Wat wil jij weten over het onderwerp inclusiviteit en melden?
Wat hebben we vorige les besproken?
Slide 3 - Tekstslide
Blik terug op het onderwerp van vorige les. Wat is er besproken? Je kunt dit op veel interactieve manieren doen, zoals; schrijf een onderwerp van vorige les op een blaadje en deel aan iedereen 1 onderwerp uit. Laat ze vertellen wat het ook alweer was en waar het in de les over ging.
Dit kun je ook doen bij de verwachtingen ophalen; je kunt dit op laten schrijven op een post-it door studenten, maar ook een mentimeter gebruiken: https://www.mentimeter.com/app/home
Als er nieuwe dingen bij staan die niet in deze les besproken worden kun je hier desgewenst een les aan besteden met de groep of individueel aandacht aan besteden.
Lesdoelen lessenreeks
1. Weet je hoe je een incident meldt
2. Kan je het verschil tussen racisme en discriminatie benoemen
3. Weet je hoe je stagediscriminatie herkent
4. Ken je het verschil tussen intentie en impact
5. Weet je waar grenzen vandaan komen
6. Heb je ervaren wat jouw fysieke grens is en hoe je deze aangeeft
7. Weet je wat grensoverschrijdend gedrag is
8. Kan je benoemen wat een inclusieve omgeving inhoudt
Aan het einde van deze lessen...
Slide 4 - Tekstslide
Vertel aan de studenten wat de lesdoelen zijn en waarom we hieraan gaan werken.
Incident melden
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Je mag en kan altijd een (anonieme) melding maken!
Hoe? Via:
Mentor
BPV-begeleider
Praktijkopleider
Docent
Vertrouwenspersoon op school
Bij wie jij dat fijn vindt!
Via het meldpunt
Wie meld is een held!
Slide 6 - Tekstslide
Leg aan de studenten uit dat er een meldpunt is voor studenten.
Melden is vaak spannend voor de studenten, ze weten niet waar ze terecht kunnen of wat er met hun melding gedaan wordt.
Leg aan de hand van deze dia uit waar en bij wie de studenten terecht kunnen
Wat is een incident?
Een gebeurtenis die als vervelend ervaren wordt
Dit kan voorkomen op stage of op school
Slide 7 - Tekstslide
Vraag aan de studenten voorbeelden van incidenten. Geef als docent ook voorbeelden van incidenten:
- een ruzie op school
- het uitschelden van collega's op stage
- een vervelende opmerking
- jezelf niet veilig voelen
- pesten
Slide 8 - Tekstslide
Neem de poster door met de student en geef aan hoe ze een melding kunnen maken. Laat de studenten zien waar de poster in de school hangt of waar zij deze kunnen vinden (bijvoorbeeld in teams)
Stagediscriminatie
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Racisme VS discriminatie
Racisme is een vorm van discriminatie waarbij iemand ongelijk behandeld wordt op basis van huidskleur, afkomst, nationaliteit of geloof. Discriminatie kan ook om andere kenmerken gebeuren, zoals om geslacht of seksuele geaardheid.
Slide 10 - Tekstslide
Benadruk dat racisme niet hetzelfde is als discriminatie. Sta met de klas stil bij het verschil. Gebruik hierbij voorbeelden als je die hebt.
Waar denk jij aan bij stagediscriminatie?
Slide 11 - Woordweb
De studenten loggen in met hun device. Laat hen invullen waar ze aan denken bij stagediscriminatie. Geef ze even de tijd om na te denken. Als er verschillende antwoorden op het bord staan kan je deze tonen.
Sta met de studenten stil bij de antwoorden die gegeven zijn en neem deze met elkaar door. Vraag ook door bij de student als het onduidelijk is voor de andere studenten.
Slide 12 - Video
Speel het fragment af. Vraag na het fragment welke reactie dit bij de studenten oproept en waarom. Het kan zijn dat een student uit de klas een soort gelijke situatie heeft meegemaakt. Ga hier consequent mee om en vraag indien nodig om hulp van een ondersteuningscoach.
Bespreek de verschillende vormen van stagediscriminatie met de studenten. Geef hier ook voorbeelden bij.
Laat de studenten na het bespreken van de slide opdracht 2A B en C zelfstandig maken. Bespreek deze opdracht na.
Ik werd niet aangenomen omdat ik 'te dik' was
Geen plek voor buitenlanders, wij zijn een Nederlands bedrijf
We willen geen vrouwen in de werkplaats
Ik mocht geen hoofddoek dragen
Omdat ik homo ben mocht ik geen jongensteam trainen
Veel stages hebben liever mensen zonder ADHD
De hbo stagiaire kreeg wel een stagevergoeding
Ik werd niet aangenomen wegens mijn achternaam
Ze vonden mij dom, dus ik kreeg rot klusjes
Slide 14 - Tekstslide
Dit zijn echte voorbeelden van stagediscriminatie die in de praktijk voorkomen en de studenten meemaken. Neem de voorbeelden door en vraag wat de studenten van deze opmerkingen vinden.
Valt dit volgens de studenten onder stagediscriminatie?
Slide 15 - Video
Bekijk het filmpje. Hoe reageren de studenten op het filmpje? Welke boodschap halen zij hieruit?
Bespreek ervaringen van studenten die na het zien van dit filmpje naar boven komen, maak hier ook ruimte voor.
Wat is er wel eens tegen jou gezegd?
Slide 16 - Woordweb
Dit is een 0-meting. Als docent krijg je inzicht over wat de studenten meemaken. Sla deze informatie op en licht de mentor en bpv-begeleider van de studenten in.
Houdt als bpv-begeleider in de gaten of de vorm van stagediscriminatie op de huidige bpv speelt of in het verleden. Speelt de situatie zich af op de huidige bpv? Handel dan via het meldpunt die in deze les is verwerkt.
Maak opdracht 1 A, B en C
Slide 17 - Tekstslide
Laat de studenten zelfstandig de opdracht maken. De opdracht kan je klassikaal bespreken.
Intentie VS Impact
Slide 18 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Intentie vs impact
Vaak bedoel je het niet
verkeerd, maar komt het wel
verkeerd over.
Slide 19 - Tekstslide
Leg uit dat veel mensen niet de intentie hebben om iemand te discrimineren, maar dat dit wel zo overkomt en/of dit ook zo is.
Vraag aan de studenten of zij een voorbeeld kunnen bedenken.
0
Slide 20 - Video
Stop het filmpje op 4:02.
Het is belangrijk om dit filmpje van te voren toe te lichten. Johan Derksen heeft een racistische opmerking gemaakt over een lid van de tweede kamer. Johan Derksen benoemt dat zijn opmerking niet racistisch bedoelt is, maar zo komt zijn reactie wel over op Habtamu en op de rest van Nederland. In dit filmpje blikken ze terug op de opmerking.
Bespreek na het filmpje hoe de studenten naar deze situatie kijken.
De opmerking van Johan Derksen valt onder discriminatie
Eens
Oneens
Slide 21 - Poll
De studenten kunnen met hun device stemmen op deze stelling. Bespreek de antwoorden en vraag aan de studenten of ze hun antwoord beargumenteren.
Slide 22 - Tekstslide
Hoe geef je grenzen aan volgens de studenten? Hebben ze een voorbeeld? Je kunt als docent een situatie bespreken en een rollenspel met jou en een andere student laten zien.
Ik vind grenzen aangeven nog moeilijk, omdat
Slide 23 - Open vraag
De studenten gaan aan de hand van hun device invullen of zij het moeilijk vinden om grenzen aan te geven. Dit kan ja of nee zijn. De antwoorden van de studenten verschijnen op het bord. Bespreek de antwoorden klassikaal. Vraag aan de studenten wanneer het makkelijk is om grenzen aan te geven en wanneer het moeilijk is.
Waarom is het soms moeilijk om een grens aan te geven?
Grenzen aangeven wordt vaak bemoeilijkt door gevoelens:
Je wilt een ander graag een plezier doen en gaat in op zijn wensen
Je bent bang dat de ander je niet meer waardeert en doet toch wat zij vraagt
Anders zijn dan anderen wil je niet en je past je daarop aan
Je bent bang voor een bepaald imago ('wat een luilak...')
Maar ook door normen en waarden:
Als ik niet overwerk ben ik lui
Als ik niet naar dat feestje ga ben ik asociaal
Ik moet het kunnen dus ik doe het (falen mag niet)
Ik moet gewoon doen wat er van me gevraagd wordt
Moeilijk!?
Slide 24 - Tekstslide
Vraag aan studenten waarom het soms moeilijk is om een grens aan te geven. Leg dan uit wat er in de theorie over bekent is. Herkennen ze dit?
Waar komen grenzen vandaan?
Culturele grenzen
Een groep die bepaalde normen, waarden, omgangsvormen en andere opvattingen delen.
Sociale grenzen
Eigen normen en waarden
Gender
Het verschil tussen man en vrouw
LHBTQI+
Mag ik mijzelf zijn?
Slide 25 - Tekstslide
Vraag aan de studenten waar grenzen vandaan komen. Heeft iemand een voorbeeld?
Geef bij elk soort grens ook een voorbeeld om het logisch te maken voor de studenten.
Soorten grenzen
Soorten Grenzen
Fysieke grens
Emotionele grens
Je bepaalt zelf wat jouw gevoelens en emoties zijn
Dit is voor iedereen anders
Hoe reageer je op elkaar?
Wat zeg je tegen de ander?
Normen en waarden
Een lichamelijke grens
Hoe ver mag iemand gaan met aanrakingen?
Geef antwoord op vraag 2 A en B
Slide 26 - Tekstslide
Leg uit dat er verschillende soorten grenzen zijn. Koppel dit ook aan de vorige slide. Per cultuur zal de fysieke grens verschillen, etc.
Oefenen!
Slide 27 - Tekstslide
Maak koppels - A en B.
A staat op een lijn, B staat daar een stuk verder van vandaag.
Je geeft aan B de instructie om op A af te lopen, verder zeg je niks. Wat gebeurt er? Zei iemand van A stop? Loopt B door? Bespreek met de studenten wat ze zien.
Draai de rollen om. Bekijk elkaars grenzen. Waarom sta je waar je staat?
Je kunt deze oefening herhalen door te wisselen van personen - A schuift dan één iemand op. Is het dan anders? Wat kun je hieruit concluderen?
Je kunt ook variatie in deze oefening brengen door bijv. B instructie te geven om hard op a af te laten lopen of juist zacht. Je kunt ook A instrueren dat zij STOP roepen of hun hand uitsteken als hun grens bereikt is. Je kunt hierin ook variëren door dit de ene keer zacht/onzeker te laten zeggen.
Waar ligt mijn grens?
Oefening Verken je Grens
- Tweetallen
- Studenten lopen rustig naar elkaar toe en geven het stopsignaal als de afstand tussen de 2 personen dichtbij genoeg voelt.
Slide 28 - Tekstslide
Zorg dat er genoeg ruimte is in het lokaal is om deze opdracht uit te voeren. Ga desnoods naar een andere ruimte.
- Laat de studenten dit een aantal keer doen.
- Vraag bij de tweede ronde of de studenten een stapje verder gaan en dus 'over elkaars grens' heengaan
Terugblik oefening
Bespreek de volgende vragen in je tweetal:
- Wanneer kwam de ander te dichtbij?
- Wat voelde je toen de ander over de grens ging?
- Op welke manier heb jij je grens aangegeven?
- Hoe kwam je over op de ander?
- Geef een tip en een top aan de ander
Slide 29 - Tekstslide
Laat de studenten in tweetallen staan. Beide studenten moeten de vragen beantwoorden en met elkaar in gesprek gaan. Je kan de opdracht ook nog klassikaal nabespreken.
Slide 30 - Video
Uitleg grenzen aangeven. Later in de les komt de oefening uit het filmpje terug. Je kunt ook deze video laten zien als aftrap: https://www.youtube.com/watch?v=QDBhHEgz8TU
1: 'ik'
Ik voel
ik weet
ik doe
ik zie...
2: 'ik begrijp wel dat jij' / 'ik snap wel dat jij'
Ik begrijp dat je geen zin hebt, maar ik wil...
1: geef je grens duidelijk aan
Dus...
Oefenen! 1-2-1 regel
Slide 31 - Tekstslide
Deze oefening sluit aan op het filmpje van slide 27. Bespreek een aantal situaties klassikaal en bespreek de juiste reactie. Je kunt er ook voor kiezen om 1 situatie klassikaal te bespreken en dat studenten in tweetallen verder oefenen. Bespreek dit dan samen na.
Als docent kies je er zelf voor of je dit wil oefenen met de studenten of dat je dit klassikaal bespreekt
Casus
Hamza loopt stage bij de Jumbo. Hij werkt altijd hard door en gedraagt zich volgens alle richtlijnen. Zijn collega's vinden dat Hamza overdrijft en aan het slijmen is bij zijn praktijkopleider voor een goede beoordeling. De collega's van Hamza plagen hem hiermee op de werkvloer en noemen Hamza ook wel 'het hondje van de baas'. Hamza vindt dit erg vervelend, want hij wil graag zijn best doen om zijn stage te halen.
Hoe geeft Hamza zijn grens aan bij zijn collega's?
Slide 32 - Tekstslide
Vraag aan de studenten hoe zij hun grens aan zouden geven in de plek van Hamza. Herinner de studenten aan de 1-2-1 regel.
Je kan ervoor kiezen om de studenten dit in tweetallen te laten bespreken om onrust in de klas te voorkomen.
Ik-vorm
Ken jezelf; wat zijn jouw eigen grenzen?
Oefenen!
Wees assertief
Communiceer duidelijk: nee is nee
Wees lief voor jezelf
De reactie van de ander is niet belangrijk
Herhaal wat je zegt
Of... kom er later op terug ('ik denk er even over na')
Vraag hulp en meld als nodig
Chill, je moet al zoveel :)
Tips & Tricks!
Slide 33 - Tekstslide
Bespreek het lijstje per punt; zijn er vragen?
Grensoverschrijdend gedrag
Slide 34 - Tekstslide
Leg uit: er kan verschil zijn tussen grenzen die mensen privé ervaren of op werk/stage. Je kunt ze verdelen in 3 categorieën:
Fysieke - lichamelijk (bijv. aanraken)
Mentaal - gedachten uiten (bijv. eigen mening vormen)
Eigen emoties (bijv. huilen bij anderen)
Studenten maken opdracht 1.
De docent maakt 2 splitsingen op het bord; prive en werk/stage. plaats links de soorten grenzen die je kunt geven; Inventariseer na het maken van opdracht 1 de antwoorden en noteer de samengevat op het bord. Valt er iets op? Klassikale vraag: is jouw grens privé anders dan op werk/stage? Bespreek voorbeelden en vraag door.
Slide 35 - Video
Laat studenten opdracht 3 maken terwijl ze de video kijken. Zet af en toe stil, bespreek de antwoorden of doe dit achteraf.
Antwoorden:
3A: Vrijwillig
3B:
Discriminatie Pesten Seksuele intimidatie Of nog erger
3C: Macht
3D: •
Leeftijd
Intelligentie
Levenservaring
Status
3E: Wat voor de één een grap is, is voor de ander erg vervelend.
3F: Vertrouwenspersoon
Strafbare feiten – politie
Grenzen geef je vaak aan nadat of als je te maken krijgt met grensoverschrijdend gedrag
Grensoverschrijdend gedrag
Geef antwoord op vraag 4
Slide 36 - Tekstslide
Bespreek de afbeelding. Laat studenten opdracht 3A en 3B maken. Bespreek dit na.
Stelling
Anne heeft een baantje gevonden in een discotheek achter de bar. Op haar eerste werkdag heeft zij een normale spijkerbroek aan en een shirt tot aan haar keel. Als haar baas dit ziet komt hij naar haar toe. Hij zegt dat het shirt te hoog is. Haar shirt moet lager zijn zodat de mannelijke bezoekers haar decolleté kunnen zien. Op deze manier verkopen ze namelijk meer drinken.
Wat vinden jullie hiervan?
Slide 37 - Tekstslide
Bespreek deze stelling in de klas. De studenten mogen hierover in discussie met elkaar. Vinden de studenten dit grensoverschrijdend? Wat zouden de studenten in deze situatie doen?
Je kan ervoor kiezen om de stelling in tweetallen te bespreken.
Inclusiviteit
Slide 38 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat is inclusiviteit?
Je bent als school of stageplek inclusief als iedereen zich welkom en veilig voelt om zichzelf te zijn. Je heb natuurlijk niets aan een divers team of klas als ze hun ware aard niet durven laten zien.
Slide 39 - Tekstslide
Bespreek je slide met de studenten. Vraag aan de studenten welke omgeving voor hen inclusief is en waarom. Dit kan je de studenten ook in tweetallen laten bespreken of op een post-it laten schrijven. Indien je een van deze opties kiest is het belangrijk om de antwoorden na te bespreken.
Inclusiviteit is belangrijk voor:
Succes
Samenwerken
Feedback geven
Jezelf veilig voelen
Gelijkheid
Eerlijkheid
Maak opdracht 5 A en B
Slide 40 - Tekstslide
Ligt aan de hand van het plaatje de factoren toe.
Slide 41 - Video
Vraag aan de studenten wat het doel is van het filmpje. Welk gevoel geeft dit filmpje de studenten na het volgen van de lessen?
De eindopdracht
Nu alle onderwerpen aan bod zijn gekomen
ga je een eindopdracht maken. Door het
maken van de eindopdracht laat jij zien
dat jij weet hoe, waar en wanneer je
een incident kan melden.
Veel succes!
Slide 42 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Terugblik lesdoelen
Hoe je een incident meldt
Wat het verschil tussen racisme en discriminatie is
Hoe je stagediscriminatie herkent
Wat het verschil tussen intentie en impact is
Waar grenzen vandaan kunnen komen
Waar jouw fysieke grens ligt en hoe je een grens kan aangeven