2.7 Brandstof uit de diepte






2.7 Brandstof uit de diepte
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les






2.7 Brandstof uit de diepte

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling van de regels
We hebben respect voor elkaar.
Als ik praat zijn jullie stil.
Wil je iets zeggen? Steek je hand op.
Neem je spullen mee.

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
PWW toets bespreken
Begin maken aan hoofdstuk 2

Slide 3 - Tekstslide

Pak een tablet en je aantekenschrift

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn grondstoffen?
A
materialen die uit de grond komen
B
materialen waarvan producten zijn gemaakt
C
gevaarlijke stoffen die in de bodem zijn terechtgekomen
D
afval dat vroeger in de grond gedumpt is

Slide 5 - Quizvraag

Nederland heeft een flink aantal delfstoffen. Welke van onderstaande delfstoffen heeft Nederland NIET in de ondergrond?
A
Aardolie
B
Marmer
C
Aardgas
D
Zout

Slide 6 - Quizvraag

Wat zijn delfstoffen?
A
Dit zijn stoffen die uit de grond worden gehaald.
B
Die vind ik aan de oppervlakte van land.
C
Die groeien in de natuur.
D
Die drijven op zee.

Slide 7 - Quizvraag

Is Nederland zelfvoorzienend met haar delfstoffen?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

De winning van grondstoffen is....
A
belastend voor het milieu
B
niet belastend voor het milieu

Slide 9 - Quizvraag

Enkele begrippen voordat we beginnen.

In het boek spreken ze over delfstoffen, hier vallen ook fossiele brandstoffen onder.
Delfstoffen zijn een soort subcategorie van grondstoffen.
Bij delfstoffen wordt er gekeken naar fossiele brandstoffen én waardevolle mineralen.
Deze dingen worden uit de aardkorst gewonnen.

Slide 10 - Tekstslide

Fossiele brandstoffen
Fossiele brandstoffen: brandstof die in miljoenen jaren is gevormd uit planten- en/of dierenresten (aardolie, aardgas, bruinkool of steenkool).


Afdruk van een plant in steenkool ->

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Welke delfstoffen hebben wij in Nederland?

Slide 13 - Tekstslide

Delfstoffen in Nederland:


Aardolie, aardgas, zout, zand, grind en klei 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Het Carboon

Slide 16 - Tekstslide

Nederland vroeger

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Veengebied (moerassig): Bestaat uit plantenresten die niet verteerd zijn

-> dit kom omdat de plantenresten in het water terecht kwamen en amper tot niet verteerde

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Steenkool
Steenkool winnen wij uit gesteentelagen van het carboon (300 tot 350 miljoen jaar oud.)

Onder hoge druk en temperatuur begint het inkolingsproces.

Plantenresten -> Veen -> Bruinkool -> Steenkool
Honderden meters stapelden zich op over de miljoenen jaren.
🡪 Veen werd samengeperst
      🡪 Toename druk en temperatuur
      🡪 Water en gassen uit het veen
      🡪 Toename kool- en zuurstof
      🡪 Inkoling
      🡪 Bruinkool
      🡪 Steenkool.

Slide 21 - Tekstslide

HW:
Maak een tekening van het inkolingsproces en wat hierbij plaatsvindt. 
Gebruik de volgende begrippen:
- Inkolingsproces
- Sedimentlagen
- Steenkool, Veen en Bruinkool
- Aardgas
- Steenzout

Slide 22 - Tekstslide






2.7 Brandstof uit de diepte

Slide 23 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Stukje herhalen
Paragraaf 7 afmaken

Slide 24 - Tekstslide

HW controle!!

Maak je aantekenschrift open op de correcte pagina.

Heb ik je hw gecontroleerd? Pak een tablet.

Slide 25 - Tekstslide

Hoe ontstaat steenkool? Sleep de zinnen naar de blokken in juiste volgorde
1
2
3
4
Bruinkool verandert in steenkool
Planten komen onder water terecht
Onder druk verandert veen in bruinkool
Er ontstaat veen

Slide 26 - Sleepvraag

Wat is het inkolingsproces?
A
Het zinken van materialen naar de bodem, waardoor er sedimentgesteente kan ontstaan door druk en tijd.
B
Het proces van slijtage van een vast oppervlak waarbij materiaal wordt verplaatst of geheel verdwijnt.
C
Het proces waarbij materiaal verandert als gevolg van invloeden exogene krachten.
D
Een proces waarbij door zware druk veenlagen in elkaar worden gedrukt.

Slide 27 - Quizvraag

Nederland is een dalingsgebied omdat
A
De zeespiegel stijgt waardoor NL steeds lager ligt
B
NL zakt langzaam verder in de mantel
C
NL is geen dalingsgebied, de bergen worden alleen hoger
D
De hele aarde wordt steeds kleiner dus daalt.

Slide 28 - Quizvraag

Aardgas
Door het inkolingsproces ontstaat dus  onder anderen steenkool. Maar door de druk en de hoge temperaturen  komt er ook aardgas vrij.

Als hierboven een dikke laag steenzout op ligt dan kan het aardgas niet ontsnappen. Als dit er niet is dan gaat het aardgas zo de lucht in.

Aardgas kan de laag steenzout niet doordringen. Dus onder de laag met steenzout (vaak met zand) bevindt zich een gasveld.

Slide 29 - Tekstslide

Moedergesteente en reservoirgesteente

In het geval van het aardgas is het moedergesteente de laag steenkool en het reservoirgesteente is dan de zandsteenlaag (Steenzout met zand). Dus het moedergesteente is het gesteente waarin het gas is ontstaan. Het reservoirgesteente is de laag waar het gas ligt opgeslagen.

Slide 30 - Tekstslide

Mijnbouw

Slide 31 - Tekstslide

Winning van delfstoffen
Dagbouw                                           Schachtbouw

Slide 32 - Tekstslide

Steenkool = Fossiele brandstof (Grijze energie)

/
Groene energie, duurzaam

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Link