Par 3 Zuid-Korea

Par Zuid-Korea
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Par Zuid-Korea

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
Basis: blz 44/45, stukjes Twee Korea's, een succesformule en van arm naar rijk.
Kader: blz 44/45, stukjes Twee Korea's, een succesformule en van arm naar rijk 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je kunt uitleggen waarom er twee Korea’s zijn.
- Je kent de kenmerken van Noord-Korea.
- Je kent de kenmerken van Zuid-Korea.
- Je weet het verschil tussen dictatuur en democratie.
- Je kunt uitleggen hoe een vrijemarkteconomie werkt.
- Je weet door welke drie maatregelen Zuid-Korea een succesvol land werd.
- Je kent de volgende begrippen: democratie, dictatuur, vrijemarkteconomie, zelfvoorzienend, zware industrie

Slide 3 - Tekstslide

Quiz
Maar eerst gaan we kijken wat jullie nog weten van de vorige lessen.. 

Slide 4 - Tekstslide

Welk klimaat vind je veelal in Zuidoost-Azie?
A
Zeeklimaat
B
Landklimaat
C
Poolklimaat
D
Tropisch klimaat

Slide 5 - Quizvraag

Tijdens welke moesson valt er veel neerslag?
A
Zomermoesson
B
Wintermoesson

Slide 6 - Quizvraag

Veel Aziatische landen waren een kolonie van een Europees land
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Waar is de bevolkingsdichtheid in China het hoogst?
A
Het midden
B
Noorden
C
Oosten
D
Westen

Slide 8 - Quizvraag

Wat wilde de Chinese regering bereiken met de Eenkindpolitiek?
A
Enorme bevolkingsgroei
B
De bevolkingsgroei afremmen
C
Zorgen dat er alleen maar jongetjes werden geboren
D
Zorgen dat er alleen maar meisjes werden geboren

Slide 9 - Quizvraag

Met wat voor zones trok China bedrijven uit het buitenland?
A
Specialistische zoners
B
Speciaal Exotische Zones
C
Speciaal Economische Zones
D
Speciaal Ecologische Zones

Slide 10 - Quizvraag

Mindmap
Pen en schrift op tafel, we gaan een mindmap maken over deze paragraaf. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

Korea
Korea was lange tijd een kolonie van Japan.
Na de Tweede Wereldoorlog wordt het land verdeeld in Noord en Zuid-Korea.

Slide 14 - Tekstslide

Oorlog
In 1950 breekt er oorlog uit tussen Noord en Zuid-Korea.
Noorden is communistisch en wil dat Zuid-Korea ook communistisch wordt. 
Wapenstilstand in 1953. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Noord-Korea
Noord-Korea is communistisch.
Het land is een dictatuur.
Planeconomie, daar bepaald de staat wat er geproduceerd wordt.

Slide 17 - Tekstslide

Zuid-Korea
Democratie waar mensen hun eigen regering kiezen.
Vrijemarkteconomie waar bedrijven zelf bepalen wat ze produceren.

Slide 18 - Tekstslide

Na de oorlog
In Zuid-Korea grijpt het leger de macht. Doel: Zuid-Korea sterker maken.
1. Moderniseren van het platteland.
2. Ontwikkelen van industrie.
3. Verbeteren onderwijs.

Slide 19 - Tekstslide

1. Moderniseren van het platteland.
De grond wordt er eerlijk verdeeld. 
Samenwerking, landbouwmachines, bruggen en wegen. 

Slide 20 - Tekstslide

2. Ontwikkelen van industrie.
Er moest zware industrie komen in Zuid-Korea.
Infrastructuur aanleggen.
Zuid-Korea maakt vandaag de dag hoogwaardige producten. 

Slide 21 - Tekstslide

3. Verbeteren onderwijs.
De Koreanen moesten slimmer worden, de regering heeft veld gestoken in het onderwijs.
Het Zuid-Koreaanse onderwijs is prima. 

Slide 22 - Tekstslide

Rijk
Zuid-Korea werd heel snel een rijk land.
Het krijgt geen ontwikkelingshulp meer, het geeft nu veel ontwikkelingshulp.

Slide 23 - Tekstslide

Export
Zuid-Korea voert heel veel producten uit. Verkoop aan het buitenland noemen we export.

Slide 24 - Tekstslide

Quiz
Eens kijken wie er goed heeft opgelet..

Slide 25 - Tekstslide

Welk deel van Korea is communistisch?
A
Noord
B
Zuid
C
Oost
D
West

Slide 26 - Quizvraag

Wat hoort niet bij Zuid-Korea?
A
Vrijemarkteconomie
B
Veel export
C
Communisme
D
Samsung

Slide 27 - Quizvraag

Wat hoort niet bij Noord-Korea?
A
Communisme
B
Democratie
C
Dictatuur
D
Planeconomie

Slide 28 - Quizvraag

Wat is export?
A
Dan koop je producten uit het buitenland
B
Dan verkoop je producten aan het buitenland
C
Dan maak je alle producten zelf
D
Dan maak je helemaal niks zelf

Slide 29 - Quizvraag

En nu?
1. Maak van deze paragraaf een samenvatting, verwerk alle begrippen/jaartallen/personen of leerdoelen uit de studiewijzer.
2. Maak de vragen van de GEO-online.
3. Moet je dringend bezig met een ander vak, dan mag dat ook..

Slide 30 - Tekstslide