Start H. 4: Paragraaf 4.1 Leenheren en leenmannen.

Programma

  • Doel van de les
  • Start hoofdstuk 4!
  • Start paragraaf 4.1.
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Programma

  • Doel van de les
  • Start hoofdstuk 4!
  • Start paragraaf 4.1.

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 4: Monniken en ridders.

Slide 2 - Tekstslide

Een nieuwe periode!
Van de

OUDHEID

naar de

MIDDELEEUWEN!

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide


Het Romeinse rijk kwam ten einde!





Slide 5 - Tekstslide

Oorzaken verval
  • Volksverhuizingen bedreigen de grenzen

  • Romeinse leger was zwak

  • Slecht bestuur en steeds verschillende keizers

  • Plunderingen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Aan het einde 
van de 8e eeuw veroverde Karel de grote een groot rijk!

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Karel de Grote

Vorst van het Frankische Rijk


Veroverde een groot rijk maar -> moeilijk te besturen vanwege afstanden




Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

4.1: Leenheren en leenmannen.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Waarom kon Karel de Grote niet in zijn eentje het Frankische Rijk besturen?

Slide 15 - Open vraag

De oplossing: het feodalisme/leenstelsel







Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

1. Karel de Grote woonde in Duitsland.
2. Hij hoorde bij de Franken.
A
Beide zijn goed
B
Beide zijn fout
C
1 is goed en 2 en fout
D
1 is fout en 2 is goed

Slide 19 - Quizvraag

1. Karel werd in 900 koning
2. Karel werd ook tot keizer gekroond.
A
Beide zijn goed
B
Beide zijn fout
C
1 is goed en 2 en fout
D
1 is fout en 2 is goed

Slide 20 - Quizvraag

Karel de Grote leefde in de tijd van Grieken en Romeinen.
A
Goed
B
Fout

Slide 21 - Quizvraag

Karel de Grote leefde in de tijd van
A
0 - 500 n. C
B
600 - 700 n.C
C
500 - 600 n. C
D
700 - 800 n.C

Slide 22 - Quizvraag

Karel de Grote gebruikte zijn leger om
A
oorlogen te winnen
B
zijn post rond te brengen
C
bewapende mannen op te tillen
D
om op zijn kinderen te passen

Slide 23 - Quizvraag

Voor zijn ridders was Karel de Grote de leenheer.
A
Goed
B
Fout

Slide 24 - Quizvraag

Graven en hertogen zijn voor Karel de Grote leenmannen
A
Goed
B
Fout

Slide 25 - Quizvraag

In 700 kroonde paus Karel de Grote tot keizer.
A
Goed
B
Fout

Slide 26 - Quizvraag

De leenheer beloofde de leenman met raad en daad bij te staan.
A
Goed
B
Fout

Slide 27 - Quizvraag

1. Het leenstelsel zorgde voor onrust in het land.
2. In 814 stierf Karel de Grote.
A
Beide zijn goed
B
Beide zijn fout
C
1 is goed en 2 en fout
D
1 is fout en 2 is goed

Slide 28 - Quizvraag

Een leenman splitste vaak zijn land weer in kleinere stukken land in leen aan lagere edelen.
A
Goed
B
Fout

Slide 29 - Quizvraag

1.Na 814 vergaten de leenmannen hun eed van trouw.
2. Leenmannen gingen met elkaar vechten.
A
Beide zijn goed
B
Beide zijn fout
C
1 is goed en 2 en fout
D
1 is fout en 2 is goed

Slide 30 - Quizvraag

Vikingen zorgde na 814 voor rust in het rijk van Karel de Grote
A
Goed
B
Fout

Slide 31 - Quizvraag

in de 

Middeleeuwen ontstond een standensamen-leving!

Slide 32 - Tekstslide

Na Karels dood 

Viel het Frankische rijk uiteen en werd het onveilig!

Slide 33 - Tekstslide

Door 

Oorlogen, rovers  en invallen van buitenaf werd het onveiliger!

Slide 34 - Tekstslide

Om zich


te beschermen bouwden de edelen kastelen!

Slide 35 - Tekstslide

Ridders beschermden de edelen!

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Slide 38 - Link