Activiteit 3 - Energie gaat nooit verloren

Activiteit 1
(HL: 25 minuten)

Verkenning thema
Activiteit 2
(HL: 50 minuten)

Energie gaat nooit verloren.

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
WOLager onderwijs

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

Activiteit 1
(HL: 25 minuten)

Verkenning thema
Activiteit 2
(HL: 50 minuten)

Energie gaat nooit verloren.

Slide 1 - Tekstslide

MATERIAAL
- Foto's van de leerlingen (huistaak activiteit 2)
- Chromebooks



Slide 2 - Tekstslide

Knip je foto's uit.
Klaar?
Denk al eens na of je een duo kan maken met je foto's of met de foto's die hieronder staan. 
-> Welke twee vormen van energie hebben met elkaar te maken, hebben een invloed op elkaar? Waarom?

stopcontact en broodrooster
De broodrooster wordt warm. De broodrooster gebruikt dus de elektrische energie uit het stopcontact en zet die om in warmte om te toasten.
zon en rekentoestel
De zon geeft licht. Het rekentoestel heeft een zonnecel en toont cijfers door de energie van de zon.

Slide 3 - Tekstslide

We ontdekken dat energie altijd verandert in een andere vorm van energie, maar nooit verdwijnt. Energie komt niet uit het niets en verdwijnt ook niet. Energie verandert altijd van vorm: dat heet energieomzetting.
Kleef je foto's in je WS op blz. 8.

Slide 4 - Tekstslide

Wat hebben deze foto's met energie te maken?
In welke volgorde zou jij de foto's leggen? Waarom?
1
De fietser eet een appel: hij neemt energie op, in de vorm van suikers. Die suikers geven energie aan de spieren (en ons lichaam).
4
Als de wielen bewegen, gaat de fiets vooruit. De fiets beweegt dus. De ketting haakt in op de tandwielen, die vastzitten op het achterwiel.
3
Het bewegende lichaam duwt op de pedalen. Daardoor bewegen de pedalen en de (tand)wielen. De ketting maakt geluid: ze ratelt.
6
Het fietslicht brandt dankzij de elektriciteit die de dynamo opwekt.
2
Met de energie in ons lichaam gebruiken we onze spieren. De spieren brengen ons lichaam in beweging. Van fietsen krijg je het warm. Onze energie gaat dus deels naar beweging (fietsen) en deels naar warmte (zweten).
5
De kop van de dynamo leunt tegen het voorwiel. Als het wiel draait, komt de dynamo in beweging.

Slide 5 - Tekstslide

De energie uit de appel zorgt ervoor dat de spieren kunnen bewegen.

Slide 6 - Tekstslide

Hoe wordt de energie van de spieren omgezet naar de pedalen?

  • De benen duwen en de pedalen bewegen: ze draaien

Slide 7 - Tekstslide

Hoe wordt de energie van de pedalen omgezet naar het wiel?

  • De pedalen draaien en laten via de ketting en de tandwielen de wielen bewegen/draaien.

Slide 8 - Tekstslide

Hoe wordt de energie van de wielen omgezet naar de dynamo?

  • De wielen draaien en laten de dynamo bewegen/draaien.

Slide 9 - Tekstslide

Hoe wordt de energie van de dynamo omgezet naar het fietslicht?

  • De dynamo draait, wekt elektriciteit op en laat het fietslicht branden.

Slide 10 - Tekstslide

Nadenker!!
Zit alle energie van de appel nu in het licht?






  • Dit noemen we ENERGIEVERLIES.
Nee, een deel van de energie van de appel gaat onderweg 'verloren' aan andere dingen en wordt niet gebruikt om de lamp te laten branden. 
Bijvoorbeeld: 
- De fietser krijgt het warm. Die warmte draagt niet bij aan het duwen op de pedalen.
- De ketting ratelt. Een deel van de energie gaat dus naar het geluid, maar wordt niet gebruikt om de fiets in beweging te zetten.

Slide 11 - Tekstslide

WS blz. 9

Slide 12 - Tekstslide

WS blz. 9

Slide 13 - Tekstslide

We herhalen even wat we al kennen uit voorbije lessen en oefenen in wat we leerden. 

Neem je chromebook en log in!

Slide 14 - Tekstslide

Hoe kan je energie zien in je omgeving. Geef 1 voorbeeld.

Slide 15 - Open vraag

Hoe gebruikte jij vandaag al energie?
Geef 1 voorbeeld.

Slide 16 - Open vraag

1
2
3
4

Slide 17 - Sleepvraag

1
2
3
4

Slide 18 - Sleepvraag

1
2
3
4

Slide 19 - Sleepvraag

1
2
3
4

Slide 20 - Sleepvraag

WS blz. 10

Slide 21 - Tekstslide

WS blz. 10

Slide 22 - Tekstslide