Breuken

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Ik verdeel de pizza in 5 stukken.
Hoe schrijf ik elk deel in getallen?
Schrijf op je wisbordje

Slide 3 - Open vraag

Met breuken hebben we het over en noemers.
Hoe noemen we de 5 in het getal 1/5

Slide 4 - Open vraag

Hoe noemen we de 3 in 3/5?

Slide 5 - Open vraag

Het doel van de les:
Deze les gaan we rekenen met breuken. Wij gaan breuken met elkaar vergelijken. 

Slide 6 - Tekstslide

Wat betekent de breuk?
De breuk
 
 6
gebruik ik als voorbeeld. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze strook heeft 6 vlakken
Deze strook geeft 6 vlakken, omdat de noemer (onderste getal) 6 is.

Slide 8 - Tekstslide

Deze strook heeft 4 vlakken gekleurd

Deze strook heeft 4 gekleurde vakken, omdat de teller (bovenste getal) 4 is. 

Slide 9 - Tekstslide

Wat betekent dit?
 4     betekent 4 van de 6 stukken zijn gekleurd. 
 6

Slide 10 - Tekstslide

Hoe kun je zien welke breuk groter is?


Als voorbeeld gebruik ik: 3   en   5
                                                     4           6

Slide 11 - Tekstslide

Teken een strook
3      heeft een strook van totaal 4 vlakjes (noemer = 4). 
4

Slide 12 - Tekstslide

Teken een strook
5     heeft een strook van totaal 6 vlakjes (noemer = 6). 
6


Slide 13 - Tekstslide

Kleur de hokjes
3    heeft 3 gekleurde hokjes (teller = 3). 
4

Slide 14 - Tekstslide

Kleur de hokjes
5    heeft 5 gekleurde hokjes (teller = 5).
6

Slide 15 - Tekstslide

Welke is meer gekleurd?

Slide 16 - Tekstslide

De breuk
5   is groter, want je ziet meer gekleurde vakjes. 
6

Slide 17 - Tekstslide

Check
1) Schrijf de breuk op.
2) Maak twee even lange stroken.
3) Verdeel de stroken in hokjes (kijk naar de noemer van de breuk!). 
4) Kleur de hokjes (kijk naar de teller van de breuk!). 
5) De strook die het meest gekleurd is, is groter (tel niet de hokjes!). 

Slide 18 - Tekstslide

Welke breuk is groter?
2    of   4
3           5

Slide 19 - Tekstslide

Stroken

Slide 20 - Tekstslide

De grootste breuk is:
4
5

Slide 21 - Tekstslide

Tekens > en <
> = groter dan
< = kleiner dan

Slide 22 - Tekstslide

Doel van de les
Het doel van de les was breuken met elkaar vergelijken.
Lukt het? Maak les 11. Lukt het niet? Bekijk de dia's nog een keer. 
Succes allemaal.

Slide 23 - Tekstslide