Door verdwenen broedgebieden en intensivering van de landbouw zijn er steeds minder kieviten in Nederland. In maart 2000 waren er nog 250 000 broedparen kieviten in Nederland. Sindsdien neemt dat aantal jaarlijks met 4,5% af.
a. Stel de formule op van het aantal broedparen kieviten N in Nederland. Neem N in duizendtallen en de tijd t in jaren met t = 0 in maart 2000.
Slide 3 - Tekstslide
Voorbeeld
Door verdwenen broedgebieden en intensivering van de landbouw zijn er steeds minder kieviten in Nederland. In maart 2000 waren er nog 250 000 broedparen kieviten in Nederland. Sindsdien neemt dat aantal jaarlijks met 4,5% af.
b. Met hoeveel neemt het aantal broedparen af in de periode maart 2005-maart 2015? Rond af op duizendtallen.
Slide 4 - Tekstslide
Voorbeeld
Door verdwenen broedgebieden en intensivering van de landbouw zijn er steeds minder kieviten in Nederland. In maart 2000 waren er nog 250 000 broedparen kieviten in Nederland. Sindsdien neemt dat aantal jaarlijks met 4,5% af.
c. In maart van welk jaar waren er voor het eerst minder dan 100 000 broedparen kieviten in Nederland?
Slide 5 - Tekstslide
Aan het werk...
vierkant: 3, 4, 5, 7, 10 + nakijken
cirkel: 4, 5, 7, 10 + nakijken
ster: 6, 7, 9, 10 + nakijken
timer
10:00
Slide 6 - Tekstslide
Groeipercentages omzetten naar een andere tijdseenheid
groeifactor per uur is 3
per 2 uur -> 32
per 3 uur ->33
per kwartier -> 31/4
per 10 min -> 31/6
Slide 7 - Tekstslide
Groeipercentages omzetten naar een andere tijdseenheid
Bij exponentiële groei met groeifactor g per tijdeenheid is de groeifactor per n tijdeenheden gelijk aan gn
Slide 8 - Tekstslide
Groeipercentages omzetten naar een andere tijdseenheid
groeifactor van 0,6 per dag
per week -> 0,67
per uur -> 0,61/24
per acht uur -> 0,61/3
Slide 9 - Tekstslide
Groeipercentages omzetten naar een andere tijdseenheid