Hoofdstuk 3: Monniken en ridders: introductie.

Intro: Hoofstuk 3: Monniken en ridders.
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Intro: Hoofstuk 3: Monniken en ridders.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Laptop en boek blz. 30/31
Tas op de grond
timer
1:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 3: Monniken en ridders

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

We verlaten
Het tijdvak van 
 Grieken & Romeinen¨

3000 v.c - 500 n.c.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijd van Monniken en Ridders
500-1000
Nu
Jaar 1
1000
1500
1900
1700
Jaar 2

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De leerdoelen: aan het einde van de les kan je...

  • Hoe het Romeinse Rijk ten einde kwam?

  •  Wie was Karel de Grote en wat is zijn betekenis geweest?

Slide 6 - Tekstslide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.

Het Romeinse rijk kwam ten einde!





Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken verval van Rome
  • Volksverhuizingen bedreigen de grenzen
  • Romeinse leger was zwak
  • Slecht bestuur en steeds   verschillende keizers
  • Plunderingen door het rijk

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je allemaal gebeuren? Klik op de oogjes en sleep ze naar de juiste plek in het schilderij.
Het paleis staat in brand
Een vrouw wordt in het water gegooid
De hoofd van het beeld ligt op de grond
Een brug stort in
Het schild is kapot
Er liggen dode lichamen op de grond
Schepen rammen te elkaar aan.
Iemand loopt met een fakkel naar het paleis.

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een nieuwe periode!
Van de

OUDHEID (-3000 - 500)

naar de
MIDDELEEUWEN!
(500 - 1500)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 1 
Lezen: het kopje ¨De introductie-tekst op blz.30 en 31¨


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rond het jaar 500:
Eenheid valt weg: er zijn veel kleine volkjes, veel oorlog.

Schriftcultuur valt weg: er wordt bijna niets meer opgeschreven.

Handelsroutes verdwijnen: het Romeinse leger zorgde voor veiligheid. Grote steden verdwijnen...
Geldeconomie verdwijnt: de ruilhandel komt terug

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde 
Vanaf de 8e eeuw veroverde Karel de grote een groot rijk!

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Karel de Grote
®

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Karel de Grote is geboren in de tijd van Monniken en Ridders. Deze tijd wordt ook de middeleeuwen genoemd. 

  • We denken dat Karel in het jaar 742 is geboren.
Wanneer was dit?
De tijd van Monniken en Ridders was tussen 500 en 1000.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar was dit?

  • Karel de Grote was koning van de Franken en later zelfs keizer van het Roomse Rijk.

  • Maar waar ligt dat? 
    Karel de Grote neemt grote stukken van het west-romeinse rijk over. kijk maar naar de kaart op bl 31.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep alle voorwerpen die met dit tijdvak te maken hebben naar het tijdvak-pictogram.

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Hoe heet dit tijdvak?
A
Tijd van Ridders en Monniken
B
Tijd van Monniken en Ridders
C
Tijd van Ridders en Kerken
D
Tijd van Kerken en Ridders

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Over welke tijd gaat 
dit tijdvak?
A
100-600
B
600-1000
C
600-1200
D
500-1000

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is de goede volgorde?
A
Romeinen - Grote Volksverhuizingen - Franken
B
Franken - Grote Volksverhuizingen - Romeinen
C
Grote Volksverhuizingen - Franken - Romeinen
D
Franken - Romeinen - Grote Volksverhuizingen

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1. Karel de Grote woonde in Duitsland.
2. Hij hoorde bij de Franken.
A
Beide zijn goed
B
Beide zijn fout
C
1 is goed en 2 en fout
D
1 is fout en 2 is goed

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Karel de Grote leefde in de tijd van
A
0 - 500 n. C
B
600 - 700 n.C
C
500 - 600 n. C
D
700 - 800 n.C

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In 700 kroonde paus Karel de Grote tot keizer.
A
Goed
B
Fout

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Karel de Grote gebruikte zijn leger om
A
oorlogen te winnen
B
zijn post rond te brengen
C
bewapende mannen op te tillen
D
om op zijn kinderen te passen

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1. Karel werd in 900 koning
2. Karel werd ook tot keizer gekroond.
A
Beide zijn goed
B
Beide zijn fout
C
1 is goed en 2 en fout
D
1 is fout en 2 is goed

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hier staan landen van Europa. Horen ze wel of niet bij het rijk van Karel de Grote? 
Sleep ze naar de juiste plek.
Nederland
België
Frankrijk
Italië
Duitsland
Engeland
Niet
Wel

Slide 27 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

  • Zoon van Pepijn de Korte & Bertrada 'met de grote voet'

  • Karel slaagt erin om 1 van de belangrijkste vorsten ooit te worden. 

  • Daarom wordt hij ook wel Karel de Grote genoemd
Een grote speler
Pepijn de Korte, de vader van Karel de Grote, was de eerste koning van de Franken.
Het graf van de ouders van Karel de Grote, in een kerk vlakbij Parijs.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koning
Karel
  • Toen Pepijn de korte in 768 dood ging, werd Karel samen met zijn broer koning. 

  • Het koninkrijk werd in twee stukken verdeeld.

  • Wanneer zijn broer, Karloman drie jaar later dood gaat, is Karel de enige koning van de Franken

  • Karel was altijd bezig met veroveren. Hij versloeg de Saksen in Duitsland en de Longobarden (Langbaarden) in Italië. Hij was bijna altijd oorlog aan het voeren! 

  • En met succes: hij veroverde een groot deel van Europa. Het rijk van de Franken was groter dan ooit. 
Een munt met een afbeelding van Karel de Grote. 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak nu de opgaven 1, 2 en 3 van de introtekst

                    
timer
1:00

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Naar
school!
Karel had veel interesse in cultuur en wetenschap. Maar zoals zoveel mensen in de middeleeuwen kon Karel niet lezen en schrijven. Maar hij wil wel dat andere mensen dat kunnen. Daarom komt hij met wetten waarin staat dat alle jongens naar school moeten. Dit is goed voor iedereen. Zo leren ze niet alleen hoe ze een land moeten besturen, maar lezen ook over het geloof: het christendom. Dat geloof vindt Karel erg belangrijk. Karel denkt: als iedereen christen is, is er meer eenheid. Hij wil dan ook dat iedereen in zijn rijk christen wordt. Zelfs als hij daarvoor geweld moet gebruiken! 
Karels handtekening. Omdat hij niet kon schrijven, tekende hij alleen twee streepjes.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies