantal uitzonderingen. Maar wat kinderen wel en niet mogen is aan strenge regels gebonden.


Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Minimumjeugdloon
  • Voor iedere werknemer in Nederland geldt de Wet Minimumloon. De lonen mogen niet lager zijn dan een vastgesteld minimum.

  • Voor jongeren jonger dan 23 jaar geldt het minimumjeugdloon.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4 meerkeuzevragen

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet de wet waarin geregeld wordt hoeveel uur jongeren mogen werken?
A
Arbeidstijdenwet
B
Jeugdwet

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar?

Volgens de ATW mogen jongeren van 13 t/m 15 helemaal niet werken.
A
waar
B
niet waar

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar?

Hoeveel een jongere maximaal mag verdienen is geregeld in de wet minimumloon.
A
waar
B
niet waar

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

                                                                              opdracht 1 t/m 5 online
                                                                              opdracht 9 op papier
                                                                              opdracht 10 t/m 12 online

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies