irregular verbs quiz
1 / 28
Lesduur is: 20 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Irregular verbs
do - did - ............
do - did - ............
Slide 2 - Open vraag
Irregular verbs
see - saw - ............
see - saw - ............
Slide 3 - Open vraag
Irregular verbs
tell - ........... - told
tell - ........... - told
Slide 4 - Open vraag
Irregular verbs
write - wrote - ............
write - wrote - ............
Slide 5 - Open vraag
Irregular verbs
take - took - ............
take - took - ............
Slide 6 - Open vraag
irregular verbs
past simple of 'begin'
past simple of 'begin'
Slide 7 - Open vraag
Irregular verbs:
past simple van 'teach'
past simple van 'teach'
Slide 8 - Open vraag
Irregular verbs
know - knew - .......
know - knew - .......
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Irregular verbs:
vangen
vangen
Slide 11 - Open vraag
Irregular verbs:
breken
breken
Slide 12 - Open vraag
Irregular verbs:
tekenen
tekenen
Slide 13 - Open vraag
Irregular verbs:
vinden
vinden
Slide 14 - Open vraag
Irregular verbs:
knippen
knippen
Slide 15 - Open vraag
Irregular verbs:
vangen
vangen
check your spelling!
Slide 16 - Open vraag
Irregular verbs:
gaan
gaan
Slide 17 - Open vraag
Irregular verbs:
vergeten
vergeten
Slide 18 - Open vraag
Irregular verbs:
voelen
voelen
Slide 19 - Open vraag
Irregular verbs
rennen
rennen
Slide 20 - Open vraag
Irregular verbs:
vallen
vallen
Slide 21 - Open vraag
Irregular verbs
to forbid - ......... - forbidden
to forbid - ......... - forbidden
difficult one!
Slide 22 - Open vraag
Irregular verbs
rijden (auto)
rijden (auto)
Slide 23 - Open vraag
Irregular verbs:
past participle of 'send'
past participle of 'send'
Slide 24 - Open vraag
Irregular Verbs:
kopen
kopen
Slide 25 - Open vraag
irregular verbs:
kiezen
kiezen
Slide 26 - Open vraag
Irregular Verbs:
wedden
wedden
Slide 27 - Open vraag
Irregular Verbs:
kosten
kosten
