Biotechnologie 6ASO

biotechnologie 6 ASO
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

biotechnologie 6 ASO

Slide 1 - Tekstslide

lesdoelen
Je kunt voorbeelden geven van het gebruik van biotechnologie

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Biotechnologie
Biotechnologie is een verzamelnaam voor technieken waarbij organismen worden gebruikt om producten te maken voor de mens. 

Denk bijvoorbeeld maar aan brood, bier, wijn, kaas, yogurt en zuurkool. Hiervoor worden bacterien en schimmels gebruikt. 

Slide 4 - Tekstslide

Toepassingen van biotechnologie
- Productie van biomoleculen en eetbare producten
- Klonen
- Misdaadbestrijding

Dat kan door:
- genetische modificatie
- recombinant-DNA-technieken

Slide 5 - Tekstslide

wat is biotechnologie?
biotechnologie is technologie waarbij een organisme wordt gebruikt om iets voor mensen te maken/doen.

Slide 6 - Tekstslide

Klassieke biotechnologie
Veredeling 
Wat zie je hier? 

Slide 7 - Tekstslide

biotechnologie waarbij dna niet verandert
eten maken! voor brood heb je gist nodig (schimmel).
voor yoghurt heb je speciale bacteriën nodig
dit is simpele biotechnologie.

Slide 8 - Tekstslide

Moderne biotechnologie
Nieuwe technologiën onstaan snel:
- Klonen (vanaf 1980 'Dolly')
- Genetische modificatie
    > Recombinant DNA-techniek
        Zalm (groei), Muis (oor)
    > Organen kweken 
        aap met varkenshart, kweekvlees
    > Gentherapie
        CRISPR-CAS9

Slide 9 - Tekstslide

genetische modificatie
Bij genetische modificatie veranderen wij in een laboratorium het DNA van een organisme. ze zouden bijvoorbeeld een Ongeboren baby een andere oogkleur kunnen geven!!!

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Recombinant DNA
Klinkt heel lastig.
maar stel je voor, je hebt een kikker die je erg saai vindt en cooler wil maken. hoe kan je dat doen? je pakt het DNA van een ANDER organisme, bijvoorbeeld een kwal, dat zorgt dat de kwal lichtgeeft. dit plak je in het DNA van je Kikker en boem, je kikker gaat licht geven.

Slide 12 - Tekstslide

recombinant DNA
Recombinant DNA is dus DNA van een ander organisme ergens in plaatsen.

Slide 13 - Tekstslide

recombinant DNA technologie
plasmiden: ringvormige DNA strengen in bacteriën.
restrictie enzymen: knipenzymen (knippen DNA alleen op plaatsen met welbepaalde DNA-sequenties die wel in virus aanwezig is maar niet in bacterie)
ligase enzymen: plakenzymen

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Veranderen van genotype

Genetische modificatie

Een organisme dat genetisch gemodificeerd is heet: transgeen

Slide 16 - Tekstslide

Crispr-Cas

Ontdekt door: 
Emmanuelle Charpentier and Jennifer Doudna

Clustered Regularly Interspaced Short Palindromic Repeats
Crispr associated protein

Slide 17 - Tekstslide

Insuline

Kunnen we nu snel maken doordat we bacterien hebben gemaakt die insuline maken.

Slide 18 - Tekstslide

Misdaadbestrijding
DNA vergelijken
Je kunt daarmee ook verwantschap aantonen

Slide 19 - Tekstslide

DNA test
Bij een DNA test wordt DNA vergeleken. dit kan bijvoorbeeld met je ouders. hoe kan dat? als het goed is heb je voor 50% hetzelfde DNA als je vader en voor 50% hetzelfde als je moeder.

voor sommige mensen waarbij twijfel is over wie de ouders zijn is dat erg handig.
ook voor de politie is het goed te kunnen testen.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Genomics
Je kijkt naar het hele genoom (Al het DNA in een organisme)
en kan dat vergelijken met een ander genoom
                                                                 Bijvoorbeeld Patient met gezond              individu

Slide 22 - Tekstslide

Ethisch

Slide 23 - Tekstslide

wat is transgeen?
A
klassieke biotechnologie
B
er is geen trans aanwezig
C
een genetisch gemodificeerd dier
D
genetische modificatie

Slide 24 - Quizvraag

Bij de productie van bier en zuurkool wordt biotechnologie toegepast
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Video

Wat is een restrictie-enzym?
A
Is gelabeld nucleotide gebruikt bij sequencen
B
Verbreekt waterstoffenbruggen bij replicatie
C
Kan Okazaki-fragementen aan elkaar koppelen
D
Herkent specifieke nucleotidesequentie en knippen DNA daar door

Slide 27 - Quizvraag

Hoe heet het kleine DNA in bacteriën
A
kern DNA
B
plasmide
C
groot cirkelvormig DNA

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Link

Slide 30 - Video

Slide 31 - Video