Sociale vaardigheden/ skills/ competenties om te kunnen omgaan met anderen.
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
KapperMBOStudiejaar 1-3
In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Wat zijn sociale vaardigheden?
Sociale vaardigheden/ skills/ competenties om te kunnen omgaan met anderen.
Slide 1 - Tekstslide
Waarom zijn sociale vaardigheden belangrijk?
A
Slide 2 - Quizvraag
Doel van de les
Je leert wat sociale vaardigheden en gastvrijheid inhoud
Je leert van verbale en non-verbale communicatie.
Slide 3 - Tekstslide
Wat is een sociale vaardigheid?
A
Contact met vertegenwoordigers
B
Clienten naar de salon trekken
C
Interesse tonen
D
Goed kunnen masseren
Slide 4 - Quizvraag
Een voorbeeld van een sociale vaardigheid is
A
Empathie tonen
B
Luisteren
C
Emoties uiten
D
Mening geven
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de juiste betekenis van: sociale vaardigheden
A
Bezigheden die je met je handen doet
B
Hoe mensen met elkaar omgaan
C
Hobby's om gezond te blijven
D
Effecten op de gezondheid
Slide 6 - Quizvraag
wat zijn sociale vaardigheden noem er twee
A
hoe je met andere mensen omgaat
B
bestelling klaarmaken
C
spullen niet opruimen
D
ben je beleefd tegen klanten
Slide 7 - Quizvraag
Bij sociale vaardigheden horen o.a
A
goed kunnen luisteren naar elkaar
B
inzicht hebben in de ander
C
aandacht hebben voor andermans gevoelens
D
A, B en C
Slide 8 - Quizvraag
Wat is GEEN sociale vaardigheid?
A
Je aan de regels houden
B
Er verzorgd uit zien
C
Initiatief nemen
D
Rekening houden met elkaar
Slide 9 - Quizvraag
Wat zijn voorbeelden van sociale vaardigheden?
A
goed kunnen luisteren en rekenen
B
je aan de regels houden en je zin door kunnen drukken
C
Goed kunnen rekenen en initiatief nemen
D
rekening houden met gevoelens en inleven in een ander
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Video
Wat zegt de gezichts uitdrukking van de mevrouw bij de kassa ?
Slide 12 - Open vraag
Verbale communicatie
Gesproken en geschreven communicatie
Slide 13 - Tekstslide
Communicatie
Verbaal
non verbaal
Slide 14 - Tekstslide
Verbaal & non-verbaal
**Verbaal = met gesproken woorden. Het gaat puur over de inhoud van de boodschap die met woorden wordt overgebracht, zoals: “Welkom”
**Non-verbale = de manier aan waarop je dingen zegt en wat je zegt door middel van je lichaamstaal.
Slide 15 - Tekstslide
Non verbale communicatie
Non-verbale communicatie=
Spreken met lichaamstaal
Slide 16 - Tekstslide
Wat is jou reactie op een compliment?
Bedankt
O, dat was niks. joh.
Vind je?
Slide 17 - Poll
Vind je het moeilijk om complimenten te geven?
Ja
Nee
Soms
Slide 18 - Poll
Vind je het lastig om feedback te ontvangen?
Ja
soms,
Nee
Slide 19 - Poll
Slide 20 - Video
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Stellingen
Er liggen 2 blaadjes op de grond met eens en oneens. Ga bij het blaadje staan wat jij vindt en bedenkt samen met de studenten die voor hetzelfde antwoord hebben gekozen waarom eens of oneens.....
Slide 24 - Tekstslide
Zichtbare tatoeages en piercings mogen tijdens het werk
Eens
Oneens
Slide 25 - Poll
Het gebruiken van je mobiel kan best op de werkvloer
Eens
Oneens
Slide 26 - Poll
Mag je over privédingen praten in het bijzijn van je klanten?
Ja
Nee
Slide 27 - Poll
Spreek je iemand die in jou salon komt van 18 jaar aan met u of je?
U
Je
Slide 28 - Poll
Is de klant koning?
Ja
Nee
Slide 29 - Poll
Is iedere klant welkom bij jou/ons?
Jazeker!
Nee, zeker niet iedereen
Slide 30 - Poll
Gastvrijheid les 2
Slide 31 - Tekstslide
Terugblik les 1
In les 1 hebben we geleerd:
• Wat gastvrijheid inhoudt;
• Gast correct te benaderen;
• Verzorging en uitstraling van belang zijn voor de goede klantervaring;
• Belang van verbale en non-verbale communicatie;
Slide 32 - Tekstslide
Doelen van de les
Je leert hoe je een klant ontvangt;
Oefenen in een rollenspel.
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Video
Rollenspel......
Speel een situatie die beschreven staat op het kaartje.
1 student is Kapper (die zorgt voor gastvrij ontvangst)
1 student is klant ( die zich een rol aanneemt)
Wie durft?????
Slide 35 - Tekstslide
Afsluiting: Van vandaag neem ik mee in mijn stage?