1.4 Waar blijft alle grind, zand en klei 220923

Lesplanning
11.35 - 11.40Welkom
11.40 - 12.05  Keuzemenu Workshoptijd
12.05-12.10 Instructie Tussencheck
12.10 - 12.50 Tussencheck 18 vragen ( vraag 19 = bonusvraag)

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lesplanning
11.35 - 11.40Welkom
11.40 - 12.05  Keuzemenu Workshoptijd
12.05-12.10 Instructie Tussencheck
12.10 - 12.50 Tussencheck 18 vragen ( vraag 19 = bonusvraag)

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Type erosie?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

§4: inzoomen: waar blijft alle grind, zand en klei? 

Slide 8 - Tekstslide

§1.4




  • Hoe ontstaan zandbanken, duinen, delta en een estuarium?

  • Hoe ontstaan sedimentgesteenten?

  • Aan welke kenmerken kan je een sedimentgesteente herkennen?




Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Benedenloop: sedimentatie

  • Aan het einde van de rivier is de stroomsnelheid heel laag
  • Hierdoor treedt er veel sedimentatie op
  • Er ontstaat een delta
               

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Schematische weergave: Bodem zand, grind, klei
  • Materiaal vanuit middenloop naar benedenloop. Dit proces heet sedimentatie.
  • Nieuwe lagen worden steeds dikker; er ontstaat nieuw land > delta

Slide 16 - Tekstslide

Schematische weergave: Bodem zand, grind, klei
  • Monding van de rivier vormt een estuarium
  • Hoe ontstaat deze?
  • Tijdens eb en vloed stroomt de zee de rivier in en uit en neemt sediment mee naar de zee.

Slide 17 - Tekstslide

Zandbanken
Strand
Hoe komt het zand uiteindelijk op het strand terecht?
Bij hoog water en gunstige wind wordt het zand van de zandbanken naar het strand vervoerd. Zo worden stranden hoger. 

Slide 18 - Tekstslide

Waar blijft alle grind, zand en klei?




  • Bovenloop: rivier ontspringt. Hoge bergen en diepe dalen ontstaan door rivieren. Hoge stroomsnelheid.
  • Middenloop: rustig stromend water.
  • Benedenloop: langstromend water. Sedimentatie. 

Slide 19 - Tekstslide

Duinvorming in stappen:




  • Stap 1: zee spoelt zand het land op (door vloed, springtij).
  • Stap 2: wind neemt zand landinwaarts mee en blaast het tot hoopjes. Op den duur ontstaan er plantjes. Houdt zand vast. Deze kusten worden aanslibbingskusten genoemd.

Slide 20 - Tekstslide

Sedimentgesteente


  • Kalksteen
  • Zandsteen



= opgebouwd van sediment (zacht)

kan fossielen bevatten
Stollingsgesteente


  • Basalt
  • kristallen




= ontstaan doordat magma of lava is gaan stollen (hard)

Slide 21 - Tekstslide

Workshoptijd 11.35 -12.05
Keuze uit:
  • Leren paragraaf 1.1 t/m 1.3 Noordhoff (tussencheck)
  • Maken paragraaf 1.4


Slide 22 - Tekstslide