v4 - di060224

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • Grammaire
  • Au travail
  • Les devoirs

Slide 2 - Tekstslide

Grammaire - trappen van vergelijking
  • De kleine kinderen zijn voorzichtiger met schaatsen dan de grote kinderen. 
  • De kleine kinderen zijn het voorzichtigst. 

Slide 3 - Tekstslide

Vergrotende trap
  • Plus/moins/aussi + bijvoeglijk naamwoord / bijwoord + (que)

Tu es grand, mais moi, je suis plus grande. 
Je suis plus grande que toi

Slide 4 - Tekstslide

Overtreffende trap
  • le/la/l'/les + plus/moins + bijvoeglijk naamwoord / bijwoord 

Je suis la plus grande fille de la classe
Elle parle le moins lentement. * 

* overtreffende trap van een bijwoord: le + plus/moins + bijwoord

Slide 5 - Tekstslide

Plaats
  • Voor óf achter het zelfstandig naamwoord (net als bij het bijv. nw) 

Voor: une belle fille - une plus belle fille - la plus belle fille 
Achter: une fille sympa - une fille plus sympa - la fille la plus sympa

Slide 6 - Tekstslide

Goed/beter/best
  • Bon (bijvoeglijk naamwoord voor goed) 

goed: bon / bonne / bons / bonnes
beter: meilleur / meilleure / meilleurs / meilleures 
best: le meilleur / la meilleure / les meilleurs / les meilleures 

un bon acteur / un meilleur acteur / le meilleur acteur

Slide 7 - Tekstslide

Goed/beter/best
  • Bien (bijwoord voor goed) 

goed: bien 
beter: mieux
best: le mieux

il joue bien - il joue mieux - il joue le mieux

Slide 8 - Tekstslide

Au travail
Exercice 11abc
Page 68
timer
1:00

Slide 9 - Tekstslide

Corriger ex. 11a
Cette semaine, pour Nathan et son meilleur copain Rayan leurs devoirs étaient moins importants, car ils avaient d’autres choses à faire : ils ont organisé une fête au lycée. C’était la plus grande fête de l’année ! Tout le monde était très bien habillé, mais c’était Hélène qui portait la plus jolie robe. Notre prof de français est resté plus longtemps que les autres profs et il a même dansé avec nous.
Les billets étaient plus chers que normalement, parce qu’on a donné l’argent de ces billets à Oxfam, une des associations de solidarité les plus connues. Il y a beaucoup de pays où les gens sont plus pauvres que chez nous, et Nathan et Rayan ont voulu les aider. C’est sympa, non ?

Slide 10 - Tekstslide

Corriger ex. 11a

  1.  beste
  2.  minder belangrijk
  3.  het grootste
  4.  de mooiste
  5.  langer
  6.  duurder
  7.  de bekendste
  8.  armer

Slide 11 - Tekstslide

Corriger ex. 11b
  1.  a long – plus long que – le plus long
 b beau / joli – plus beau / joli que – le plus beau / joli
 c poli – plus poli que – le plus pol
2 a A: sympathique staat niet in de lijst met bijvoeglijke naamwoorden die voor het zelfstandig naamwoord komen.
 b B: gros staat in de lijst met bijvoeglijke naamwoorden die voor het zelfstandig naamwoord komen.
 c A: dangereux staat niet in de lijst met bijvoeglijke naamwoorden die voor het zelfstandig naamwoord komen.

Slide 12 - Tekstslide

Corriger ex. 11b
  1. 3 In zin 1 gaat het om een bijvoeglijk naamwoord (vrouwelijk enkelvoud) en in zin 2 om een bijwoord. Voor een bijwoord gebruik je altijd le.
  2. 4 a meilleure
  3. b meilleure
  4.  c le mieux
  5. 5 a aussi sympa que d aussi lentement que
  6.  b moins sympa que e moins lentement que
  7.  c le moins sympa f le moins lentement


Slide 13 - Tekstslide

Corriger ex. 11C
1 aussi lourde
2 meilleures
3 les plus riches
4 mieux
5 plus grave
6 moins intéressants
7 plus pauvre
8 la moins importante


Slide 14 - Tekstslide

Les devoirs
Vrijdag 9 februari: cito kijk/luisteren
Vrijdag 1 maart: repetitie hoofdstuk 3


Slide 15 - Tekstslide