H4: 6D, écouter, parler

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Chapitre 6: D-toets + lire

Programme

1. Les objectifs d'apprentissage 

2. La révision

3. D-toets

4. Lire

1. Les objectifs d'apprentissage

Après ce cours:

1. Ken je het werkwoord venir

2. Begrijp je de woordvolgorde 

3. Ken je de vergelijkingen

2. La révision

Neem 15 minuten om de woorden van E, F, G (hoofdstuk 6) door te nemen. Probeer er zoveel mogelijk te onthouden!

--> Klassikale overhoring.

2. La révision

Venir --> komen

Je viens --> ik kom

Tu viens --> jij komt

Il/elle/on vient --> Hij/zij/men komt

Nous venons --> Wij komen

Vous venez --> Jullie komen

Ils/elles viennent --> Zij komen

VENIR  KOMEN

ILS/ELLES

VOUS

NOUS

TU

JE

VIENNENT

VENEZ

IL

ELLE

VENONS

VIENS

VIENT

VIENS

2. La révision

Hoe maak je de vergelijking meer in het Frans?

1. moins + bijvoeglijk naamwoord + que
2. aussi + bijvoeglijk naamwoord + que
3. plus + bijvoeglijk naamwoord + que
4. meilleur + bijvoeglijk naamwoord + que

Welke vergelijking is juist?

1. Emily est aussi grande que Jessica.
2. Emily est aussi grand que Jessica.

Welke vergelijking is juist?

1. Denise es aussi belle que sa mère.
2. Denise est aussi belle que son mère.
3. Denise est aussi beau que sa mère.
4. Denise est aussi belle que sa mère.

Welke vergelijking is juist?

1. Sophie est ausi grande que Lieve.
2. Sophie est aussi grand que Lieve.
3. Sophie est aussi grande que Lieve.
4. Sophie est moins grand que Lieve.

2. La révision

Welke zinsvolgorde is juist.

1. Il ne va pas demain au cinéma.
2. Demain il ne va pas au cinéma.
3. Le cinéma demain il ne va pas.
4. Il ne va demain pas au cinéma .

3. D-toets

Bilan chapitre 6

Klaar? Leer woorden tot aan het einde van deze les.

4. La lecture

1. Lees de tekst

2. Schrijf de hoofdgedachte van de tekst op --> Hoe omschrijf je een hoofdgedachte?

3. Maak de examenvraag

4. La lecture

Bilan chapitre 6

Klaar? Leer woorden tot aan het einde van deze les.