de conjunctief
1 / 15
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
de conjunctief is een ...
A
naamval
B
vorm
C
wijs
D
tijd
Slide 2 - Quizvraag
de conjunctief bestaat in ...
A
alle tijden
B
alle tijden behalve de tegenwoordige
C
alle tijden behalve de verleden
D
alle tijden behalve de toekomstige
Slide 3 - Quizvraag
Welke vorm is conjunctief?
A
ames
B
mones
C
teges
D
audies
Slide 4 - Quizvraag
Welke vorm is conjunctief?
A
tegat
B
teget
C
tegit
D
texit
Slide 5 - Quizvraag
Welke vorm is conjunctief?
A
amatus sim
B
amatus sum
C
amatus eram
D
amatus ero
Slide 6 - Quizvraag
Welke vorm is conjunctief?
A
amavi
B
amaveram
C
amavero
D
amaverim
Slide 7 - Quizvraag
Welke vorm is conjunctief?
A
nolo
B
nolam
C
noles
D
nolles
Slide 8 - Quizvraag
Geef van esse
act. conj. praes. 3 mv.
act. conj. praes. 3 mv.
Slide 9 - Open vraag
Geef van esse:
act. conj. imperf. 2 enk.
act. conj. imperf. 2 enk.
Slide 10 - Open vraag
Geef van amare:
act. conj. imperf. 2 mv.
act. conj. imperf. 2 mv.
Slide 11 - Open vraag
Geef van monere:
act. conj. perf. 2 enk.
act. conj. perf. 2 enk.
Slide 12 - Open vraag
Geef van tegere:
act. conj. plqpf. 1 enk.
act. conj. plqpf. 1 enk.
Slide 13 - Open vraag
Geef van audire:
pass. conj. perf. 3 enk. (mannelijk)
pass. conj. perf. 3 enk. (mannelijk)
Slide 14 - Open vraag
Geef van capere:
pass. conj. plqpf. 1 mv. (mannelijk)
pass. conj. plqpf. 1 mv. (mannelijk)
