Tekst lezen + schrijven van een eenvoudige email

Nederlands - 21 januari 
- Tekst lezen + vragen
- Een eenvoudige email schrijven
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands - 21 januari 
- Tekst lezen + vragen
- Een eenvoudige email schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Storm vannacht

Wie is er vannacht wakker geworden?

Slide 2 - Tekstslide

Tekst lezen - 5 minuten
Ga naar de classroom van Nederlands. 
- Open de tekst: 
Tekst 'Noordzeestorm Christoph leidt tot verkeersoverlast en omgevallen bomen'
- 21 januari 

Slide 3 - Tekstslide

Is er sprake van een officiële storm in Nederland? Waarom wel of waarom niet?

Slide 4 - Open vraag

Welke snelheid had de hardste windstoot in Nederland?
A
80 km per uur
B
92 km per uur
C
100 km per uur
D
127 km per uur

Slide 5 - Quizvraag

Waardoor kunnen er gevaarlijke situaties op de weg ontstaan volgens de ANWB?

Slide 6 - Open vraag

Tussen welke plaatsen rijden er op dit moment geen treinen?
A
Rotterdam - Roosendaal
B
Eindhoven - Weert
C
Rotterdam - Brede
D
Arnhem - Boxtel

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Wat valt jou op aan de mail die je net zag? Zou jij op deze manier een mail versturen? Waarom wel of niet?

Slide 9 - Open vraag

Hoe ziet een nette mail eruit? 
Onderwerp:  hier vul je kort in waar je mailtje over gaat. 

Wat vul je in bij onderwerp?
- Als je wilt vragen of de les verplaatst kan worden?
- Als je een vraag hebt over het huiswerk dat is opgegeven?

Slide 10 - Tekstslide

Hoe begin je de mail?
- Groet en gebruik de naam van de persoon aan wie je mailt. 
Bijvoorbeeld: 
Goedemorgen meneer Hendriks
Goedemiddag mevrouw Lattig 

Slide 11 - Tekstslide

Mailen aan iemand die je niet kent: 


Geachte mevrouw .....
Geachte heer ..... 

Slide 12 - Tekstslide

Je vraag stellen
  • Gebruik nette taal.
  • Gebruik hoofdletters en leestekens. 

Slide 13 - Tekstslide

Afsluiting
Bij iemand die je kent: Groet, naam 

Bij iemand die je niet kent: Met vriendelijke groet, naam 

Slide 14 - Tekstslide

Op een rijtje: 
1. Vul het onderwerp in bovenin de balk.

2. Begin je mail met groeten en noem de naam van de persoon

3. Stel je vraag of vertel je verhaal in nette bewoordingen.

4. Sluit je mail netjes af. 

Slide 15 - Tekstslide