Voedingsleer

Voedingsleer
Kennis over voeding
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Q&AMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Voedingsleer
Kennis over voeding

Slide 1 - Tekstslide

Voedingsstoffen
Stoffen die het lichaam nodig heeft om gezond te blijven:
- Energieleverende (brand)stoffen 
- Bouwstoffen
- Regulerende(beschermende) stoffen

Slide 2 - Tekstslide

Energieleverende stoffen: kcal=Kilocalorie 

- Vetten leveren meer energie dan eiwitten en koolhydraten 
1 gram vet levert 9 kcal.
- Koolhydraten
1 gram koolhydraten levert 4 kcal.
- Eiwitten
1 gram eiwitten levert 4 kcal. 

Slide 3 - Tekstslide

Eet bij voorkeur plantaardige vetten en zo min mogelijk dierlijke vetten
Vetten: Organen beschermen
Isolatie laag tegen kou
Energie en vitaminen.

Vetten (verzadigde vetten en onverzadigde vetten)
Verzadigde (verkeerde) vetten verhogen het cholesterolgehalte in het bloed (volle melk, roomboter, frituurvet, snacks, chocola, gebak etc)
Onverzadigde vetten (Oke) (vis, magere melk, 20+ kaas, etc ) hebben een positieve invloed en beschermen tegen hart-en vaatziekten.

Slide 4 - Tekstslide

Koolhydraten (3 soorten)
  • Zetmeel (energie): bindmiddel, aardappel, brood, peulvruchten, rijst, pasta
  • Suikers (energie): in snoep, fruit en melk
  • Voedingsvezels (geen energie, ze houden vocht vast en zorgen voor zachte ontlasting. Granen en fruit zijn vezelrijk)

Slide 5 - Tekstslide

Voedingsvezels
- stimuleren de darmen
- houden vocht vast

  • vooral in plantaardige producten

Slide 6 - Tekstslide

Eiwitten
Energieleverancier +
Bouwstof

Veel eiwit zit in melk, eieren en kaas

Slide 7 - Tekstslide

Bouwstoffen: Eiwitten, water, mineralen
Onderhoud en herstel van je lichaam: 
  • Groei
  •  Herstel van cellen
  • Weerstand

Slide 8 - Tekstslide

Regulerende stoffen
Vitaminen en mineralen: beschermen tegen ziekten

Vitaminen: in water of in vet oplosbaar

Slide 9 - Tekstslide

water oplosbaar

vitamine B zit in volkorenproducten (goede werking zenuwen)
vitamine C zit vooral in groente en fruit (voorkomt bloedarmoede)
vet oplosbaar

vitamine A zit in wortelen, mais en tomaten (huid en ogen)
vitamine D: tekort zorg voor vergroeiingen x en o benen)
vitamine E zit in volkorenbrood, oliën en vetten en zorgt voor bloedstolling
vitamine K nodig voor bloedstolling

Slide 10 - Tekstslide

Mineralen
Calcium: geeft stevigheid aan botten, zit in melk, kaas
Natrium: vocht op peil houden
Fluoride: zit in tandpasta zorg voor hard tandglazuur 
IJzer: opbouw rode bloedlichaampjes en zuurstof transport, tekort geeft bloedarmoede

Slide 11 - Tekstslide

Schijf van vijf
1. eet gevarieerd
2. eet niet te veel
3. eet minder verzadigd vet
4. eet veel groenten, fruit en brood
5. eet veilig

Tussendoortjes: gezond 
(niet te vaak ongezond)

Slide 12 - Tekstslide

Wat zijn verzadigde vetten?
A
Ze zijn gezond, zorgen voor een verlaagd cholesterol.
B
Ze zijn gezond, zijn vloeibaar van vorm.
C
Ze zijn ongezond, je moet deze vervangen door koolhydraten.
D
Ze zijn ongezond, zorgen voor een hoger risico op hart- en vaatziekten.

Slide 13 - Quizvraag

Onverzadigd en verzadigd vet

Slide 14 - Tekstslide

Voedsel met veel verzadigde vetten.
Aderverkalking
Verzadigde vetten zijn ongezonder

Slide 15 - Tekstslide

Verzadigd vet zit in:
A
Taart, koek, chocolade
B
Nootjes, olie, avocado
C
Friet, kroket, frikandel
D
Kaas, roomboter, volle melk

Slide 16 - Quizvraag

verzadigde vetten
verzadigde vetten
verzadigde vetten
verzadigde vetten
verzadigde vetten
onverzadigde vetten
onverzadigde vetten

Slide 17 - Sleepvraag

11.6. Aantal maaltijden per dag 
Ontbijt: licht, beperkte calorieën
Lunch: voldoende energie en voedingsstoffen voor de middag
Avondmaal: warme maaltijd, levert meeste energie op
Tussendoortjes

Slide 18 - Tekstslide

Aantal bereide maaltijden per dag:
... maaltijden (in letters)

Slide 19 - Open vraag

           Tafel dekken 
Broodmaaltijd 
Warme maaltijd

Slide 20 - Tekstslide

Serveren
Uitserveren
Buffet

Slide 21 - Tekstslide

Tijdens en na de maaltijd
Goede sfeer = meer eten
Afruimen: borden, bestek en schalen
Afwassen: van schoon naar vies: glas, kopje, bestek, bord en pannen

Slide 22 - Tekstslide

3

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video