LO PTO 3 les 1 badminton
1 / 17
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Welke van deze vier onderdelen lijkt jou het leukste?
A
Badminton
B
Turnen
C
Atletiek
D
Stoeispelen
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Video
Hoe heet het voorwerp waar je tegen slaat bij badminton?
A
Bal
B
Puck
C
Shuttle
D
Veer
Slide 5 - Quizvraag
Met welke sporten heeft badminton veel overeenkomsten? (Meerdere antwoorden mogelijk)
A
Tennis
B
Hockey
C
Turnen
D
Tafeltennis
Slide 6 - Quizvraag
Heb jij wel eens badminton gespeeld?
Ja, zo vaak!
Een paar keer.
Eén keer.
Nog nooit.
Slide 7 - Poll
Een badmintonveld ziet er zo uit:
A
B
C
D
Slide 8 - Quizvraag
Wat betekent de term 'Service'?
A
Dat de shuttle uitgeslagen wordt
B
De eerste shuttle in het spel brengen na een punt
C
De shuttle in het gezicht van de tegenstander slaan
D
De shuttle in het net slaan
Slide 9 - Quizvraag
Wat betekent de term 'Let'?
A
Dat de scheidsrechter extra op jou let
B
Dat je een gele kaart krijgt
C
Dat de rally opnieuw wordt gespeeld
D
Dat je de wedstrijd bijna hebt gewonnen
Slide 10 - Quizvraag
Hoe vaak mag de shuttle stuiteren voordat je hem slaat?
A
0
B
1
C
2
D
3
Slide 11 - Quizvraag
Hoe heet dit voorwerp?
A
Slagplank
B
Slagnetje
C
Tennisracket
D
Badmintonracket
Slide 12 - Quizvraag
Lijkt het jou leuk om te badmintonnen in de lessen LO?
Ja
Nee
Slide 13 - Poll
Wat is waar over de service?
A
Hier heb je drie pogingen voor.
B
Deze mag je vanaf de middellijn slaan.
C
Deze mag in heel het veld landen bij de tegenstander.
D
Deze moet onderhands worden geslagen.
Slide 14 - Quizvraag
Badminton
