Wie ben ik?

Wie ben ik?
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wie ben ik?

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Welkom
  • Leerdoelen doornemen (5 minuten)
  • Uitleg en oefenen in Lessonup (30 minuten)
  • Opdracht  (20 minuten)
  • Afsluiten


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
... je kan in je eigen woorden uitleggen wat identiteit betekent
... je kan in je eigenschappen onderverdelen in aangeleerde en erfelijke eigenschappen
... je kan betekenisvolle vragen stellen over wie je bent en waar je vandaan komt
... je begrijpt dat iedereen anders is en dat dat ons uniek en mooi maakt







Slide 4 - Tekstslide

Sprong naar het verleden
Het verhaal over de bijzondere vriendschap tussen twee mensen die veel van elkaar verschilden:

De Engelse konining Victoria en de Indiase bediende Abdul.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Noem drie verschillen tussen de personen Victoria en Abdul.

Slide 7 - Open vraag

Victoria en Abdul
Bij de vorige dia hebben jullie verschillende kenmerken genoemd van de twee personen uit het filmpje.

Beide personen hebben verschillende kenmerken. Deze kenmerken vormen hun identiteit. Ondanks hun verschillen zijn ze toch bevriend.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Wat is identiteit?
Alle eigenschappen van een persoon, zoals:
  • uiterlijke kenmerken (haarkleur, kleur ogen)
  • karaktereigenschappen (grappig, aardig, slim)
  • afkomst en cultuur
  • hoe je leeft (leefstijl)

Slide 10 - Tekstslide

Identiteit
Identiteit is de unieke combinatie van persoonlijke eigenschappen die jou de persoon maken tot wie je bent.


Het beantwoordt de vraag ‘Wie ben ik?’, ‘Waar hoor ik?’, ‘Wat maakt me (bijna) gelijk aan of verschillend van anderen?’ en ‘Hoe zien anderen mij?

Slide 11 - Tekstslide

Identiteit
Je identiteit wordt deels bepaald bij je geboorte en deels door de omgeving waarin je leeft.

Dingen uit je omgeving die je identiteit kunnen bepalen, zijn bijvoorbeeld:
- Familie
- Cultuur
- Vrienden

Slide 12 - Tekstslide

Identiteit: 
Je identiteit is wie jij bent. Alle eigenschappen die ervoor zorgen dat jij jezelf bent.

We kunnen deze eigenschappen in twee groepen verdelen:

1. aangeboren eigenschappen
2. erfelijke eigenschappen

Slide 13 - Tekstslide

Aangeleerde eigenschappen:
Eigenschappen die zich tijdens je leven vormen. Het kan beïnvloed worden door vrienden, familie of een idool. Eigenschappen zoals: 
  • keuze voor kleding / muziek
  • omgangsvormen
  • trainen

Slide 14 - Tekstslide

Erfelijke eigenschappen:
Eigenschappen die je al hebt.
 Eigenschappen zoals: 
  • huidskleur / haarkleur / kleur ogen
  • gedragskenmerken

Slide 15 - Tekstslide

Cultuur

Slide 16 - Tekstslide

Cultuur
Als een groep mensen dezelfde waarden, normen en gewoonten heeft.

Dominante cultuur:
Cultuur die bij een heel land hoort.

Slide 17 - Tekstslide

Subcultuur
Cultuur van een kleine groep mensen.

Slide 18 - Tekstslide

Dingen die je hebt 
meegemaakt, geloof, tradities, opvoeding
....Dit zijn allemaal dingen die jou maken tot wie je bent! 

Slide 19 - Tekstslide

Complimenten

Geef in 30 seconden je klasgenoot zoveel mogelijk complimenten. Dit gaat dan niet over het uiterlijk, maar over bijvoorbeeld gedrag, karakter, kwaliteiten, mooie acties....
Daarna wisselen we om. 
timer
0:30

Slide 20 - Tekstslide

Nederlandse cultuur

Slide 21 - Woordweb

Wat is identiteit?
Noem één woord.

Slide 22 - Woordweb

Uniek betekent dat:
A
je de beste bent
B
dat je later rijk en beroemd wordt
C
je verdrietig bent
D
dat er maar een is zoals jij

Slide 23 - Quizvraag

Mensen hebben allemaal hun eigen kenmerken.
Wat is een kenmerk?
A
Dit maakt jou anders dan anderen.
B
Dit maakt jou hetzelfde als iedereen
C
Dit maakt jou hetzelfde als je ouders
D
Dit maakt jou anders dan anders.

Slide 24 - Quizvraag

Opdracht 1
Schrijf zoveel mogelijk aangeleerde eigenschappen op in 
kolom 1 (werkblad) die iets zeggen over jouw identiteit.

Denk aan:
Kledingstijl, muzieksmaak, hobbies, waar je woont, bijbaan, sport, geloof, enzovoorts...
timer
3:00

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht 2
Bij opdracht 1 heb je verschillende kenmerken 
opgeschreven die jouw identiteit vormen.

Schrijf nu in kolom 2  kenmerken op die zijn bepaald bij je geboorte. Dit zijn de erfelijke (aangeboren) eigenschappen. 

Hierbij kan je denken aan haarkleur, huidskleur, geslacht, afkomst, enzovoorts..



timer
3:00

Slide 26 - Tekstslide

Discussie
- Hoe was het om dit in te vullen?
- Waren er kenmerken waarbij het lastig was om deze in te delen?
- Vergelijk jouw kenmerken met je buurman of buurvrouw. Wat komt er overeen?

Slide 27 - Tekstslide

Leerdoelen
... je kan in je eigen woorden uitleggen wat identiteit betekent
... je kan in je eigenschappen onderverdelen in aangeleerde en erfelijke eigenschappen
... je kan betekenisvolle vragen stellen over wie je bent en waar je vandaan komt
... je begrijpt dat iedereen anders is en dat dat ons uniek en mooi maakt







Slide 28 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 29 - Open vraag

Wat vind je nog lastig?

Slide 30 - Open vraag