vwo1 Les 5 Par 3.2 Koningstijd, Republiek, Keizertijd

Koningstijd, Republiek, Keizertijd
Deelvraag 2 Hoe werd het Romeinse Rijk een monarchie, een republiek en uiteindelijk weer een monarchie?
Paragraaf 2 Hoofdstuk 3
Blz 54
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Koningstijd, Republiek, Keizertijd
Deelvraag 2 Hoe werd het Romeinse Rijk een monarchie, een republiek en uiteindelijk weer een monarchie?
Paragraaf 2 Hoofdstuk 3
Blz 54

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg
Na de les open je de lessonup en schrijf je de aantekeningen over in je schrift.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je de vorige les geleerd?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Rome vs de Verenigde Staten
1. opkomst van de rijken
--> met geweld! door middel van oorlogen. De Romeinen stichtten hun Imperium Romanum; de Engelse, Franse en Ierse kolonisten voerden oorlogen met de indianen. 
2. Politieke stelsel
Rome 300 senatoren; Amerika 100 senatoren
samen met de President (in Rome waren zij de consuls) bepalen zij de politiek van het land. 
de senatoren zijn rijk en hebben veel invloed. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rome
Patriciërs: de bestuurders; uit de oude adelijke families
de plebejers: het gewone volk; zij hadden nauwelijks invloed. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

hoe beschouwen
deze mensen zichzelf?
A
patriciërs
B
plebejers

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Burgeroorlog
In de eerste eeuw v.Chr. waren veel legercommandanten machtiger geworden dan de senaat.
Steeds vaker vochten generaals tegen elkaar. Degene die als overwinnaar uit zo'n burgeroorlog kwam, wilde aan de macht blijven.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met wie had
Julius Caesar in een conflict?

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Julius Caesar versloeg in 56 v.Chr. alle andere generaals. Hij werd dictator voor het leven.

Slide 11 - Tekstslide

Na de verovering van Gallië beschikt Caesar over een onmetelijk kapitaal en een door de wol geverfde strijdmacht die voor hem door het vuur gaat. De senaat beveelt Caesar in 50 v.Chr. zijn leger te ontbinden en terug te keren naar Rome omdat zijn proconsulaat is afgelopen. Caesar weigert. Hij weet dat zijn politieke carrière is afgelopen als hij in Rome terugkeert zonder leger of zonder zijn proconsulaire immuniteit.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In 44 v.Chr. werd hij gedood door senatoren die een echte republiek terug wilden.

'Jij ook ,Brutus?'

Slide 14 - Tekstslide

Terug in Rome wordt Caesar in 46 aangesteld als dictator. Marcus Antonius, die met hem zij aan zij vocht tegen Pompeius, wordt zijn magister equitem of eerste luitenant. Na 11 dagen verruilt hij zijn dictatorschap voor het consulaat, zijn tweede. Ook in 45 bekleedt hij het ambt van consul. In maart van dat jaar rekent hij tijdens de slag bij Munda in Hispania af met Gnaeus en Sextus Pompeius, de zoons van. De laatste oppositie is uitgeschakeld.


In 44 v.Chr. wordt Caesar benoemt tot dictator perpetuus, dictator voor het leven. Echter, de senaat wil geen dictatuur en geeft de voorkeur aan het Republikeinse staatsbestel. Caesar gedraagt zich teveel als koning en de senatoren hebben geen goede herinneringen aan koningen. De laatste koning Tarquinus Superbus ontnam de Romeinse burgers hun verworven rechten, net als Caesar nu.
Op 15 maart, de iden van maart, wordt er een aanslag gepleegd op het leven van Julius Caesar. Zijn vrouw Calpurnia heeft hierover gedroomd. Ook een waarzegger waarschuwde hem eerder voor deze dag. Toch gaat Caesar die dag naar het senaatsgebouw, zijn dood tegemoet. In zijn boek Keizers van Rome schrijft Suetonius het volgende over de laatste momenten van de dictator:

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waarom werd Julius Caesar vermoord?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Feit en mening
Als je een bron gebruikt moet je goed kijken wat de feiten zijn en wat de meningen.
Iets wat gebeurd is, wat je kunt controleren, noemen we een feit.
Een mening hangt af van een persoon denkt.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feit
Mening
Medesenatoren vermoorden Julius Caesar
Sommige senatoren dachten dat hij koning wilde worden.
Vermoord op 15 maart 44.Chr. 
Hij was een gevaar voor de republiek
Brutus had spijt van het vermoorden van Julius Caesar
hij is met 23 messteken vermoord

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd?

Slide 19 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

maken: vraag 6 van 3.2

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies