3/6 Europese Unie LnH

 6 juni
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

 6 juni

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Europese verkiezingen 6 juni
  • Elke vijf jaar worden er verkiezingen gehouden voor het Europees Parlement. 
  • Er zijn ongeveer 400 miljoen mensen die mogen stemmen (‘stemgerechtigden’).
  • De verkiezingen voor het Europees Parlement zijn eigenlijk 28 nationale verkiezingen voor een Europees orgaan. De bedoeling is dat burgers stemmen op wie hen in het Europees Parlement zal vertegenwoordigen.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het belang?

  • Vuist maken tegenover VS en China
  • Migratieproblemen?
  •  Impact Brexit?
  • Wie krijgen het voor het zeggen in het Europese Parlement?




Slide 4 - Tekstslide

7 Europese fracties
  1. Europese Volkspartij (CDA, ChristenUnie, 50+))
  2. Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten (PvdA)
  3. Renew Europe (D'66, VVD)
  4. Fractie De Groenen/Vrije Europese Alliantie (Groenlinks)
  5. Europese Conservatieven en Hervormers (Christenunie, SGP, JA21)
  6. Linkse Fractie (SP, Partij voor de Dieren)
  7. Identiteit en Democratie(PVV, FvD)

Slide 5 - Tekstslide

De Europese Unie
bron: Europa.eu

Slide 6 - Tekstslide

  • 28  landen lid
bron: Europa.eu

Slide 7 - Tekstslide

Het ontstaan van de Europese Unie
  • Na de WOII besloten 6 landen (waaronder Nederland) samen te werken  
  • Europa weer opbouwen
  • voorkomen dat er weer oorlog komt
  • inmiddels bijna 30 landen lid
  • kantoren staan vooral in Brussel
  • inwoners van de lidstaten kiezen volksvertegenwoordigers in het Europese Parlement

Slide 8 - Tekstslide

Welke onderwerpen zijn belangrijk om afspraken over te maken met meerdere landen?

Slide 9 - Open vraag

Wat hebben wij aan de EU?

Slide 10 - Tekstslide

  • geen visum nodig
  • ID-kaart genoeg

Slide 11 - Tekstslide

geen grenscontroles

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

voordelen van de Europese Unie
  • je kunt in elk EU-land wonen, werken of studeren
  • in veel landen kun je betalen met de euro
  • gemeenschappelijke handelsmarkt
  • dingen zijn goedkoper geworden, bv. vliegen/bellen
  • door Europa reizen zonder paspoort te laten zien 
  • samenwerken om migratiestroom te beheersen
  • samenwerken tegen criminaliteit
  • afspraken over milieubeleid (bv. vervuilen van de Rijn)

Slide 14 - Tekstslide

Wat krijgt Nederland van de Europese Unie
  • De grootste bijdragen van de EU aan Nederland zijn voor landbouwsubsidies en bijdragen uit fondsen voor regionale ontwikkeling.
  • Ook ontvangt Nederland geld voor onderzoek en innovatie (=vernieuwing), onder meer vanuit het Horizon-financieringsprogramma. 

Slide 15 - Tekstslide

Waarom vindt 20% van de Nederlanders dat Nederland uit de EU moet stappen?

Slide 16 - Open vraag

mening van Nederlanders over de Europese Unie
  • Grote tegenstanders van de EU: PVV (leider Geert Wilders) en Forum voor Democratie (leider Theirry Baudet) 
  • 80 procent (2023) van de Nederlanders wil dat Nederland lid blijft, want het is goed voor de economie
  • De EU-organisatie moet kleiner en goedkoper worden
  • Brussel moet zich alleen bemoeien met echt grote problemen, zoals klimaatverandering, immigratie en aanpak terrorisme en criminaliteit

Slide 17 - Tekstslide

nadelen van de Europese Unie
  • soevereiniteit (=mate waarin een land zelf beslist over de wetten en regels van een land) van landen wordt beperkt -> Brussel heeft te veel macht 
  • Om deze reden stapte het VK uit de EU.
  • Het meeste geld gaat naar armere lidstaten. Nederland betaalt als rijk land meer contributie dan dat het terugkrijgt aan subsidies.
  • Als het economisch slecht gaat in andere EU-landen heeft Nederland daar ook last van.
  • mensen uit nieuwe lidstaten (Polen, Roemenie) komen hier werken omdat daar werkloosheid is en lagere lonen en zorgen dat er minder banen voor Nederlanders zijn.
  • Het Europees Parlement wordt democratisch gekozen, maar heeft niet het laatste woord in politieke besluitvorming. 

Slide 18 - Tekstslide

Brexit

Slide 19 - Tekstslide

EU-afspraken: eens of oneens?
  1. Een Nederlandse bakker kan een winkel beginnen in Spanje.
  2. Elke student uit Europa mag in Nederland of in een ander land studeren.
  3. Polen mogen in Nederland werken.
  4. Turkije komt misschien bij de Europese Unie.
  5. Deense vissers mogen ook in Nederland vis verkopen.
  6. Arme Franse boeren krijgen geld van de Europese Unie.

Slide 20 - Tekstslide

Kahoot Europese verkiezingen groep A
https://create.kahoot.it/details/12a59f9a-23f4-4749-9a97-a67916a4c532

Slide 21 - Tekstslide