Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
1. Ik weet wat belangen zijn en kan er voorbeelden bij noemen. Belangen zijn dingen die je nodig hebt om je gelukkig te voelen, zoals geld en vrije tijd.
2. Ik weet nu wat waarden zijn. Dingen waar je zelf vaak niet altijd beter van wordt maar de wereld wel.
3. Ik weet wat een dilemma is. Een dilemma zijn twee verschillende wensen die niet samen kunnen. Dus moet je keuzes maken.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
1. Hoe je duidelijk het verschil kunt zien tussen een waarde en een belang. Dat kan soms nog wel eens verschillen van mening.
2. Hoe de overheid omgaat met de verschillende dilemma’s in ons land om het volk tevreden te houden.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
1. Ik heb over deze paragraaf geen vragen.
Overige opmerkingen/vragen voor je docent.
Geen.