Past Simple To Be


Past Simple of To Be
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les


Past Simple of To Be

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer?
Om te praten over de verleden tijd met het werkwoord 'zijn'

Slide 2 - Tekstslide

Hoe positief?
Ik was = I was
Jij was / Jullie waren = you were
Hij was = he was
Zij was = she was
Het was = it was
Wij waren = we were
zij waren = they were

Slide 3 - Tekstslide

Hoe vragend?
Was ik? = Was I?
Was jij / waren jullie? = Were you?
Was hij = Was he?
Was zij = Was she?
Was het = Was it?
Waren wij = Were we?
Waren zij = Were they?

Slide 4 - Tekstslide

Hoe negatief?
Ik was niet = I was not / I wasn't
Jij was niet / jullie waren niet = You were not / You weren't
Hij was niet = He was not / He wasn't
Zij was niet = She was not / She wasn't
Het was niet = It was not / It wasn't
Wij waren niet = We were not / We weren't
Zij waren niet = They were not / They weren't

Slide 5 - Tekstslide

You ___ at home yesterday.
A
were
B
was
C
are
D
is

Slide 6 - Quizvraag

Fouten om op te letten
Jij was = you were (niet was)

Were = waren
Where = Waar

Slide 7 - Tekstslide

He ___ on holiday last week.
A
were
B
was
C
are
D
is

Slide 8 - Quizvraag

I ___ a good dancer ten years ago.
A
were
B
was
C
are
D
am

Slide 9 - Quizvraag

They ___ in Scotland yesterday.
A
were
B
was
C
are
D
is

Slide 10 - Quizvraag

The sun ___ hot.
A
were
B
was
C
are
D
is

Slide 11 - Quizvraag

Change the sentences from positive to negative

Gebruik geen afkortingen ( ' )

Slide 12 - Tekstslide

The boy was at home yesterday.

Slide 13 - Open vraag

My friends were at a festival last week.

Slide 14 - Open vraag

You were my friend last year.

Slide 15 - Open vraag

Change the sentences to questions

Slide 16 - Tekstslide

John was a fan of playing the violin.

Slide 17 - Open vraag

Their parents were on holiday for an entire month.

Slide 18 - Open vraag

The teachers were very angry at the naughty pupil.

Slide 19 - Open vraag