Burgerschap - Algemeen tekstbegrip | Rebels voor rechtvaardigheid

Hoe zit dat?
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 5-8

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoe zit dat?

Slide 1 - Tekstslide

Ik kan uitleggen wat protesteren door middel van burgerlijke ongehoorzaamheid is.

Ik kan argumenten voor deze manier van protesteren noemen.

Ik kan argumenten tegen deze manier van protesteren noemen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat valt je op aan de vorm, de kopjes, de titel en de
plaatjes?
Wat is dit voor tekst?
Hoe ga je deze tekst lezen?
Waar denk je dat het over zal gaan, waarom denk je dat?
Wat wil de schrijver bereiken met deze tekst?
Wat weet je er
al van?

Slide 3 - Tekstslide

 Schrijf je vragen op een post-it (één vraag per blaadje) en plak ze op de
vragenmuur.
Heb je vragen als je naar de pagina kijkt? 

Slide 4 - Tekstslide

Lees de hele tekst of lees mee met de leerkacht.

Slide 5 - Tekstslide

Woordenschat:
rebels, rechtvaardigheid, komt tot stilstand (tot stilstand komen), dringend, klimaat, klimaatprobleem, blokkeren.

De leerkracht doet het voor.

Slide 6 - Tekstslide

Woordenschat:
wegblokkade, burgerlijke ongehoorzaamheid, expres, aandacht, vreedzame, veroorzaken, opvallend, demonstreren.

De leerkracht doet het voor.

Slide 7 - Tekstslide

Woordenschat:
klimaatactivisten, fossiele brandstoffen, aardolie, benzine.

We doen het samen!

Slide 8 - Tekstslide

Tekstgerichte vragen:
Noem drie voorbeelden van burgerlijke ongehoorzame activisten.
Wat betekent burgerlijke ongehoorzaamheid?
Wat is het verschil tussen demonstreren en burgerlijke ongehoorzaamheid?

Maak een kastschema ‘demonstreren door middel van burgerlijke ongehoorzaamheid’ met daarin de ‘argumenten voor’ en de ‘argumenten tegen’.
Vind jij burgerlijke ongehoorzaamheid een goede manier van protesteren?
Leg je antwoord uit.
Bedenk een vreedzame actie om te protesteren. Denk ook na over de boodschap die je met je actie wilt overbrengen.
Vat met je maatje de rest van de tekst samen.
Maak daarna de tekstgerichte vragen.

Slide 9 - Tekstslide

Facultatief: oefenen van de toetsvraagstelling.

Waarom worden demonstranten vaak niet streng gestraft in Nederland? Er zijn meerdere antwoorden goed.
a) Ze breken geen regels
b) Ze proberen iets goeds te bereiken
c) Ze hebben gelijk
d) Het protest verloopt vreedzaam

Slide 10 - Tekstslide

 Antwoord gevonden op je vraag? Schrijf het antwoord op een andere kleur post-it en plak deze bij de vraag op de vragenmuur.
Zijn er nieuwe vragen ontstaan? 
Schrijf ze op post-its. 

Slide 11 - Tekstslide

In de volgende les praten we verder over dit onderwerp!

Slide 12 - Tekstslide