Basisvaardigheden Natuurkunde

Basisvaardigheden
Niet leuk, wel nodig 
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Basisvaardigheden
Niet leuk, wel nodig 

Slide 1 - Tekstslide


10001=
A
104
B
0,0001
C
103
D
103

Slide 2 - Quizvraag

Temperatuur is een...
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 3 - Quizvraag

Hoeveel significante cijfers?
0,067A
A
0
B
2
C
3
D
4

Slide 4 - Quizvraag

Schrijf om naar
R=ρAl
A
A
A=lρR
B
A=Rlρ
C
A=Rlρ
D
A=ρlR

Slide 5 - Quizvraag

Schrijf in wetenschappelijke notatie:
2501043,85102=
A
1,54104
B
1,5104
C
1,54106
D
1,54104

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de eenheid van c?
F=cr2v2
A
c=kgm3
B
c=kgm3s2
C
c=kgm3
D
c=kgms

Slide 7 - Quizvraag


10110310104=
A
10
B
1
C
101
D
0,1

Slide 8 - Quizvraag

Reken uit:
6,60+2,48101=
A
7
B
6,8
C
6,85
D
6,848

Slide 9 - Quizvraag

Hoeveel significante cijfers?
46,97m2
A
2
B
4

Slide 10 - Quizvraag

Kilometer is een
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 11 - Quizvraag

Reken om in wetenschappelijke notatie
0,587Ncm2
A
0,587104Nm2
B
5,87103Nm2
C
5,870103Nm2
D
5,87103Nm2

Slide 12 - Quizvraag

Afstand is een
A
Eenheid
B
Grootheid

Slide 13 - Quizvraag

Schrijf om naar
f1=b1+v1
v
A
v=f1+b1
B
v=f1b1
C
v=f+b
D
v=f1b11

Slide 14 - Quizvraag


103104=
A
10
B
0,1
C
107
D
107

Slide 15 - Quizvraag

Schrijf in wetenschappelijke notatie:
0,34cm3
A
3,4104m2
B
0,34103m2
C
3,4107m2
D
0,34106m2

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de eenheid van ?
R=ρAl
ρ
A
ρ=mΩ
B
ρ=Ωm
C
ρ=Ωm2
D
ρ=m2Ω

Slide 17 - Quizvraag

Hoeveel significante cijfers?
0,400Ω
A
0
B
1
C
3
D
4

Slide 18 - Quizvraag


0,00000052=
A
5,2107
B
5,2107
C
52106
D
52106

Slide 19 - Quizvraag

Reken uit:
1,2580,48=
A
0,4
B
0,38
C
0,382
D
0,3815

Slide 20 - Quizvraag

Combineer de volgende formules, welke is juist?
v=T2πr
Fmpz=rmv2
Fmpz=rmv2
Fmpz=rmv2
Fmpz=rmv2
Fmpz=rmv2
A
Fmpz=T2πr2m
B
Fmpz=T4πr2m
C
Fmpz=T24π2mr
D
Fmpz=T2πrm

Slide 21 - Quizvraag

Met welke van de onderstaande formules bereken je de veerconstante?
A
C=uF
B
C=Fu
C
F=uC
D
CF=u

Slide 22 - Quizvraag

Wat is 6900000 m in wetenschappelijke notatie ?
A
6,9108m
B
69105m
C
6,9106m
D
690104

Slide 23 - Quizvraag


103110610.0001=
A
1103
B
1105
C
10000001
D
0,1

Slide 24 - Quizvraag

Schrijf om naar
ΔEk=21m(v2)221m(v1)2
v1
A
v1=(v2)2+m2ΔEk
B
v1=(v2)2m2ΔEk
C
v1=(v2)2+m2ΔEk
D
v1=(v2)2+mΔEk

Slide 25 - Quizvraag

Schrijf in wetenschappelijke notatie:
0,075102m
A
0,75103m
B
7,5104m
C
7,5m
D
7,5102m

Slide 26 - Quizvraag

Schrijf zonder macht van 10
9,4106A
A
94,0μA
B
9,4nA
C
9,4μA
D
94,0nA

Slide 27 - Quizvraag

Schrijf in wetenschappelijke notatie:
5,2106m2
A
5,2μm2
B
5,2103mm2
C
5,2km2
D
5,2mm2

Slide 28 - Quizvraag

Reken om in wetenschappelijke notatie
456,0L
A
0,456m3
B
4,560101m3
C
4,56101m3
D
Het goede antwoord staat er niet bij.

Slide 29 - Quizvraag