2.3 Amerika vóór Columbus
1 / 27
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Welke uitspraak is NIET waar?
A
De Ottomanen en de Spanjaarden stelden de oorlogen voor als een heilige strijd tussen christendom en islam.
B
De Ottomanen introduceerden de halvemaan als islamitisch symbool.
C
De Ottomaanse sultans hadden alleen de wereldlijke macht over
hun rijk.
D
De Ottomanen waren tolerant naar andere godsdiensten in hun rijk.
Slide 3 - Quizvraag
Gebruik de vier zinnen (A tm D).
Zet achter elk zin of het hier gaat om Verandering of Continuïteit
A De rijkdommen uit het oosten waren in Europa al bij veel handelaren bekend.
B Door ontdekkingsreizen ontstond in Europa een winstgevender specerijenhandel met Azië.
C Het katholieke geloof was de leidende godsdienst in Spanje.
D Omstreeks 1500 dreven Europeanen steeds minder handel via de Middellandse Zee.
Zet achter elk zin of het hier gaat om Verandering of Continuïteit
A De rijkdommen uit het oosten waren in Europa al bij veel handelaren bekend.
B Door ontdekkingsreizen ontstond in Europa een winstgevender specerijenhandel met Azië.
C Het katholieke geloof was de leidende godsdienst in Spanje.
D Omstreeks 1500 dreven Europeanen steeds minder handel via de Middellandse Zee.
Slide 4 - Open vraag
waarom verdienden de Europese landen eerst niet aan de handel in specerijen? Twee antwoorden zijn goed
A
de koningen verboden het maken van winst
B
de handel ging via veel tussenpersonen
C
het vervoer van de specerijen is heel duur
D
De Arabieren hadden de handel in handen
Slide 5 - Quizvraag
wat is geen reden om op ontdekkingsreis te gaan?
A
mensen bekeren tot het christendom
B
veel geld verdienen
C
amerika ontdekken
D
meer grond veroveren
Slide 6 - Quizvraag
Geef een argument waarom deze bron uit 1601
in de tijd van de ontdekkingsreizen als betrouwbaar
kan worden beschouwd.
in de tijd van de ontdekkingsreizen als betrouwbaar
kan worden beschouwd.
Slide 7 - Open vraag
Lees bron 3.
Wat kun je zeggen over de betrouwbaarheid van deze bron?
Wat kun je zeggen over de betrouwbaarheid van deze bron?
A
De bron is een verslag van iemand die erbij was. Dat maakt de bron meer betrouwbaar.
B
De schrijver schrijft uitvoerig over feiten en details. Dat maakt de bron minder betrouwbaar.
C
De schrijver heeft belang bij een positief beeld van Montezuma. Dat maakt de bron meer betrouwbaar.
D
De schrijver is positief over Montezuma die een vijand is van de Spanjaarden. Dat maakt de bron minder betrouwbaar.
