Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Medicatieleer
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
5x Juist-regel
Zo nodig medicatie malen
Medicatie toedienen
Aftekenen met paraaf/digitaal
Bijwerkingen observeren
1 / 21
volgende
Slide 1:
Sleepvraag
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 1
In deze les zitten
21 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
5x Juist-regel
Zo nodig medicatie malen
Medicatie toedienen
Aftekenen met paraaf/digitaal
Bijwerkingen observeren
Slide 1 - Sleepvraag
Medicatie die de oorzaak van een ziekte aanpakken hebben een
A
Profylactische werking
B
Causale werking
C
placebo werking
D
symptomatische werking
Slide 2 - Quizvraag
Indicatie
Contra-indicatie
Aandoening/ziekte of symptoom waarvoor het medicijn wordt voorgeschreven
Medicijn verergert de ziekte, dit is een reden om het medicijn niet te gebruiken
Slide 3 - Sleepvraag
Farmacokinetiek: hoe gaat medicatie door het lichaam
Absorptie
Distributie
Metabolisme
Excretie
Opname via darm of vaatstelsel en zo door de rest van het lichaam.
Verdeling in het lichaam (lever verdeelt de werkzame stof)
Omzetting door het lichaam (medicijn>metabolieten)
Uitscheiding (via nieren, longen, speeksel maag/darmstelsel, zweet en moedermelk).
Slide 4 - Sleepvraag
Wat kunnen de bijwerkingen zijn van simvastatine?
A
misselijk, spierkrampen,hoofdpijn
B
huiduitslag, geelzucht, overmatig transpireren
C
oorsuizen, verminderd libido , spierpijn
D
spierpijn, hoofdpijn, oorsuizen
Slide 5 - Quizvraag
wat is cumulatie
A
opstapeling van geneesmiddel in bloed
B
de tijd die nodig is om de hoeveelheid van het geneesmiddel in het bloed te halveren
C
de hoeveelheid van een geneesmiddel dat vrijkomt uit de toedieningsvorm en opgenomen wordt in het bloed
D
concentratie van het geneesmiddel in het bloed
Slide 6 - Quizvraag
Medicatie:
Wat betekent interactie?
A
Dit betekent een ongewenst bijwerking van een medicijn
B
Dit betekent een ongewenste complicatie van een medicijn
C
Dit betekent dat twee geneesmiddelen elkaars werking beïnvloeden.
Slide 7 - Quizvraag
Belangrijk voor de Dosering van medicatie
Belangrijk voor keuze van soort medicatie
lengte gewicht
Alcohol gebruik
Medicatie gebruik
BMI
Allergieën
Drugs gebruik
Slide 8 - Sleepvraag
Welke groep psychofarmaca heeft welke werking?
anxiolytica
antipsychotica
sedativa
medicatie die een psychose (wanen en hallucinaties) tegengaan
bewustzijnsverlagende middelen die daardoor kalmerend werken
medicatie die wordt gebruikt om aanhoudende of hevige angst-gevoelens te onderdrukken
Slide 9 - Sleepvraag
Medicatie die subcutaan toegediend wordt werkt sneller dan medicatie die Intramusculair toegediend wordt
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Bij een medicijn met een korte halfwaardetijd ....
A
Is het tijdsinterval van toedienen langer
B
Is het tijdsinterval van toedienen korter
Slide 11 - Quizvraag
Wat zijn ontwenningsverschijnselen van medicatie?
A
dat medicatie gestaakt wordt
B
medicatie wat toegediend wordt heeft bijwerkingen
C
bij ontwenningsverschijnselen moet de dosering hoger
D
zijn verschijnselen die optreden bij het staken van een verslavende middel
Slide 12 - Quizvraag
Pantoprazol
Tramadol
Metoprolol
Macrogol
preventieve medicatie bij gebruik bloedverdunners
preventieve medicatie bij gebruik tramadol
secundaire preventie bij infarct
causale behandeling van atriumfibrilleren
pijnstilling, wrs na operatie
Slide 13 - Sleepvraag
Wat is een contra-indicatie?
A
Een wisselwerking tussen 2 middelen
B
Een ongewenste werking
C
De reden voor gebruik
D
Een reden om een medicijn niet te gebruiken.
Slide 14 - Quizvraag
Laxeermiddel mee leveren bij oxycodon gebruik is een oplossing van een...
A
bijwerking
B
interactie
C
contra indictie
D
intolerantie
Slide 15 - Quizvraag
Parenteraal
Enteraal
Via het maagdarmkanaal
Buiten het maagdarmkanaal om
Injectie
Tablet
Slide 16 - Sleepvraag
Wat is het first-pass-effect?
A
Medicijn passeert de lever
B
Afbraak medicijn door de nieren
C
Passeren bloed-hersenbarrière
D
Afbraak medicijn door de lever
Slide 17 - Quizvraag
Bij hartfalen moet een ander orgaan goed in de gaten gehouden worden vanwege de medicatie welk orgaan is dit?
A
Lever
B
Hersenen
C
Nieren
D
Longen
Slide 18 - Quizvraag
Medicatie wordt bij oudere zv minder snel afgebroken omdat welk orgaan minder goed werkt?
A
de darmen
B
de schildklier
C
de lever
D
de thymus
Slide 19 - Quizvraag
Een indicaties voor subcutane infusie kan zijn dat:
"de medicijnen .................. moeten worden toegediend"
A
Zeer geleidelijk
B
Heel snel
C
Intermitterend
D
Voor lange tijd
Slide 20 - Quizvraag
En nu..
- in 2 of 3 tallen aan de slag met de opdracht Onderwijsactiviteit Medicatie uit de wiki
- Inleveren in Teams
Slide 21 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
KT1 theorie: oefenvragen algemene geneesmiddelenkennis
Oktober 2023
- Les met
31 slides
KT1 theorie
MBO
Studiejaar 1
KT1 theorie: oefenvragen algemene geneesmiddelenkennis, les 2
September 2024
- Les met
41 slides
KT1 theorie
MBO
Studiejaar 1
1.2.3. AFP - week 47 les 2
November 2022
- Les met
42 slides
Anatomie Fysiologie Pathologie
MBO
Studiejaar 1
Medicatie
Oktober 2023
- Les met
18 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 3
Subcutaan injecteren
November 2023
- Les met
24 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 2
MTH, leerjaar 3, herhaling 2021-2022, les 3
September 2021
- Les met
32 slides
Medisch technisch handelen
MBO
Studiejaar 3
Subcutaan injecteren
Oktober 2024
- Les met
23 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 2
Zorg en ondersteuning les 9 proeftoets medicatie
Januari 2024
- Les met
50 slides
Medicatie
MBO
Studiejaar 2