H2 Samen met het buitenland 2.3 Europa helpt ons verder (Plein M 4e editie)

Welkom bij economie!

Hoofdstuk 2: Samen met het buitenland

2.3 Europa helpt ons verder
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij economie!

Hoofdstuk 2: Samen met het buitenland

2.3 Europa helpt ons verder

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?

  • Herhalen Theorie 2.2 Meer of minder buitenlandse handel?
  • Theorie 2.3 Europa helpt ons verder
  • Zelfstandig aan het werk


Slide 2 - Tekstslide

Hoe noem je de toenemende verbondenheid van gebieden op de wereld?

Slide 3 - Open vraag


Welk transportmiddel kies je?

bloemen
A
vliegtuig
B
vrachtschip

Slide 4 - Quizvraag

Welk transportmiddel kies je?

groente
A
vliegtuig
B
vrachtschip

Slide 5 - Quizvraag

Wat is vrijhandel?

Slide 6 - Open vraag

2.3 Europa helpt ons verder
Lesdoelen:

Aan het einde van de les:


  • Kun je uitleggen wat de Europese Unie met de economie te maken heeft;
  • Kun je uitleggen wanneer je met vreemd geld te maken hebt;
  • Kun je uitleggen wat voor gevolgen een verandering van de wisselkoers heeft;
  • Kun je uitleggen wat de eurozone is en waarom de euro is ingevoerd.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Samenwerking in Europa
Binnen de Europese Unie is er:
  • samenwerking op politiek gebied
  • samenwerking op economisch gebied
  • vrijhandel


Verschillende Europese landen willen lid worden van de EU.

Welk land is het enige land dat de EU weer heeft verlaten?
  • Het Verenigd Koninkrijk.




Slide 9 - Tekstslide

Wij hebben de euro
Een aantal landen van de Europese Unie heeft de euro als munteenheid.

Deze landen vormen de eurozone.

De euro heeft verschillende voordelen:
  • Je kunt prijzen in verschillende landen makkelijker                                                                                             met elkaar vergelijken.
  • Je hebt geen kosten voor het omwisselen van je geld.






Slide 10 - Tekstslide

Euro’s, dollars of ponden?
  • Bij handel buiten de eurozone krijgen bedrijven te maken met vreemd geld:                            
  • Dat is buitenlands geld van een land dat niet de euro heeft.
  • Hoe betaal je in de Verenigde Staten?
  • Met dollars.
  • Hoe betaal je in het Verenigd Koninkrijk?
  • Met ponden.


Het omwisselen van euro’s naar dollars of ponden kost geld.




Slide 11 - Tekstslide

Vreemd geld kopen of verkopen
Als je euro’s moet omwisselen naar vreemd geld, dan gebruik je de:
wisselkoers


Wat weet je over de wisselkoers?
  • Geeft de verhouding aan tussen de euro en vreemd geld.
  • Laat zien hoeveel vreemd geld je voor € 1 krijgt.
  • Kan zorgen voor meer import en export.
  • Kan ook zorgen voor minder import en export.







Slide 12 - Tekstslide

Zelfstandig aan het werk 
timer
15:00
Opdracht: 
Maak nu zelfstandig opgave 1 t/m 5 op bladzijde 62 t/m 67. Je mag overleggen. 
Schrijf de volledige antwoorden in je boek/schrift, inclusief formule!
Hulp nodig? In deze volgorde: 
1. Boek
2. Klasgenoot
3. Docent
Je krijgt 20 minuten de tijd
Klaar? Maak 6 t/m 11. Ook af? Lees de blauwe stukjes nog eens door en ga de begrippen leren. 
Na 20 minuten gaan we samen opgave 1 t/m 5 bespreken. 

Slide 13 - Tekstslide

Opgave 1 blz 62: Bekijk bron 16 en 17

a Waar mag je reizen met het document in bron 16?
A
alleen binnen Nederland
B
alleen naar landen binnen de Europese Unie
C
naar landen binnen en buiten de Europese Unie

Slide 14 - Quizvraag

Opgave 1 blz 62: Bekijk bron 16 en 17

b Waar mag je reizen met het document in bron 17?
A
alleen binnen Nederland
B
alleen naar landen binnen de Europese Unie
C
naar landen binnen en buiten de Europese Unie

Slide 15 - Quizvraag

Opgave 2 blz 63:

Lees de tekst ‘Samenwerking in Europa’.
Zijn de volgende beweringen juist of onjuist? Kies de goede antwoorden
A
Alle Europese landen zijn aangesloten bij de Europese Unie.
B
De EU-lidstaten werken alleen samen op economisch gebied.
C
De EU wil dat de handel tussen lidstaten eenvoudig en soepel verloopt.
D
Landen kunnen ervoor kiezen om de Europese Unie weer te verlaten.

Slide 16 - Quizvraag

Opgave 3 blz 63

Slide 17 - Tekstslide

Opgave 4 blz 64: Lees de tekst ‘Wij hebben de euro’.

a Sinds welk jaar kun je in een groot deel van de Europese Unie met de euro
betalen?

Slide 18 - Open vraag

Opgave 4 blz 64: Lees de tekst ‘Wij hebben de euro’.

b Noem vier munteenheden die tot de invoering van de euro in Europa
gebruikt werden.

Slide 19 - Open vraag

Opgave 4 blz 64: Lees de tekst ‘Wij hebben de euro’.

c Wat is de eurozone?

Slide 20 - Open vraag

Opgave 5 blz 64: Bekijk bron 21.

a Weet jij of deze aardbeien in Denemarken duur of goedkoop zijn? Leg je antwoord uit.

Slide 21 - Open vraag

Opgave 5 blz 64: Bekijk bron 21.

b Met welk voordeel van de euro had je vraag a met ‘ja’ kunnen beantwoorden?

Slide 22 - Open vraag